Waar nu de Helihavenlaan loopt, lagen vroeger sporen.
Alexander Dumarey

Baanbrekende plekken: de plaats waar onze trein- en luchtvaart­geschiedenis en de vluchtelingen­crisis samenkomen

In de reeks "Baanbrekende plekken" ontdekken VRT-journalist Jos Vandervelden en fotograaf Alexander Dumarey de plaatsen waar ooit nieuwe tijden werden ingeluid. Maar waar de sporen van de geschiedenis zo goed als weggevaagd zijn en voorbijgangers niet beseffen dat ze geschiedenis onder hun voeten hebben. Vandaag: drie keer schreef de Brusselse Groendreef geschiedenis.

De klok rond raast het stadsleven door de buurten rond de Groendreef in het noorden van Brussel, tussen Schaarbeek en Laken. De stilte werd er precies op 5 mei 1835 voor altijd verbannen. Wat toen gebeurde, kan vergeleken worden met de bevrijdingsfeesten of de intocht van de Rode Duivels in Brussel. Duizenden vurige Brusselaars verzamelden zich rond de Groendreef om een glimp op te vangen van de eerste treinrit in België, van de nog nieuwe koning Leopold I en van George Stephenson, de Engelse bouwer van de eerste bruikbare stoomlocomotief. Ze hingen in bomen, kropen op daken of renden naast de nieuwe spoorweg. Naast de Pijl, de Stephenson en de Olifant, de eerste drie treinen die uit het station van Groendreef vertrokken, richting Mechelen.

De Groendreef in 1825

De promenade van de Brusselse burgerij

Groendreef was het eerste station op het Europese continent. Meer dan een houten optrek met een loket voor de kaartjescontroleur was het in 1835 niet. Belgische ingenieurs hadden de Groendreef uitgekozen omdat de plek dicht bij de stad Brussel lag en naast het kaarsrechte Kanaal van Willebroek. De Groendreef dankt haar naam aan de laan met bomen langs het kanaal, een waterweg die nog helemaal tussen de open velden lag.

Het Kanaal van Willebroek werd gegraven in de zestiende eeuw. De dijken waren paden die dienden voor de scheepstrekkers, mannen die manueel trekschuiten langs de oevers voorttrokken. De kilometerslange bomenrij langs het kanaal trok een ander soort volk. Zo werd de Groendreef populair als promenade voor de Brusselse burgerij. Nadat Napoleon er in 1803 zijn intrede had gemaakt op een wit schimmelpaard werd de lommerrijke dreef helemaal mondain. De Groendreef werd verbreed en kreeg aparte vakken voor wandelaars, ruiters en koetsen. Herbergen en eetgelegenheden bedienden het zondagse volk op zijn wenken.

Station Groendreef omstreeks 1950

Getooid in de Belgische driekleur

Er was dus geen hippere plek mogelijk om de toekomst van het land België te introduceren. De nieuwe staat had zich nog maar enkele jaren met veel moeite afgescheurd van Nederland. De Nederlandse rivieren waren nog steeds niet toegankelijk voor Belgische schepen, wat de prille industrialisering pijn deed. Het stimuleerde de nieuwe regering om te lonken naar Engeland, dat met succes een spoorwegverbinding had gelanceerd om de kostbare steenkool te vervoeren. Ook in Leopold I hadden de Engelsen een fervente aanhanger.

Alles werd uit de kast gehaald om de trein met grote middelen te lanceren op 5 mei 1835. De koning en George Stephenson zagen drie treinen vertrekken in konvooi, in totaal 30 rijtuigen getooid in de Belgische driekleur en met plaats voor 900 passagiers. Het traject naar Mechelen van 22 kilometer duurde een klein uur en verliep vlekkeloos. De koning mocht om veiligheidsredenen niet meerijden. Lang is beweerd dat hij desondanks incognito is opgestapt, maar daar is nooit een bewijs voor gevonden.

