Direct naar artikelinhoud
AchtergrondGezondheid

Topdokters helpen met goede voornemens: ‘Stel in 2021 je kinderwens niet uit’

Herman Tournaye: ‘Een zwangere vrouw loopt geen extra risico als ze covid oploopt, terwijl dat bij zika wel het geval was.’Beeld Damon De Backer

Hoe blijft u gezond in dit nieuwe jaar en waar wacht u het best niet te lang meer mee? Vijf topdokters wijzen de weg en bieden hoop. ‘We kunnen nu veel gerichter de juiste behandeling zoeken.’

Herman Tournaye (59) ‘Stel je kinderwens niet uit’

Diensthoofd van het Centrum voor Reproductieve Geneeskunde van UZ Brussel

Fertiliteits­arts Herman Tournaye weet als geen ander hoe emotioneel beladen een kinder­wens kan zijn, maar toch schrok hij van de paniek en de boosheid die de corona­crisis bij sommige patiënten losmaakte. “Corona heeft de mentale impact zwaar versterkt, zeker toen we een drietal maanden onze activiteiten hebben stilgelegd, om personeel voor de covid­afdelingen in het UZ Brussel vrij te maken. Het bericht krijgen dat daardoor je geplande ivf-behandeling wordt uitgesteld, komt natuurlijk erg hard aan. Ook een inter­nationale studie had het al over coronastress in fertiliteitsklinieken.”

Mensen in een vruchtbaarheids­traject zijn immers vaak al in een race tegen de biologische klok verwikkeld, en een wereldwijde pandemie die onze planning doorkruist, kunnen we maar moeilijk aanvaarden. “Ik denk en hoop dat corona onze perceptie van de biologische klok heeft scherp­gesteld”, meent Tournaye. “Wie weet is dit zelfs niet de enige keer dat we met een dergelijke pandemie te maken krijgen. Het advies om je kinderwens niet uit te stellen, is relevanter dan ooit.”

Tegelijk waarschuwt Tournaye voor het culpabiliseren: “Het is een foutief cliché dat vrouwen pas op latere leeftijd aan kinderen beginnen omdat ze hun carrière voorrang gaven. Ik zie vooral veel vrouwen én mannen die niet eerder de juiste partner vonden.” Het enige hulpmiddel waarmee vrouwen wat tijd kunnen kopen is social freezing, het invriezen van eicellen voor later gebruik. “Maar het is belangrijk te benadrukken dat dit een dure procedure is zonder terugbetaling, en zonder garantie op een kind.”

Een interessant niche­fenomeen zien we in de Verenigde Staten, waar social freezing bij mannen in de lift zit. “Toen er vragen rezen of een covid­besmetting de sperma­kwaliteit zou aantasten, zag je in de VS commerciële zaadbanken daar handig op inspelen, door home-kits aan te bieden zodat mannen hun zaad uit voorzorg konden opsturen om in te banken.

Social freezing bij mannen is bij ons erg zeldzaam: heel uitzonderlijk krijgen we de vraag van een kern­gezonde man die zaad wil invriezen voor post-mortem­bevruchting, voor het geval hem iets zou overkomen. Als wij hier zaadcellen invriezen, dan heeft dat veelal medische redenen. Om de vruchtbaarheid van een kanker­patiënt te behouden na chemo­therapie, bijvoorbeeld.”

Feit blijft dat de biologische klok voor vrouwen doorslaggevender is, bij mannen blijft de vruchtbaarheid redelijk constant. “Maar onderzoek leert ons steeds meer over de effecten van leeftijd op de zaadkwaliteit: vanaf 50 jaar heeft een man een verhoogd risico op een kind met bepaalde zeldzame afwijkingen en ook neuro­cognitieve problemen zoals autisme­spectrum­stoornis en schizofrenie.”

