Direct naar artikelinhoud
InterviewMatthijs van Nieuwkerk

Matthijs van Nieuwkerk: ‘Ik merk van 60 nog niet zo veel. Een paar keer per week rennen houdt me overeind’

Matthijs van Nieuwkerk: ‘‘Matthijs gaat door’ is nieuw, wij moeten slim op deze schrale werkelijkheid inspelen. Dat hebben we denk ik gedaan.’Beeld Pim Ras Fotografie

Matthijs van Nieuwkerk nam in 2020 afscheid van vijftien jaar De wereld draait door. De presentator werd 60 en grootvader en begon op oudejaarsavond aan een nieuw avontuur: Matthijs gaat door. ‘Alleen na het overlijden van Maradona jeukten mijn vingers weer ouderwets.’

Het is de vooravond van vrijdag 27 maart 2020. Corona heeft zijn onwelkome entree gemaakt, maar de studio op het Amsterdamse Westergasfabriekterrein staat in het teken van afscheid. De laatste uitzending van De wereld draait door zit erop. Presentator Matthijs van Nieuwkerk voelt de leegte.

“Na mijn laatste ‘tot zover’ keek ik in een gapende, lege studio. Er mocht daar niemand zijn, behalve de cameramensen, jongens van de techniek en de muzikanten die in deze finale hadden opgetreden als Ilse de Lange en Henny Vrienten. En uiteraard mijn liefste tafelheer Marc-Marie. Er volgde een lange ovatie, mijn geweldige redactie verscheen zoomend en zwaaiend op het scherm en ik kreeg het ineens veel te kwaad.”

Hoe bracht u de eerste uren en dagen door na de laatste DWDD?

Van Nieuwkerk: “In plaats van op een daverend feest was ik een kwartier later thuis en zag ik op het achtuurjournaal dat DWDD zijn laatste uitzending had gehad. Later die avond reed ik vanuit Amsterdam naar mijn boerderij. Lange, stille donkere A1, het zat erop. Ik geloof dat Sonny Rollins me vooruitblies. Daarna volgden dagen van cadeautjes uitpakken, mails lezen en een paar flessen Spätburgunder.”

Wat deed u in het DWDD-loze tijdperk?

“Minder dan ik gehoopt had. Ik had een paar reizen gepland, zoals sport kijken in New York. Ik wilde weer eens een paar maanden in Parijs wonen, maar dat ging uiteraard allemaal niet door. Jammer, maar er zijn veel ergere dingen, dat is duidelijk. Ik ben tussen de koeien waar ik woon, lekker muziek gaan draaien en veel gaan lezen. Ik ben stukjes voor de Volkskrant gaan schrijven. En sowieso elke dag twee setjes tennissen. En dan in de namiddag eens kijken welke afhaal ik nog niet geprobeerd had.”

Waren er momenten dat u voor één keer DWDD had willen maken?

“Ik kan heel goed zonder, merk ik. Alleen na het overlijden van Maradona jeukten mijn vingers weer eens ouderwets. Toen ik het droeve nieuws hoorde en al helemaal toen ik ergens tegen middernacht de tv uitdeed. Dat tv-saluut kon origineler en koninklijker. De beste commentaren kwamen van de oud-voetballers die toevallig al klaar zaten voor hun Champions League-analyse van die avond; Marco van Basten, Wim Kieft en René van der Gijp. Maar bij de talkshows was de fantasie blijkbaar op die dag. ‘Life is life’ en ‘de hand van God’ tot je er tureluurs van werd...”

Hebt u na vijftien jaar DWDD ook ergens een dipje gekend?

“Had gekund, je weet het tenslotte nooit helemaal zeker. Maar ik was vrij en blij. En in de verre verte lonkte een fonkelnieuw programma, ik had iets om zachtjes over te mijmeren.”

Wat is uw dierbaarste herinnering aan DWDD?

“Onmogelijke vraag. Laat ik me tot het laatste seizoen beperken. Ik denk nog vaak aan André van Duin die in de coronastille studio ‘La Bohème’ van Aznavour voor mij zong. Door André voor mij vertaald. Daar kwam veel samen. Ineens was mijn lieve moeder er weer bij. Zij was gek op Aznavour en André van Duin. Aan haar hand ging ik als klein jongetje in Theater Gooiland naar de revue, met z’n tweetjes. En dan lachten we ons helemaal slap. Die lach van mijn moeder mis ik het meest in mijn leven. En daar zat ik dan ineens. Met de reuzen André en Charles aan tafel. En Marc-Marie, natuurlijk. Ik kan op je vraag trouwens ook antwoorden: alle vrijdagen met Marc-Marie naast me.”

Matthijs van Nieuwkerk: ‘Ik merk van 60 nog niet zo veel. Een paar keer per week een stukje rennen houdt me rechtovereind.’Beeld ANP

Wat maakt Marc-Marie Huijbregts zo bijzonder?

“Daar kan ik veel antwoorden op geven, maar boven alles vind ik Marc-Marie wijs. Bondiger kan ik het niet onder woorden brengen. Mijn vrouw en ik zijn al vanaf het tweede seizoen van DWDD na onze vrijdaguitzending samen met Marc-Marie in een vast restaurant uit eten gegaan. Een lieve vriend is het geworden. We hebben op die avonden zo ontzettend gelachen. Hij neemt mij graag in de maling en ik laat me gek genoeg graag door hem in de maling nemen.”

In september werd u 60 jaar. Was dat een dingetje?

“We zouden het met ons gezin vieren in restaurant Bofinger in Parijs, maar het werd een gezellige middag in de Achterhoek. Ik merk van 60 nog niet zo veel, eerlijk gezegd. Een hoge bal uit de lucht in een keer met een hoog uitgestrekte rechtervoet doorpassen naar de linksbuiten gaat minder elegant, maar een paar keer per week een stukje rennen houdt me rechtovereind.”

U werd behalve 60 ook opa van een kleinzoon.

“Frenkie! Ik zit als opa nog in mijn wittebroodsweken, dus ik laat het hierbij, want ik kraam te pas en te onpas de krankzinnigste liefdesverklaringen uit, heb ik begrepen.”

Wat kunt u vertellen over uw nieuwe programma Matthijs gaat door?

“We hebben een maand geleden alles weggegooid. We hoopten toch nog lang op een coranaluwe of -loze periode en op vierhonderd mensen gedistanced publiek. Een kleine tv-arena. Daar had ik zin in en plannen mee. Daar was het me eigenlijk allemaal om begonnen. Maar om een fonkelnieuw tv-theater te openen zonder publiek, vond ik een zwaktebod. Kijk, als DWDD op dinsdag hoort dat er woensdag geen publiek mag komen, begrijpt de kijker alles. Maar wij zijn nieuw, wij moeten slim op deze schrale werkelijkheid inspelen. Dat hebben we denk ik gedaan.”

Tot slot: ben ik de eerste interviewer die niet over uw salaris begint?

“Je hebt de finish net niet gehaald! Maar ik begrijp je. Ik weet zeker dat mijn naam in de oudejaarsconferences van dit jaar niet zal vallen. En dat is alweer een tijdje geleden. Lekker rustig.”

Matthijs gaat door, zaterdag  om 21u35 op NPO 1.