De ruïnes van het Capitool na de brand van augustus 1814 en de Britse terugtrekking. Foto: Library of Congress.

Is bestorming van Capitool echt ongezien? 200 jaar geleden gingen Britten Trump-aanhangers al eens voor

Wat u gisteravond op de tv te zien kreeg, was schokkend. Het parlementsgebouw van de machtigste democratie ter wereld werd bestormd door enkele honderden aanhangers van president Donald Trump. Die wilden de wettiging van de verkiezingsnederlaag van Trump door de parlementsleden verhinderen. Toch is het niet de eerste keer dat het parlementsgebouw het doelwit is.

Capitol Hill, het imposante parlementsgebouw met de grote koepel, domineert de Amerikaanse hoofdstad Washington en dat is ook zo bedoeld. Het parlementsgebouw torent zo letterlijk en figuurlijk uit boven andere machtscentra in Washington, het Witte Huis waar de president woont en werkt, en andere instellingen zoals het Hooggerechtshof.

Op Capitol Hill werken de 435 verkozenen van het Huis van Afgevaardigden en de 100 senatoren van de Senaat, samen het Congres. Het Congres vormt de motor van de Amerikaanse democratie. Dat uitgerekend het Capitool, dat het Congres huisvest, gisteren het doelwit was van een boze meute, is dan ook niet minder dan een aanslag op de democratie en kan tellen als symbolische daad, te meer omdat op 20 januari Joe Biden daar de eed moet afleggen als nieuwe president.

Toch is het niet de eerste keer dat het Congres het slachtoffer was van een aanval of geweld en zijn er een aantal precedenten, zowel van buitenlandse als binnenlandse agressors, maar ze zijn wel zeldzaam.

1814: Washington in vlammen

Washington DC met de iconische regeringsgebouwen zoals het Witte Huis en het Capitool, is vrij recent en ontstond rond 1800 toen de Verenigde Staten als staat vorm hadden gekregen. Toch zouden beide gebouwen een hevige verwoesting moeten trotseren, ook al was die gedeeltelijk. (Lees verder onder de foto).

Op 24 en 25 augustus 1814 staken Britse troepen het Capitool en het Witte Huis in brand.

Dat gebeurde tijdens de "Oorlog van 1812" die eigenlijk tot 1815 duurde en de jonge VS opnieuw tegen de voormalige kolonisator uit het Verenigd Koninkrijk stelde. Londen had de VS in 1783 erkend, maar inzake koloniale expansie liepen beide elkaar voor de voeten: de VS in Louisiana en de Britten in Canada. Voeg daarbij de Britse zeeblokkade om Amerikaanse handel met het Europa van Napoleon te verhinderen en er kwam een explosieve cocktail.

VS-president James Madison, een van de architecten van de grondwet, hoopte Brits-Canada in te palmen en verklaarde de oorlog. De verovering van Canada viel echter tegen, ook al omdat de Britten inheemse volken bewapenden en opzetten tegen de Amerikanen.

De oorlog groeide naar een hoogtepunt in 1814: de Britten verlieten hun defensieve strategie en voerden na de nederlaag van Napoleon verse troepen uit Europa aan. Dat leidde tot een kortstondige bezetting van de Amerikaanse hoofdstad Washington op 24 en 25 augustus 1814. De hoofdstad werd geplunderd en zowel het Capitool als het Witte Huis werden in brand gestoken. Daarop trokken de Britten zich terug.

De oorlog woedde nog een tijd door met enkele Amerikaanse overwinningen nabij New Orleans en eindigde met een gelijkspel op 24 december 1814 met een vredesverdrag. De grenzen bleven ongewijzigd, de VS gaf de claims op Canada op en de Britten stopten met hun steun aan de inheemse volken, waardoor die de Amerikanen over zich heen kregen en de VS zich westwaarts kon uitbreiden. Washington verrees als een feniks uit zijn as.

De Brits-Amerikaanse oorlog van 1812-1814 eindigde met het Verdrag van Gent op 24 december 1814. Gent was gekozen als belangrijke industriestad in het jonge Koninkrijk der Nederlanden van na de nederlaag van Napoleon. Er hangt daar nog een gedenkplaat aan het Hof van Lovendeghem in de Veldstraat, waar de VS-delegatie verbleef bij ondernemer Lieven Bauwens.

Binnenlandse terreur tegen het Capitool

Het was de eerste en laatste keer dat buitenlandse troepen Washington nog zouden bestormen. Het Capitool was daarna echter wel een paar keer het doelwit van aanslagen door binnenlandse agressors, al is dat minder bekend dan de brand van 1814. Een eerste keer was dat in 1835 toen een geestelijk gestoorde man het vuur opende op president Andrew Jackson net buiten het gebouw. De man miste en Jackson overmeesterde de schutter.

Iets meer dan een eeuw later ontploften drie staven dynamiet in de Senaat op 2 juli 1915. Die bom bleek te zijn achtergelaten door een universiteits­professor van Duitse afkomst uit protest tegen de verkoop van wapens door de neutrale VS aan de geallieerden in de Eerste Wereldoorlog. Die man poogde daarna ook de financier John Pierpont Morgan te vermoorden, maar werd gevat en opgesloten.

Op 1 maart 1954 werd vanop de publiekstribune in het Huis van Afgevaardigden het vuur geopend tijdens een debat. Verscheidene parlementsleden raakten daarbij gewond. De daders waren activisten uit het overzeese gebiedsdeel Puerto Rico die onafhankelijkheid eisten. Ze kregen lange gevangenisstraffen. Eind de jaren 70 kregen ze gratie van de Democratische president Jimmy Carter. (Lees verder onder de foto).

Foto van de arrestatie van de Puerto Ricaanse nationalisten na de aanval in het Huis in 1954.

Ook op 1 maart, maar dan in 1971, ontplofte een bom in een toilet vlak bij de Senaat. Niemand raakte gewond, maar er was wel schade. De aanslag werd opgeëist door een extreemlinkse groep die protesteerde tegen de oorlog in Indochina en dan vooral de bombardementen op Laos. 

In vrij gelijkaardige omstandigheden ontplofte een andere bom op 7 november 1983 en ook toen was de Senaat het doelwit. Dit keer was die het werk van een kleine linkse groep die protesteerde tegen de Amerikaanse militaire inmenging op het Caraïbische eiland Grenada en in Libanon. Net zoals in 1971 was er een waarschuwing vooraf via de telefoon en vielen er geen slachtoffers. Er was wel voor honderdduizenden dollars schade. In 1998 schoot een geestelijk gestoorde man twee politieagenten dood vlak buiten het Capitool. 

Gisteren, 6 januari 2021, werd het Capitool dus bestormd door enkele honderden fanatieke aanhangers van president Donald Trump, die zich niet neerleggen bij diens verkiezingsnederlaag. De balans ligt op vier doden. Het doet denken aan de bestorming van het staatsparlement van Michigan vorig jaar door extreemrechtse militieleden en aan de plannen om de gouverneur van Michigan, Gretchen Whitmer, te ontvoeren. 

Het vredesmonument voor de koepel van het Capitool met daarboven het standbeeld dat Vrijheid voorstelt.
Copyright 2021 The Associated Press. All rights reserved.

Meest gelezen