Direct naar artikelinhoud
InterviewDe Waele en Meyfroidt

‘Geloof me, ik sta dadelijk als eerste in de rij om een vaccin te krijgen’

Geert Meyfroidt (UZ Gasthuisberg Leuven) en Elisabeth De Waele (UZ Brussel).Beeld Damon De Backer

Een vijandelijk virus uit China breidde de woordenschat van de Vlaming het afgelopen jaar aanzienlijk uit. Duikt ook op in het lijstje: ‘intensivist’, de arts die in de frontlinie staat op de afdeling intensieve zorg. ‘Helden? Wij zijn geen helden.’

De wereld is klein en die van intensivisten al helemaal. Natuurlijk kennen Elisabeth De Waele (UZ Brussel) en Geert Meyfroidt (UZ Gasthuisberg Leuven) elkaar. Ze hebben zelfs dezelfde stalkers. “Veel mensen zitten thuis en hebben tijd om te zagen”, zegt Meyfroidt. “Een dokter uit Leopoldsburg stuurt me nu al weken e-mails over hydroxychloroquine (ontstekingsremmer die wordt gebruikt om malaria te bestrijden en die aanvankelijk werd genoemd als experimenteel geneesmiddel voor Covid-19, red.). Volgens hem willen we dat geneesmiddel niet gebruiken omwille van onze arrogantie en onervarenheid.”

De Waele en Meyfroidt zijn het vaak roerend eens. Zo zijn ze ervan overtuigd dat wanneer andere landen straks de epidemiologie van hun oversterfte berekenen, België niet als een van de slechtste landen uit de coronacrisis zal komen. “Sommige landen zetten inderdaad meer in op preventie en uitbraakcontrole omdat ze niet over de ziekenhuiscapaciteit beschikken die wij hebben”, zegt De Waele. “Toch klopt er iets niet aan die cijfers”, vindt Meyfroidt. “We hebben ze allemaal geteld, ook de vermoedelijke gevallen. Als iemand in een woon-zorgcentrum sterft aan een respiratoire oorzaak, dan is dat per definitie covid. Ik maak me sterk dat de cijfers van veel landen naar boven zullen gaan.”

Hoe waren de patiënten die op jullie afdeling terechtkwamen eraan toe?

De Waele: “Er waren veel happy hypoxias: mensen die op papier slechte bloedgaswaarden hadden maar die door het zuurstoftekort niet beseften hoe ziek ze waren. Sommigen zaten nog naar tv te kijken en staken hun duim omhoog als je vroeg hoe ze zich voelden, terwijl we ze drie uur later moesten intuberen.”

Meyfroidt: “De meesten waren bang. Bij de eerste patiënten die ik heb opgenomen, zat de schrik er goed in. Een van hen was een huisarts die na een tijdje vroeg om hem in slaap te brengen.”

De Waele: “Wij werken met cohorteverpleging, ruimtes met zes bedden waarin verpleegkundigen, artsen en kinesisten in hun ruimtepakken rondlopen. Je ziet hoe andere mensen beademd worden en op hun buik gedraaid worden. Die patiënten waren doodsbang en wij hadden de tijd niet om ze gerust te stellen. We zijn daarom snel begonnen met de familielijn: studenten geneeskunde gingen met een iPad naar binnen en maakten connectie met familieleden. Ik heb naast een patiënt gestaan die torenhoge hoeveelheden medicatie moest krijgen om rustig te blijven. Na vijf minuten praten met zijn familie zag je de bloeddruk naar beneden gaan, het hartritme daalde, we konden zijn zuurstof afbouwen. Wij focussen keihard op het fysieke: we redden de lever, de nieren, de longen, het hart, maar de psychologische component is even belangrijk.”

Is er een verklaring waarom bepaalde bevolkingsgroepen piekten tijdens de tweede golf? Marc Noppen, CEO van het UZ Brussel, zei toen: ‘Negentig procent van de mensen die naar het UZ komen, zijn van Brussel en ze heten niet Janssens of Peeters.’