Dat de biologische klok ook bij mannen iets is om rekening mee te houden, is een relatief nieuw gegeven, zegt Tournaye. “Een man van veertig die kinderen wil maar nog niet de juiste partner is tegengekomen, zou eventueel kunnen overwegen om zaad in te banken. Ik ben benieuwd of die tendens naar hier zal overwaaien.” Maar ook daar horen we vraagtekens bij te plaatsen, waarschuwt Tournaye. “Je sluit zo natuurlijke conceptie uit, en een man dwingt zijn partner op die manier om sowieso een vruchtbaarheids­traject te volgen.”

Tot slot: is er al duidelijkheid over het nieuws dat een covid­besmetting de sperma­kwaliteit zou aantasten? “Volgens de nieuwste onderzoeken lijkt dat erg mee te vallen of slechts een tijdelijk effect. Maar er is nog veel onbekend over dit virus. Als arts is het soms moeilijk omdat je patiënten juiste antwoorden wil geven op al hun vragen, zoals ‘mag ik gevaccineerd worden als ik probeer zwanger te geraken?’ Op basis van alle data die we hebben is het antwoord: ja. Wat we alvast zeker weten, is dat zwangere vrouwen geen extra risico lopen als ze covid oplopen, terwijl dat bij een virus als zika wel het geval was.”

Sylvie Rottey (48) ‘Roep tijdig medische hulp in, ook voor niet-coronaklachten’

Medisch oncoloog in UZ Gent

Sylvie Rottey: ‘Mogelijk zien we straks tumoren die veel verder gevorderd zijn dan bij een tijdige diagnose. We houden ons hart vast.’Beeld Damon De Backer

Het kan contradictorisch lijken, maar de grootste bezorgdheid voor oncoloog Sylvie Rottey is de dramatische daling van het aantal kanker­diagnoses. In 2020 waren er in België volgens een rapport van het Belgische Kanker­register bijna 5.000 diagnoses minder dan vorige jaren. “Het is afwachten of en wanneer we die patiënten te zien zullen krijgen”, zegt Rottey. “Mogelijk zullen we tumoren zien die veel verder gevorderd zijn dan bij een tijdige diagnose. Daar houden we ons hart voor vast. Het belangrijkste advies blijft om op tijd medische hulp in te roepen, ook voor niet-corona­gerelateerde klachten.”

In het jaar dat we met het corona­virus leerden omgaan, werd sterk op onze individuele verantwoordelijkheid gehamerd, alsof we onze gezondheid zelf in de hand hebben. Maar bij kanker­patiënten is dat meestal niet het geval, waarschuwt Rottey. “Dat kan ook tot frustratie leiden. We zien soms patiënten die heel erg bezig zijn met gezond leven, sport en strenge diëten – omdat ze in hun familie zwaar getroffen zijn door kanker, bijvoorbeeld, en koste wat het kost de ziekte willen vermijden. Dan valt een kanker­diagnose extra zwaar. Natuurlijk is een gezonde levensstijl belangrijk – niet roken, alcoholverbruik beperken, voldoende bewegen en gezonde voeding – maar een absolute bescherming tegen kanker bestaat niet. Ik ben soms ook best fatalistisch als het gaat over preventie. Blijkbaar vinden we het erg moeilijk om ons gedrag aan te passen, kijk maar hoeveel jongeren tegenwoordig roken. Dat stemt me niet hoopvol.”

Naast de preventie zijn er de screenings­methodes, zoals een mammografie voor borstkanker, een uit­strijkje voor baarmoederhalskanker, en ontlastingsonderzoek voor darmkanker. Wanneer en hoe vaak dit zinvol is, vraag je best aan je arts, want je familiale risico speelt hierbij een grote rol, benadrukt Rottey.

Wat ons wel hoop moet geven, zijn de onderzoeksprojecten die in 2020 ondanks alles doorliepen, en waar Rottey als voorzitter van de Belgian Society of Medical Oncology nauw bij betrokken is. “We boeken enorme vooruitgang in het personaliseren van behandelingen, dankzij next-generation sequencing (NGS). Kort gezegd houdt dat in dat we de genetische eigenschappen van een tumor helemaal in kaart brengen. Op basis daarvan kunnen we op zoek naar een doel­gerichte therapie, in het arsenaal van behandelingen die al op de markt zijn of nog in studie zijn. Dat vergt heel veel data, samenwerking, organisatie, en het kan soms een frustrerende zoektocht zijn, want sommige mutaties zijn heel zeldzaam. Maar de response rate die we bij de patiënten bereiken, is bijzonder goed, vergeleken met bijvoorbeeld immuun­therapie. Terwijl we vroeger meer overgeleverd waren aan trial-and-error, kunnen we nu veel gerichter voor elke patiënt de juiste behandeling zoeken. In 2020 is dit alles in een stroomversnelling geraakt, en België speelt echt een voortrekkersrol. Het zijn boeiende tijden op dat vlak.”

