Direct naar artikelinhoud
Coronavirus

Pfizer/BioNTech: ‘Niet te lang wachten met tweede prik’

Pfizer/BioNTech: ‘Niet te lang wachten met tweede prik’
Beeld EPA

Er is geen bewijs dat het vaccin van Pfizer/BioNTech tegen corona beschermt als de tweede dosis lang wordt uitgesteld. Dat zeggen beide bedrijven nu verschillende landen de ‘éénprikstrategie’ overwegen.

Het middel van BioNTech en Pfizer moet twee keer worden toegediend om maximale bescherming te bieden. De tweede dosis moet in principe zo’n 21 dagen na de eerste injectie toegediend worden. In een verklaring schrijven de twee bedrijven dat “de veiligheid en effectiviteit van het vaccin” niet bestudeerd zijn als men te lang met de tweede dosis wacht.

In verschillende landen, waaronder België, Duitsland en Denemarken, zijn wetenschappers ondertussen wel al aan het overwegen om naar een éénprikstrategie over te stappen. Het Verenigd Koninkrijk wil tot twaalf weken wachten met de tweede prik. Als meer mensen alvast één dosis krijgen, kunnen er op een veel kortere termijn ook meer mensen beschermd worden tegen het virus, zo gaat de redenering.

Maar ook het Europese geneesmiddelenagentschap EMA heeft verklaard dat de lidstaten een interval van maximaal 42 dagen moeten respecteren. Omdat 42 dagen het langste interval is dat tijdens de klinische proeven is beschreven. Het vaccin biedt pas zeven dagen na de tweede dosis een volledige bescherming, voegt het EMA er nog aan toe. Ook belangrijk: de bedrijven zijn niet aansprakelijk mocht er iets mislopen, als er op een andere manier met het vaccin wordt omgegaan.

Onderzoek

Wil dit zeggen dat we de éénprikstrategie naar de prullenmand kunnen verwijzen? Volgens vaccinoloog Pierre Van Damme (UAntwerpen) blijft het een “interessante piste”. Maar natuurlijk is er eerst meer onderzoek nodig om uit te maken of die aanpak doeltreffend is.

“We zouden dus graag willen weten hoeveel infecties er nog zijn op plaatsen waar men de tweede dosis gaat uitstellen”, zegt Van Damme, die naar het VK en het Canadese Quebec verwijst. “Als dat er heel weinig zijn, wijst dat toch op een langere doeltreffendheid met één dosis.”

Van Damme is samen met andere experts van de UGent en de ULB aan het bekijken of ze in België een studie kunnen opzetten, waarin de tweede dosis later wordt toegediend. “Het interval zou dan een paar maanden tot zes maanden bedragen. Maar als we nu met de studie starten, hebben we de resultaten pas ten vroegste over een half jaar. Daarom willen we de data liever sneller uit het buitenland halen.”