De Waele: “Dat gaat samen met de verspreiding van het virus die niet gelijk door België is gegaan. In de tweede golf begon eerst het centrum van Brussel over te lopen, wat ervoor zorgde dat er opvallend veel zwarte mensen op onze afdeling terechtkwamen. Die kwamen uit Matongé en uit wijken met een grote zwarte populatie. Maar de ziekenhuizen daar waren verzadigd, waardoor die mensen naar ons kwamen. Uit cijfers blijkt dat bepaalde mensen vatbaarder zijn voor het virus, maar die hebben we daarna niet meer gezien. In het begin van de tweede golf waren er meer oudere mensen met een Noord-Afrikaanse achtergrond, op dit moment zijn de patiënten gemiddeld 56 jaar. Een derde heeft een Nederlands- of Franstalige naam.”

Meyfroidt: “Het virus heeft geen grote etniciteitsvoorkeur. De gekende risicofactoren zijn leeftijd, overgewicht, een onderliggende aandoening en het mannelijk geslacht. Er zijn stedelijke gebieden waar mensen dichter op elkaar leven en er minder open ruimte is. Daar wonen bevolkingsgroepen die minder groot behuisd zijn. Dat is demografie, niet etniciteit.”

Het coronavirus had al lelijk huisgehouden in China toen het in februari opdook in skigebieden in Italië en Oostenrijk. Wanneer wisten jullie: dit wordt ook voor België een probleem?

Meyfroidt: “Ik kan dat exact zeggen: 23 februari 2020, het begin van de krokusvakantie. Bevriende collega’s uit Milaan en Monza waarschuwden mij dat het bij hen begon vol te lopen. Lombardije heeft elf miljoen inwoners en 900 bedden voor intensieve zorg. Chirurgie werd stilgelegd, alleen dringende kankerchirurgie kon nog plaatsvinden.

“Erika Vlieghe (diensthoofd infectieziekten in het UZ Antwerpen, red.) had een comité opgericht om te vergaderen. Het idee was: we gaan de patiënten verzorgen in de expertiseziekenhuizen in Brussel en Antwerpen, met maximaal vijftien bedden intensieve zorg. Ik werd zot, want ik wist dat dat nooit genoeg zou zijn.”

De Waele: “Ook ik herinner mij de dag nog goed. Ik ben in de krokusvakantie nog gaan skiën en kwam ’s maandags opnieuw werken. Toen we de tijdens de dienstvergadering de opnamecijfers te zien kregen, wisten we dat we het over iets anders moesten hebben dan over dienstroosters en onderwijs. Het noodplan werd geactiveerd en in drie dagen tijd hadden we de intensieve zorg klaargemaakt. Ik zie mezelf nog op de gang staan en denken: ‘Ze zullen toch wel komen?’” (lacht)

Meyfroidt: “Ik voelde me een roepende in de woestijn. In België hadden we slechts met een tiental intensivisten door wat er aan de hand was. De rest dacht dat het wel zou meevallen.”

Elisabeth De Waele (UZ Brussel). 'Ik noem het schuldig verzuim. Wij hebben staan dweilen met de kraan open. Er zijn mensen doodgegaan door verkeerde beslissingen.'Beeld Damon De Backer

Hoe vinden jullie dat de politici de crisis hebben aangepakt?

De Waele: “De politiek heeft een paar zware steken laten vallen. Dat er op 28 september, toen de cijfers aan het stijgen waren, geen lockdown is gekomen, is fundamenteel fout en onaanvaardbaar.”

Meyfroidt: “We zaten met een regering die einde termijn was en die als enige doel had de crisis op te lossen. Dat uitgerekend zij besliste de teugels te laten vieren en de contactbubbel zelfs uitbreidde, is onbegrijpelijk. Bovendien zijn alle mensen die de statistiek kenden uit beslissingsorganen verwijderd. Men heeft ons toen echt in de steek gelaten, zowel op federaal als op Vlaams niveau.”

De Waele: “Ik noem dat schuldig verzuim. Wij hebben staan dweilen met de kraan open. Er zijn mensen doodgegaan door verkeerde beslissingen.”

Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) vond het niet nodig in te grijpen. ‘We gaan het huis toch niet blussen voor het in brand staat.’

Meyfroidt: “Die uitspraak is zeer slecht aangekomen. In plaats van in september in lockdown te gaan, heeft Jambon ontkend dat de cijfers aan het stijgen waren. Recent zagen we hetzelfde toen de cijfers weer stegen. Wat gebeurde er? Thuiswerk wordt slecht opgevolgd en men ontkent dat het onderwijs er iets mee te maken heeft.”