Nog een interessant gevolg: de NGS test analyseert genetische mutaties, en kan dus zo ook de erfelijke aanleg voor bepaalde kankers opsporen. “Dat wordt ook één van de grote uitdaging de komende jaren. Nu kennen we genmutaties als BRCA1 en BRCA2 - het ‘borstkankergen’ dat bekendheid kreeg dankzij Angelina Jolie. Maar sinds vorig jaar kunnen we ook bij de familieleden van patiënten met prostaatkanker dna-onderzoek doen om hun erfelijke risico’s te kennen.”

Alleen brengt dit nieuwe vraagstukken met zich mee: wat willen gezonde mensen weten over hun erfelijke aanleg, en wat kunnen zij met die informatie? “Het kan een doorbraak zijn, maar het vergt een zeer goede omkadering.”

Guy-Bernard Cadière (64) ‘Kies seizoensgroenten, geen pizza met charcuterie’

Digestief chirurg in UMC Sint-Pieter in Brussel

Guy-Bernard Cadière: ‘Je moet je niet tegen je zin naar de fitness slepen, maar een sportieve activiteit zoeken die je amen met vrienden kunt doen.’Beeld Damon De Backer

Covid is gevaarlijker voor mensen met over­gewicht. Dat is bekend. Maar dokter Guy-Bernard Cadière ziet als specialist bariatrische chirurgie – met ingrepen als een gastric bypass of ‘maag­verkleining’ – al jarenlang de zware gezondheidstol van obesitas. In een ‘normaal jaar’ opereert hij bij zo’n 450 patiënten met morbide obesitas, wat overeenkomt met een body mass index (BMI) van meer dan 40. “Dat is een enorme aanslag op hun levens­kwaliteit en -verwachting: ze lijden aan diabetes, slaap­apneu, hoge bloeddruk. Een operatie is voor deze mensen vaak een laatste kans, want een actief leven is voor hen geen optie meer.”

Binnen het jaar na de ingreep verliezen Cadières patiënten tussen de 30 en 50 kilo, maar dan moet het harde werk eigenlijk nog beginnen. “Als ze hun voedings- en leef­gewoontes niet aanpassen, komen die kilo’s er weer bij.”

Daar wringt het schoentje, zegt Cadière. “De moderne voedings­industrie maakt ons verslaafd aan bewerkte voeding, met te veel suiker en vet. Ik zal niet zeggen dat je bijvoorbeeld geen brood mag eten, maar kies voor pure, onbewerkte producten, en veel seizoens­groenten van lokale teelt. Geen pizza met charcuterie die ergens ver weg in een fabriek is gemaakt. Een goed stuk vlees van de lokale boer is iets heel anders dan een fastfood­hamburger, die vol additieven zit en gemaakt is om snel en makkelijk binnen te krijgen. Je hersenen krijgen niet eens de tijd om het signaal te geven dat je verzadigd bent. Als het aan mij ligt, komt er een waarschuwings­label op snoep en fastfood zoals op sigaretten, want de impact op onze gezondheid is desastreus.”

We zijn bovendien niet gemaakt om de hele tijd eten beschikbaar te hebben, zegt Cadière. “Je kan niet naar de cinema zonder eerst een hele rij frisdrank en snoep te passeren. Het gevolg is dat we de hele dag aan het snacken zijn. Ons lichaam maakt constant insuline aan, en we hebben heel de tijd honger. Ik ben geen grote voorstander van de hype rond intermittent fasting, maar een gewoon ritme van drie maaltijden per dag is prima. Een stevig ontbijt, maar een lichte avond­maaltijd – al vinden we dat in ons werk­ritme vaak niet evident.

