Van de dertien nog levende verdachten die verantwoordelijk worden geacht voor de aanslagen van 22 maart 2016, heeft de raadkamer er uiteindelijk tien doorverwezen naar het hof van assisen. Ze worden verdacht van 32 terroristische moorden en bijna 700 pogingen tot moord. Later komen ze ook nog voor de ­kamer van inbeschuldigingstelling (KI), die hen definitief zal doorverwijzen.

Het gaat om Salah Abdeslam, Oussama Atar, Mohamed Abrini, Sofien Ayari, Osama Krayem, Ali El Haddad Asufi, Bilal El Makhoukhi en Hervé Bayingana Muhirwa, en de broers Smail en Ibrahim Farisi. Drie personen, Faycal Cheffou, Brahim Tabich en Youssef El Ajmi, worden buiten vervolging gesteld.

In zijn eindvordering had het federaal parket gevraagd om acht van de dertien verdachten door te verwijzen naar het hof van assisen. Twee anderen die een kleinere rol zouden gespeeld hebben, de broers Farisi, moesten volgens het federaal parket voor de correctionele rechtbank terechtstaan. Maar op dat punt heeft de raadkamer het federaal parket dus niet gevolgd.

• Lees ook | Op weg naar het proces dat iedereen vreest

Wanneer de KI zal beslissen over een mogelijke doorverwijzing van de verschillende verdachten, is nog niet duidelijk. Net zomin ligt er al een datum vast voor een assisenproces, maar volgens de laatste inschattingen zou dat pas in september 2022 van start kunnen gaan. Een groot deel van de verdachten in het dossier over de aanslagen in Brussel zal immers ook in Frankrijk moeten terechtstaan voor hun aandeel in de aanslagen die op 13 november 2015 plaatsvonden in Parijs. Dat Franse assisenproces zou in september 2021 beginnen.

De aanslagen van 22 maart op de luchthaven Brussels Airport en in het metrostation Maalbeek kostten het leven aan 32 mensen, terwijl ongeveer 340 personen gewond raakten. Drie terroristen, Najim Laachraoui en Ibrahim en Khalid El Bakraoui, lieten die dag het leven. Het gerechtelijk onderzoek nam net iets meer dan drie jaar in beslag en werd pas eind juni 2019 volledig afgerond.