U was de eerste die met een studie uit The Lancet op tafel klopte en zei dat het onderwijs wel voor een stijging van de besmettingen zorgt.

Meyfroidt: “Iedereen die thuis kleine kinderen heeft, in een crèche werkt of stage doet op pediatrie, weet dat kinderen allerlei virussen verspreiden. En nu zou dat niet het geval zijn?”

De Waele: “Kinderen zijn warm en vochtig. Pure broeihaarden.”

Meyfroidt: “Ik begrijp dat men het onderwijs wil laten doorgaan. Dat is een nobel doel en daar heb ik respect voor. Kinderen thuislaten zorgt voor nog meer miserie. Maar dat men dat dan zegt! Geef toch gewoon toe dat er besmettingen gebeuren op school, maar zeg erbij dat dat het risico is dat we willen lopen. De herfstvakantie is verlengd, maar van de kerstvakantie wil minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) afblijven. Maar je ziet het van hier aankomen, met kinderen die bij oma en opa hun nieuwjaarsbrief gaan voorlezen.

“Als we iedereen moeten geloven, is geen enkele sector de bron van besmettingen. Het is niet de horeca, het zijn niet de scholen, niet de winkels, niet het werk. Het gebeurt alleen thuis. Blijkbaar komt het virus binnen via de schoorsteen of zo.”

Dokter De Waele, u kreeg covid van een patiënt. Je zou kunnen zeggen: dat is een beroepsrisico. Maar er was ook te weinig beschermingsmateriaal.

De Waele: “Ik weet precies waar het is gebeurd: IC15, bed 1, waar ik een vrouw moest onderzoeken. Ik vroeg haar naar de andere kant te ademen omdat we nog geen spatmaskers hadden. Vier dagen later had ik prijs. Er was geen materiaal en we wisten niet dat dat een verschil kon maken, maar waar ik het veel moeilijker mee heb, is de individuele vrijheid die ons onrechtstreeks bedreigt. Als je dertig jaar sigaretten rookt en je krijgt longkanker, kan je niet zeggen dat je het niet wist. De longarts die je behandelt, zal zelf geen kanker krijgen. Als je nu covid krijgt door risicogedrag en je komt naar het ziekenhuis, dan wordt iedereen met jou geconfronteerd en neem je een bed in van iemand die misschien een hartaanval of een hersenbloeding krijgt en niet kan worden opgenomen op intensieve.

Geert Meyfroidt (UZ Gasthuisberg Leuven) en Elisabeth De Waele (UZ Brussel). 'Je móét het doen – je kan de mensen niet laten sterven op de gang of op straat. Maar de kost van opnieuw opnames en operaties uitstellen, plus de belasting op het personeel, kan dat eigenlijk wel?'Beeld Damon De Backer

“Misschien moeten we een soort opting-out doen. Je kan je niet aan de maatregelen houden? Prima, maar kom dan niet naar het ziekenhuis. We zullen wel een filmpje maken hoe je thuis onder de kerstboom op je buik kan gaan liggen om het ademen te vergemakkelijken. Er wordt voortdurend gesproken over onze ethische code die bepaalt welke mensen een kans maken op de afdeling intensieve zorg en welke niet. Maar we hebben ook een ethische verplichting naar non-covidpatiënten.”

Meyfroidt: “Dat is waar, maar het is niet mijn job om te oordelen over de mens die voor mij ligt.”

De Waele: “Ik heb ook al moordenaars gered die eerst hun vrouw hadden omgebracht en na een mislukte zelfmoordpoging bij ons op de spoed terechtkwamen. Ik stel het cru, maar ik zie patiënten van wie de familie zegt: ‘We wisten dat hij covid had.’ Hij testte positief, heeft zich niet aan de quarantaine gehouden en heeft dus ook anderen in gevaar gebracht. Als mens heb ik het daar moeilijk mee. Als hulpverlener is het mijn plicht ook die persoon te helpen, maar we zitten nu eenmaal met een beperkte capaciteit.”

Na de eerste golf leken de meeste Belgen te denken dat we erdoor waren. Wisten jullie toen wat ons nog te wachten stond?

Meyfroidt: “Natuurlijk: dat is statistiek en epidemiologie. Het virus verdwijnt niet zomaar. We zitten nu in een pandemische fase, het moet naar een endemische fase. Daarvoor heb je groepsimmuniteit nodig. Hopelijk gaat het vaccin ons die volgend jaar leveren.”