“We lijden ook een te sedentair leven. Je moet niet meteen als een gek gaan sporten, maar gewoon zo veel mogelijk verplaatsingen te voet doen of met de fiets. Je niet tegen je zin naar de fitness slepen, maar een sportieve activiteit zoeken die je samen met vrienden kunt doen.”

Net als velen hoopt Cadière op een diepere mentaliteitsverandering. “Ons leven is gericht op consumptie, maar wat ons echt gelukkig maakt, is connectie en solidariteit met andere mensen.”

Eigenlijk is het eerlijkste gezondheids­advies van Cadière even simpel als verrassend: leef een beetje meer zoals ze in het Congolese Zuid-Kivu doen. Vorige week was hij er nog aan de slag, als chirurg en lid van de taskforce tegen corona. Een extra bevreemdende ervaring.

“Hier liggen veel van mijn operaties stil, en daar is het business as usual”, zegt Cadière. “Het is de wereld op zijn kop. Het virus is er wel verspreid: we hebben tests gedaan, onder al het ziekenhuispersoneel bleek 42 procent anti­stoffen tegen covid te hebben. Ze zijn dus besmet geweest, velen zonder enige ziekte­verschijnselen. Een virus dat hier het volledige leven al een jaar lang totaal ontregelt, heeft daar nauwelijks gevolgen. Dat moet ons aan het denken zetten: zijn wij echt het beschavings­land?”

Belangrijke nuance: Zuid-Kivu heeft een erg jonge populatie, slechts 4 procent is ouder dan 60 jaar. “Maar aan hun levensstijl en attitude zouden wij een voorbeeld kunnen nemen. Een verpleger met wie ik vorige week samenwerkte, kwam van twintig kilometer verder lopend naar het werk. Een marathon per dag, terwijl wij in de file zitten.

“Bij ons zijn de grote kwalen de beschavings­ziekten: we slikken slaappillen, anti­depressiva, bloeddruk­verlagers, middelen tegen maagzweren, en voor elke infectie nemen we antibiotica. Als ik in Congo een slok water uit de rivier zou drinken, word ik doodziek, zij hebben door hun levensstijl een natuurlijke, collectieve immuniteit opgebouwd. Misschien kunnen we daar lessen uit trekken.”

Eva Van Braeckel (39): ‘Niet roken en niet vapen is de beste preventie’

Long­arts op de dienst longziekten van UZ Gent en tijdelijk hoofd van de corona-afdeling

Eva Van Braeckel: ‘Als we ooit opnieuw met een virusuitbraak geconfronteerd worden, zijn we hopelijk beter voorbereid.’Beeld Damon De Backer

Al bijna een jaar staat het leven van dokter Eva Van Braeckel volledig in het teken van de strijd tegen corona. Haar adviezen voor een gezond nieuw jaar klinken dus vertrouwd in de oren: afstand houden, thuisblijven als je ziek bent, de maatregelen respecteren en zodra het mogelijk is massaal voor vaccinatie kiezen. “En een gezonde levens­stijl, dus niet roken, niet vapen en voldoende bewegen.”

Van Braeckel betwijfelt of deze enorme gezondheidscrisis ons echt bewuster van het belang van preventieve gezondheidszorg heeft gemaakt. “Ik hoor weleens van patiënten dat ze zich voornemen om iets aan hun overgewicht te doen. Of dat enkel een shock­effect is of een langdurige mentaliteitsverandering, is afwachten. Ik probeer hoopvol te zijn, maar als longartsen zien wij nog altijd de effecten van langdurig roken, hoeveel sensibiliserings­acties daarrond ook zijn geweest.”