De Groendreef vandaag
Alexander Dumarey

De trein was in België met succes gelanceerd. In de volgende maanden zouden meer dan 100.000 passagiers worden vervoerd. Tickets gingen voor veel geld van de hand op de zwarte markt. Het eerste passagierstraject tussen Brussel en Mechelen was een feit. Het vervolg zou vooral een netwerk van goederenvervoer tussen de havens en de industriebekkens worden. De Groendreef werd intussen uitgebouwd als kopstation met een groot houten stationsgebouw voor passagiers en een douaneloods. Maar al in 1841 werd het station te klein bevonden. De spoorlijn werd afgebogen naar het Rogierplein waar meer ruimte was voor een nieuw en groot station. De eerste stenen van wat later Brussel-Noord ging heten, werden gelegd. 

De lucht in

Groendreef zou uiteindelijk niet het centrum van de Brusselse spoorwegen worden.Het bleef vooral dienst doen als goederenstation. Op 16 januari 1954 eindigde het verhaal. Precies om middernacht deden de haltechef en de stationschef van Brussel-Noord de stationsdeuren definitief op slot. In een compleet verlaten stationsgebouw werd ongemerkt 120 jaar spoorgeschiedenis opgeborgen.

Bekijk hieronder beelden uit 1954 over de sluiting van station Groendreef

Videospeler inladen...

Als mondaine straat had de Groendreef al veel eerder haar aantrekkingskracht verloren. Fabrieken en woonwijken hadden zich verzameld rond kanaal en spoor. De burgerij had alternatieve trekpleisters gevonden op de fonkelnieuwe ringlanen, de Louizalaan of het Ter Kamerenbos.

De oude stationsgebouwen van Groendreef maakten in de jaren vijftig plaats voor, opnieuw, een stuk transportgeschiedenis. Helikopters waren het nieuwste snufje. Brussel zag het groots en bouwde in 1953 samen met Sabena een helihaven, op de plek van de overbodige stationsgebouwen. De oude spoorweg werd geasfalteerd tot de Helihavenlaan. Helikopterontwerper Igor Sikorsky kon tijdens de opening zelf aanschouwen hoe Brussel helikopters tot dicht in de stad een landingsplaats gaf. De helihaven beleefde haar hoogtepunt tijdens Expo 58, maar in 1965 werd ze alweer gesloten. 

De helihaven

Vluchtelingencrisis

De terreinen langs de Groendreef kregen nog maar eens een nieuwe bestemming met de bouw van enkele woonblokken, bedrijven en scholen, maar ook met stadsgroen in de vorm van het Maximiliaanpark. Waarna de geschiedenis nogmaals voorbijkwam. Precies dit park kreeg de laatste jaren onbedoeld opnieuw te maken met een vorm van transport. Vluchtelingen en transmigranten trokken er tijdens de vluchtelingencrisis een gecontesteerd kamp op.

Waar nu de Helihavenlaan loopt, lagen vroeger sporen. Het station was aan de linkerkant, de goederendepots aan de rechterkant.
Alexander Dumarey

Van het oude station is vandaag geen spoor meer. Het moet gelegen hebben waar de Helihavenlaan de Kinderboerderij in het Maximiliaanpark passeert. De Groendreef heeft haar naam kunnen behouden hoewel ze werd ingekort voor de aanleg van het Maximiliaanpark. Ze is grotendeels ontdubbeld met de N201. Groen is er nog, maar niet het soort dat uitnodigt tot een zondagswandeling.

Het enige tastbare relict van de spoorgeschiedenis rond Groendreef ligt langs de Antwerpse Steenweg. Na de afbuiging van de spoorweg naar het Noordstation in 1840 kruiste de spoorweg de voor die tijd drukke Antwerpsesteenweg. Er kwam een overweg met bareel en een permanent bemand wachthuis, aanvankelijk in hout, vanaf vermoedelijk 1870 in steen. Het wachthuis ligt er nog steeds. Het werd in 2010 beschermd omwille van historische en esthetische waarde door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Jaren lag het er beklagenswaardig bij, maar intussen is de renovatie van start gegaan.

Het wachthuis bij de  voormalige overweg
Alexander Dumarey

Volg onze fotograaf op Instagram

Meest gelezen