Jullie hebben zich wel kunnen voorbereiden.

De Waele: “Voorbereiden op wat? En wat we deden, was dat nog te verantwoorden tegenover de niet-covidgevallen op intensieve? Je móét het doen – je kan de mensen niet laten sterven op de gang of op straat. Maar de kost van opnieuw opnames en operaties uitstellen, plus de belasting op het personeel, kan dat eigenlijk wel? We hebben in ons ziekenhuis dokters een crashcourse intensieve zorg gegeven met een VR-bril. Daarmee kan je een zaal op intensieve binnenwandelen en patiënten zien liggen. Dat is al even schrikken. Je volgt een opleiding en na drie dagen ben je intensivist – daar gaan we later eens goed mee lachen, want normaal duurt dat twee jaar en krijg je een moeilijk examen.”

Hoe langer de crisis duurde, hoe meer het zorgpersoneel een heldenstatus kreeg toegedicht. Terecht?

Meyfroidt: “Die erkenning is tof, net zoals het fijn is dat traiteurs taarten of spaghetti kwamen leveren voor het personeel.”

De Waele: “Of paaseitjes. Ik kon op den duur geen paaseitjes meer zien!”

Meyfroidt: “Maar helden? Niemand van ons wil een held zijn.”

Het zorgpersoneel verdient respect en loonopslag, maar het applaus elke avond: was dat niet een beetje tenenkrommend?

Meyfroidt: “Ik vond dat plezant.”

De Waele: “Ik ook. Ik deed het raam open om daarnaar te luisteren. Het verwarmde mijn hart.”

Meyfroidt: “Het was ook het moment waarop je thuis je buren zag. Maar wij waren geen soldaten die naar het front moesten. Het grootste plezier dat je het zorgpersoneel had kunnen doen, was geen tweede golf veroorzaken. De afdelingen intensieve zorg hebben dit jaar de ondankbare rol gehad van boodschapper te zijn. Al te vaak zijn wij verward met de veroorzaker of degenen die de beslissingen namen. Maar wij hebben in deze pandemie weinig kunnen beslissen: we hebben het op ons dak gekregen. Toch kregen we dreigmails van kappers die ons ervan beschuldigen dat hun zaak op slot ging of waren chirurgen kwaad op ons omdat covidpatiënten voorgingen op die van hen. Het spijt me, maar wij waren alleen de verslaggevers ter plaatse – zoals na een aardbeving, om mensen thuis begrip te vragen voor de situatie. Wij zijn de enigen die de allerzieksten hebben gezien.”

Geert Meyfroidt (UZ Gasthuisberg Leuven). 'Ik heb discussies gehad met mensen op sociale media die doen alsof Covid-19 niet echt is.'Beeld Damon De Backer

In het UZ Brussel zijn jongeren met populaire profielen op sociale media rondgeleid om aan te tonen wat Covid-19 kan veroorzaken. Dat er influencers nodig waren om bepaalde bevolkingsgroepen ertoe aan te zetten de maatregelen te volgen, is toch schrijnend?

De Waele: “Niet iedereen kijkt naar Terzake.

Meyfroidt: “Dat bedoel ik met de verslaggever ter plaatse. Voor veel mensen, zelfs zij met een ziek familielid, is Covid-19 een abstract gegeven, want ze konden niet op bezoek komen. Dus moesten wij het verhaal vertellen. Ik heb discussies gehad met mensen op sociale media die doen alsof Covid-19 niet echt is. Als ik dan uitlegde dat het bij ons gebeurde, kreeg ik te horen dat ik het gezagsargument gebruikte. Wie was ik om hen te vertellen wat ze moesten geloven?”