Wat niet helpt, zijn de vele tegenstrijdige gezond­heids­adviezen waarmee we te maken krijgen. Met als klap op de vuurpijl het nieuwsbericht dat roken zou beschermen tegen corona, omdat nicotine de transmissie van het virus zou tegenhouden. “Dat is het probleem als een studie die zich richt op één klein detail zonder nuance verspreid wordt”, zegt Van Braeckel. “Natuurlijk moet je het volledige plaatje zien: de long­schade en de hart- en vaat­ziekten die door roken worden veroorzaakt, zijn voor covid­patiënten grote risico­factoren. Laat duidelijk zijn dat de negatieve gevolgen van roken bij een covid­besmetting veel zwaarder doorwegen dan eender welk miniem beschermend effect.”

Nog een ander misverstand dat de wereld uit moet: ook wie jong en gezond is, kan zwaar onder een covid­infectie te lijden krijgen. Het zijn niet de oude, verzwakte patiënten die op intensieve zorg belanden. “Haast integendeel zelfs”, zegt Van Braeckel. “Om naar de afdeling intensieve zorg te gaan moet je per definitie revalidatie­potentieel hebben. Wie op voorhand al te verzwakt is, kan een wekenlang beademings­traject niet aan. Dat beeld moet bij het publiek worden bijgesteld.

“Covid zal voor long­artsen nog lange tijd een blijvertje zijn,” meent Van Braeckel. “Zelfs een vaccin zal de ziekte niet snel volledig uitroeien. Ik voorzie periodes met kleinere uitbraken. Dus waakzaamheid blijft belangrijk.” Een medicijn is er niet, enkel ondersteunende behandelingen. Covid­patiënten die op intensieve zorg belanden, blijven er gemiddeld drie tot vier weken, en liggen in totaal soms tot vier maanden lang in het ziekenhuis. Ook de revalidatie na een opname valt niet te onderschatten. “Ze moeten vaak alles opnieuw aanleren: van fijne motoriek tot stappen. We volgen nu patiënten op die een ernstige covid­infectie doormaakten in de eerste en tweede golf. We zien langzaam herstel van de opgelopen long­schade, maar de recuperatie blijft een lange weg. Veel patiënten blijven lange tijd ernstig verzwakt en vermoeid. Dat is zeer ingrijpend en blijft onderbelicht.”

Toch ziet Van Braeckel ook al lichtpuntjes, die onze collectieve gezondheid ten goede kunnen komen: “De enorme inspanning die is geleverd voor het corona­vaccin, heeft een precedent geschapen, met nooit geziene samenwerkingsverbanden tussen verschillende bedrijven en academische instellingen. Dit kan een boost betekenen voor vaccin­onderzoek, dat soms wat in het slop zat, voor zeldzame infectieziekten die commercieel misschien minder interessant zijn.”

En ook de tracingsaga kan mogelijk goede effecten teweegbrengen. “Contact­tracing was voor long­artsen altijd al erg belangrijk, onder meer voor tbc-infecties. We werken daarvoor goed samen met het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid en de Vlaamse Vereniging voor Respiratoire Gezondheidszorg en Tuberculosebestrijding, waar ze altijd al te krap bemand waren. Ik kan maar hopen dat daar nu verandering in komt, omdat men het nut van een goed publiek gezondheidssysteem eindelijk inziet. Als we ooit opnieuw met een virus­uitbraak worden geconfronteerd, zullen we hopelijk beter voorbereid aan de start verschijnen.”

Joris Vandenberghe (48) ‘Maak kinderen vanaf de lagere school stressbestendig’

Psychiater-psychotherapeut aan het Universitair Psychiatrisch Centrum KU Leuven

Joris Vandenberghe: ‘Een wild dier, een deadline of financiële zorgen door corona, je lichaam reageert op dezelfde manier op stressfactoren.’Beeld Damon De Backer

Nooit eerder was er zoveel aandacht voor ons mentale welzijn. Die destigmatisering en normalisering van geestelijke gezondheidszorg is een goede zaak, meent Joris Vandenberghe. “Voor corona was die tendens al ingezet, doordat bijvoorbeeld bekende mensen met hun getuigenissen over psychische problemen naar buiten traden. Mensen durven daardoor al eens sneller te zeggen: ik heb het moeilijk.”

