Direct naar artikelinhoud
AnalysePandemiewet

Van winkels sluiten tot een perimeter: minister Verlinden stelt ‘pandemiewet’ voor

Minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden vorig weekend op de E411 nabij de Luxemburgse grens, waar agenten terugkerende toeristen controleerden op het verplichte PLF-formulier.Beeld BELGA

Onder forse druk heeft binnenlandminister Annelies Verlinden (CD&V) dan toch een ontwerp klaar voor de zogenaamde pandemiewet, die de coronamaatregelen een wettelijke basis geeft. Grondwetspecialisten hebben echter hun twijfels. ‘Dit mag geen blanco cheque worden.’

Een sportwedstrijd, een familiefeest of een avondje doorzakken op café: sinds de uitbraak van het coronavirus is het onmogelijk. Op advies van virologen en andere experts heeft de overheid onze vrijheid fors beperkt. Deze beslissingen roepen steeds meer vragen op bij juridische deskundigen. Want schieten sommige beperkingen, zoals een avondklok, hun doel niet voorbij? En stroken ze wel met onze grondwet?

De nieuwe ‘pandemiewet’ moet deze twijfels wegnemen. De wet bevat een soort menukaart van mogelijke maatregelen die de politiek wettelijk kan nemen in het geval van een pandemie. “Deze lijst is vergelijkbaar met de beperkingen die we vandaag kennen: van winkels sluiten over contacten en verplaatsingen beperken tot een perimeter instellen”, zo licht minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) haar voorontwerp toe in Knack.

Tot nu toe worden de maatregelen uitgevaardigd met een ministerieel besluit, ondertekend door Verlinden. Zo kan de regering snel en flexibel ingrijpen, door bijvoorbeeld een tijdelijk vliegverbod naar het Verenigd Koninkrijk op te leggen wanneer daar een extra besmettelijke coronavariant opduikt. De regering baseert zich hiervoor op de wet op de civiele veiligheid uit 2007, die het mogelijk maakt om de grondrechten van de bevolking in te perken.

Zeer creatief

Alleen: deze wet is bedoeld voor acute noodsituaties, waarbij er geen tijd is om de normale parlementaire weg te volgen. Niet voor een crisis die al bijna een jaar aansleept. “Hij voorziet bijvoorbeeld de mogelijkheid om mensen verplicht binnen te laten blijven wanneer een gebouw in hun buurt is ingestort”, zegt grondwetspecialist Patricia Popelier (UAntwerpen). “Nu wordt deze bepaling gebruikt voor de sluiting van de horeca. Een zeer creatieve interpretatie.”

Behalve de wankele wettelijke basis is er ook het risico op uitwassen. In Willebroek vaardigde de burgemeester een nachtklok uit om overlast aan te pakken, terwijl die niets met corona te maken had. In aanloop naar kerst ontstond de indruk dat de politie huizen zou binnenvallen bij vermoedens van een feestje, terwijl de grondwet dat verhindert. En onlangs floot de Raad van State het politieke verbod op religieuze samenkomsten terug.

Dankzij de pandemiewet zal het parlement nu zijn zegje kunnen doen over de coronamaatregelen. Ook kan de wet indien nodig worden aangevochten bij het Grondwettelijk Hof.

Blanco cheque

Toch roepen de plannen nog vragen op. Zo kan de ‘menukaart’ van mogelijke maatregelen later nog worden uitgebreid, zegt Verlinden in Knack. “We weten niet welke pandemieën er nog op ons afkomen. Als we ooit met een nog dodelijker ziekte te maken krijgen, zullen we misschien maatregelen van een heel andere orde moeten nemen.” Deze uitbreiding zal gemotiveerd, proportioneel en beperkt in de tijd moeten zijn.

“We moeten opletten dat we hiermee geen blanco cheque geven”, waarschuwt Popelier. “Een inperking van de grondrechten kan enkel aanvaard worden vanuit een bijzondere urgentie, en als de bestaande maatregelen niet volstaan. Op zijn minst moeten er in de pandemiewet procedurele garanties worden ingebouwd voor zo’n uitbreiding. Zij moet achteraf ook telkens de goedkeuring krijgen van het parlement.”

Opvallend is nog dat er niet wordt geraakt aan de rol van de gouverneurs, die niet verkozen zijn. Zij zullen volgens Verlinden nog steeds strengere maatregelen kunnen nemen, zoals gouverneur Cathy Berx (CD&V) deed in Antwerpen. Idem voor de burgemeesters.

De plannen van Verlinden worden nu verder besproken tussen de kabinetten. Daarna wordt het advies van de Raad van State ingewonnen. “Als alles vlot gaat, wordt de tekst in het voorjaar voorgelegd aan het parlement", aldus het kabinet.