De Waele: “Ik heb foto’s die ik niet durf te delen met de pers. Schrijnende beelden van overleden patiënten, de ene ijzeren kist achter de andere. Wat mij vooral is bijgebleven, zijn de gezichten van de mensen die bij ons werken. Ik kwam laatst een van onze kinesisten tegen en die zag er slécht uit. Mensen zijn doodop, fysiek en mentaal, maar toch zijn ze er elke ochtend. Normaal zou ik zeggen: blijf thuis, zo kan je niet komen werken. Maar ik kan dat niet, want ik heb ze allemaal nodig. We leggen vandaag de zweep op mensen die uitgeput zijn. Dat is oneerlijk. Als je een neus-, keel- en oorarts moet opleiden om langs een covidpatiënt te gaan staan, dan voel je je daar niet comfortabel bij – die arts trouwens ook niet. Je ziet de angst in hun ogen en op de dienst is het miserie: wenende familieleden aan de telefoon, een zoon die vraagt: ‘Est-ce que j’ai tué mon père?’ Tja jongen, jij bent besmet, je broer is besmet, je zus is besmet. Je hebt niemand vermoord, maar het is evengoed afschuwelijk. En nog altijd denken mensen dat kerstballen kopen essentieel is.”

Meyfroidt: “Het is onze job om met dit soort situaties om te gaan. Maar het is de hoeveelheid van dit alles, dat andere zieken worden weggehouden van intensieve zorg en dat je je werk niet kan doen zoals je gewoon bent, wat het zwaar maakt. Dat is het trauma.”

Zijn jullie bang geweest?

Meyfroidt: “Nee. Ik krijg binnenkort pas mijn eerste covidtest omdat ik een schroef uit mijn knie moet laten halen.”

De Waele: “Je moet bang zijn, hoor. Ik voel het nog altijd. Na mijn ziekte ging ik geruster naar de covidafdeling. Ik dacht dat ik ertegen zou kunnen, maar je antilichamen gaan naar beneden. Ik blijf voorzichtig.”

Meyfroidt: “Ja, maar je moet de maatschappij niet bang maken.”

De Waele: “Angst is een sterke motivator.”

Meyfroidt: “Maar dat blijft niet duren. Angst is op lange termijn niet productief. De meesten gaan op den duur zeggen: ‘Ik word er helemaal niet ziek van’ en dat klopt. Of: ‘Ik ben ziek geweest en het valt wel mee.’ Het is beter een beroep te doen op de verantwoordelijkheidszin en om correcte informatie en perspectieven te geven. Daardoor creëer je een groepsgevoel.”

De Waele: “We hebben genoeg uitgelegd. Nu moet je gaan controleren en optreden. Niet aan tracing doen, aankomende reizigers in Zaventem niet testen en het dan maar op de burger afwentelen: dat is niet eerlijk.”

Geert Meyfroidt (UZ Gasthuisberg Leuven) en Elisabeth De Waele (UZ Brussel). 'Het zal nog even duren voor iedereen een prik heeft gehad. Voor de lente zal er geen normaal leven zijn. En ik vrees voor een derde golf.'Beeld Damon De Backer

Is er door het vaccin een hoerastemming onder artsen?

Meyfroidt: “Een vaccin geeft perspectief. Maar we mogen niet denken dat het voorbij is. Het zal nog even duren voor iedereen een prik heeft gehad. Voor de lente zal er geen normaal leven zijn. En ik vrees voor een derde golf.”

Waarvan u al heeft gezegd dat u die niet meer wilt opvangen, dokter De Waele.

De Waele: “Het is geen kwestie van willen, wij gaan dat gewoon niet meer kunnen. We hebben onze grenzen leren kennen qua bemanning. Als er normaal duizend auto’s van de band rollen en het moeten er plots drieduizend zijn waardoor ook de poetsvrouw vijzen moet indraaien: met die auto wil ik niet rijden.”

Moet iedereen gevaccineerd worden tegen Covid-19?

Meyfroidt: “Het is de enige manier om snel groepsimmuniteit te krijgen. Ook in de niet-risicogroepen zijn er patiënten die erg ziek worden en eraan kunnen doodgaan.”

Dat heb je met de griep toch ook?

Meyfroidt: “Maar het griepvaccin is niet zo goed als het coronavaccin. Als je de hele wereld vaccineert, is het gedaan. En sowieso staat er een nieuw virus klaar. Het coronavaccin is slim ontworpen: je kan er een deeltje uithalen om het aan te passen aan een nieuwe ziekte.”

De Waele: “Toen ik na tien dagen covid nog altijd niet beter was, werd ik echt bang. Een collega van ons heeft drie weken in het ziekenhuis gelegen. Elke dag stonden we tegen het raam geplakt om te zien of het beter ging. Geloof me: ik sta dadelijk als eerste in de rij om een vaccin te krijgen.”