Maar waar het ons aan ontbreekt, is kennis en vorming. “We leren op school over de werking van het menselijk lichaam, maar niet hoe we onze geest gezond houden. We zouden vanaf de lagere school kinderen stressbestendiger en veerkrachtiger kunnen maken, en leren om de signalen te herkennen wanneer er iets aan de hand is.”

Bewustwording is één ding, maar beslissen dat je hulp nodig hebt, is vaak het begin van een moeilijke zoektocht naar de juiste hulpverlener. “Het eerste aanspreekpunt zou vooral de huisarts moeten zijn, die het best geplaatst is om door te verwijzen naar de geschikte hulp, ook voor specifieke zorgen zoals verslaving of eetstoornissen. Voor acute nood is er ook het Mobiel Crisisteam dat door de huisarts kan ingeschakeld worden. En er zijn de Centra voor Algemeen Welzijnswerk (CAW) die gratis voor iedereen toegankelijk zijn. De zorg meer toegankelijk en laagdrempelig maken is inderdaad de prioriteit, daar wordt aan gewerkt sinds de eerste Staten-Generaal van de Geestelijke Gezondheidszorg. Corona is op dat vlak ook een katalysator: er wordt nu werk van gemaakt om een duidelijk zorgpad vanuit het standpunt van de patiënt te ontwikkelen. Ideaal gezien gaat het dan om een samenwerking tussen de huisarts en een psycholoog of psychotherapeut. Voor ernstige problemen aangevuld met een psychiater die ook eventuele medicatie kan opvolgen.”

Vaak komen mensen bij de dokter terecht omdat ze in de eerste plaats een lichamelijke oorzaak voor hun klachten zoeken. Veel mensen beseffen immers niet dat ze mentaal lijden, zegt Vandenberghe, want de eerste symptomen zijn van lichamelijke aard: gejaagdheid, hartkloppingen, hyperventilatie, spierspanningen, slaapproblemen, verminderde of verhoogde eetlust. “Als we mentaal onder druk staan, kan dat een heel grote impact hebben op het functioneren van ons hele lichaam. Ons stress-­systeem is de directe link tussen lichaam en geest. Daarom ben ik een grote voorstander van het integreren van de psychische en lichamelijke gezondheidszorg. Ik vind het een erg achterhaald idee, dat er ‘gewone’ ziekenhuizen en ‘psychiatrische’ ziekenhuizen bestaan, los van elkaar.”

Bij het woord stress denken we aan druk en volle agenda’s. Maar iemand die vandaag technisch werkloos is, kan ook onder stress lijden. “Onzekerheid en controleverlies zijn belangrijke stress­factoren. Ons lichaam maakt geen onderscheid tussen de verschillende oorzaken van stress: of je nu geconfronteerd wordt met een wild dier, een deadline of financiële zorgen, je lichaam reageert grotendeels op dezelfde manier.”

Maar qua behandeling bestaat er niet één methode die zinvol is voor iedereen, zegt Vandenberghe. Het oude adagium ‘pillen en praten’ is te eng gedacht. “Voor klinische depressie, bijvoorbeeld, doorlopen we een heel traject: manieren vinden om het lichaam te ontspannen, sociale contacten weer opbouwen, slaapherstel. Wat vaak helpt bij een aanpak op maat, is terugkijken naar vroeger: waar haalde je in betere tijden wél energie uit?”

Stress maakt ons letterlijk ziek, benadrukt Vandenberghe, maar een lichamelijke kwaal – een covidbesmetting, bijvoorbeeld – kan ons ook mentaal kwetsbaar maken. “Ja, dan zit je op het domein van de liaisonpsychiatrie, waar ik me op toeleg. Tijdens deze epidemie hebben het UZ Leuven en het UPC KU Leuven de handen in elkaar geslagen en vanaf het begin op elke corona-afdeling psychologen ingezet. Zwaar ziek zijn kan ook lang daarna tot angsten en trauma’s leiden, zeker in moeilijke coronatijden. Ik ben er trots op dat er door corona veel muren zijn afgebroken, en dat er stapjes naar echte geïntegreerde zorg worden gezet.”