Parlement weigert eigen alcoholgebruik aan te pakken
Op zowat elke werkplek is alcohol verboden, maar in het parlement zijn ze niet geneigd de drank te bannen. Nochtans was dat het advies van de deontologische commissie van het parlement.
Kamervoorzitter Siegfried Bracke (N-VA) had de commissie om raad gevraagd na incidenten zoals dat met Luk Van Biesen (Open VLD), die een racistische opmerking gemaakt had tegen zijn SP.A-collega Kitir.
Een belangrijke oorzaak van zulke uitspraken is het gebruik van alcohol, zegt de commissie nu. Er moeten daarover "striktere regels" komen. Een van de voorstellen is om het serveren van gratis wijn en bier te bannen in de koffiekamer van de Kamer, legt commissievoorzitter Danny Pieters (N-VA) uit.
“Sommige parlementsleden werden heel onaangenaam als ze gedronken hadden. Wij stellen voor om te bekijken of het nog van deze tijd is om alcohol te serveren in het parlement. Op andere werkplekken is dat ook niet meer het geval”, zegt ex-senaatsvoorzitter Danny Pieters (N-VA) die de commissie leidt.
Eén van de aanbevelingen van de commissie luidt: schrap (gratis) alcohol in het halfrond en verhoog zo de kwaliteit van het debat. Maar dat gaat Bracke – in overleg met de fractieleiders – niet doen. Zij vinden dat het probleem van alcohol “onbestaande” is tegenover vroeger, en dat er dus ook niet ingegrepen moet worden.
"We gaan niet in op de vraag om alcohol aan te pakken. We hadden een advies gevraagd over het incident met Luk Van Biesen, dat had niks met alcohol te maken", zegt Bracke. Ook bij de fractieleiders in de Kamer is te horen dat het probleem van alcohol in de Kamer "onbestaande" is.Sinds de jaren ‘90
Gratis alcohol in de Kamer bestaat al sinds eind jaren negentig. “Ik heb dat ingevoerd toen ik Kamervoorzitter was”, zegt Open VLD’er Herman De Croo. “Tot dan gingen veel parlementsleden tijdens de debatten iets drinken in de cafés rond het parlement. In drie of vier cafés was zelfs een bel geïnstalleerd die afging toen de stemming begon. Om daar een einde aan te maken, heb ik wijn en bier ter beschikking gesteld in de koffiekamer. Dan gingen de Kamerleden automatisch ook minder drinken, omdat de sociale controle groter werd.”