Justitie

In tien jaar tijd 16 procent meer zedenzaken bij parketten

Archiefbeeld van de mars door Antwerpen tegen seksueel geweld na de dood van Julie Van Espen in 2019. ©  Brecht Van Maele

De toename in de aangifte van seksuele misdrijven kan verband houden met de grotere maatschappelijke en gerechtelijke aandacht voor zedenfeiten.

Nikolas Vanhecke

In 2010 kreeg het openbaar ministerie 8.150 zedenzaken binnen. Tien jaar later waren dat er 16 procent meer. Tussen 2018 en 2019 was er nog een toename met 10 procent, blijkt uit cijfers van het college van het openbaar ministerie: van 8.627 naar 9.449 zaken. Samen met feiten van informaticabedrog (zoals phishing) en zaken rond volksgezondheid noteerden de parketten bij de aanrandings- en verkrachtingszaken de grootste stijgingen. Dat blijkt uit de jaar­statistieken over 2019 van het openbaar ministerie.

Stigma

De cijfers slaan op de instroom bij de parketten, die er uitdrukkelijk op wijzen dat de statistieken niet geschikt zijn als ‘precieze indicator van de werkelijk gepleegde criminaliteit’. Ze geven dus weer hoeveel zaken het gerecht binnenkreeg, niet hoeveel feiten er werden gepleegd. Bij zedenzaken wordt algemeen aangenomen dat het ‘dark number’, wat slaat op feiten die niet worden aangegeven, erg hoog ligt. Een gerechtelijk onderzoek naar zedenfeiten begint altijd met drempels, voor het slachtoffer én voor justitie. Slachtoffers zijn bijvoorbeeld bang voor het stigma of onzeker over de uitkomst van een procedure. Aan de andere kant van de tafel tonen politie en justitie zich soms niet geschikt om slachtoffers goed op te vangen en te begeleiden.

Drie zorgcentra

De voorbije jaren zijn onder druk van maatschappelijke en politieke aandacht voor seksueel geweld bij justitie inspanningen geleverd om dat te verbeteren. Erg concrete realisaties zijn de drie zorgcentra na seksueel geweld: in Gent, Luik en Brussel. Elk slachtoffer van seksueel geweld kan daar de klok rond terecht voor medische en psychische zorg, maar kan er ook een klacht indienen en de procedure opvolgen. De oprichting van die centra, die weliswaar nog altijd in de ‘piloot­fase’ zitten, kan de drempel om aangifte te doen hebben verlaagd. Alle magistraten zullen ook verplicht een opleiding moeten volgen rond seksueel en intrafamiliaal geweld.

Uit statistieken van de jeugdparketten komt naar voren dat er beduidend meer zaken zijn wegens een verontrustende opvoedings­situatie (VOS) dan wegens als misdrijf omschreven feiten (MOF). Meer dan 99.000 van de 161.817 dossiers in 2019 gingen over een verontrustende opvoedingssituatie. Bij de MOF-dossiers gaat het meestal om eigendomsdelicten, zoals diefstal en afpersing. Er is sinds 2010 een stijging van 50 procent van feiten die vallen onder ‘familie en publieke moraal’, wat te maken heeft met bijvoorbeeld de verspreiding van sexting-beelden.