© RAFC Media

Golden Hour met Lior Refaelov: vragenuurtje met de Gouden Schoen van Antwerp

Golden Hour met Lior Refaelov. Een halve dag na de festiviteiten ging de kersverse Gouden Schoen zitten voor een vragenuurtje met de Antwerp-fans. Via de socialemediakanalen kreeg de Great Old honderden inzendingen toegestuurd. Zoals: wie is jouw barbier?, wat is jouw favoriete Israëlische gerecht? en hét dilemma: de Europa League of de landstitel winnen met Antwerp? Volgende selectie haalde uiteindelijk de Facebook Live.

Diederik Geypen

De uitzending begon met de mooiste seizoensfragmenten van Refaelov tot dusver, waaronder natuurlijk zijn winnende doelpunt in de bekerfinale en zijn goal tegen Tottenham. Nadien passeerden nog wat felicitaties over het scherm. Van voorzitter Paul Gheysens, General Manager Sven Jaecques en Refaelovs oudste kinderen, zoontje Adrian en dochtertje Mia. Vooral die laatste boodschap kwam binnen bij de familieman. “Ze hadden me vooraf gewaarschuwd: ‘Als je die Gouden Schoen niet mee naar huis neemt, hoef je ons niet wakker te maken om naar school te gaan.’ (lacht) Gelukkig had ik de trofee bij, en konden ze met de nodige trots richting de leraar en hun klasgenootjes.”

Na de loftuitingen volgde uiteindelijk de vragenronde. Bekende supporters als Tourist LeMC, de advocatenbroers Souidi en politica Annick De Ridder kregen het woord, net als enkele doorsnee fans. Een overzicht van de markantste thema’s:

Ga je voortaan met gouden voetbalschoenen spelen?

“Dat wordt een beetje moeilijk, want ik heb er geen. (lacht) Let’s keep it simple. De golden touch is belangrijker.”

Wie is jouw barbier?

“Viktor, een bekende barbier die ook grote fan is van Antwerp. Hij zit namelijk in de harde kern. Ik leerde hem kennen toen ik voor Antwerp kwam spelen. Viktor doet zijn werk uitstekend, in die mate dat ook enkele ploegmaats intussen bij hem langsgaan. Ik wil hem bedanken voor alles dat hij voor ons doet, zélfs in Covidtijden.”

Was de wedstrijd in Kortrijk, waar je op de bank begon, inviel en uiteindelijk matchwinnaar werd, een gamechanger voor jou?

“Om eerlijk te zijn: Ivan (Leko, red.) sprak er mij over aan voor de wedstrijd. Hij wilde met meer power en lange ballen spelen. Ik aanvaardde zijn uitleg, want ik wist dat mijn tijd nog zou komen. Aan de rust mocht ik invallen, en in zware omstandigheden, een slecht veld en veel wind, scoorde ik uiteindelijk met die vrije trap. Vanaf toen hebben we een reeks neergezet en liep voor mij alles op wieltjes.”

 ©  BELGA

Je wordt in april 35. Denk je al aan het einde van jouw carrière?

“Neen, nog lang niet. Ik voel nog genoeg energie en ambitie om doelen na te jagen. Ik wil deel blijven uitmaken van deze club en samen successen boeken.”

Een dilemma: de Europa League winnen tegen Maccabi Tel Aviv of de Belgische landstitel na een duel tegen Club Brugge?

“Een Europese beker pakken is misschien niet realistisch. Doe dus maar de landstitel. Dit seizoen is die ambitie mogelijk nog te hoog gegrepen, al weet je maar nooit. Het seizoen duurt nog lang, en alles in deze club groeit zo gigantisch snel.”

Wat is jouw favoriete Israëlische gerecht?

“Goh, ik heb er zoveel. De Israëlische keuken is rijk aan smaken. Van hummus ben ik bijvoorbeeld een grote fan. Ook in Antwerpen heb je heel wat goeie restaurants. Zal ik eens wat vertellen. Toen ik tweeënhalf jaar geleden Club Brugge inruilde voor Antwerp, stond ik eigenlijk op het punt om bij Standard te tekenen. Antwerp was namelijk nog niet zo lang geleden gepromoveerd, en ik wilde naar een club die om het kampioenschap streed. Enkele dagen voordien had ik echter een onderhoud met Luciano D’Onofrio en Sven Jaecques. Die ene meeting heeft me over de streep getrokken, omdat ik me hier thuis voelde. De stad Antwerpen heeft me geholpen om voor Antwerp te kiezen.”

Wie was als kind jouw grote idool?

“Zinedine Zidane zag ik, in zijn centrale rol bij Real Madrid, heel graag spelen. En Ronaldinho toen die naar Barcelona trok, al was ik toen al wat ouder.”

Mis je de sfeer in het stadion, dat is tenslotte de reden waarom je op het veld stapt, of zeg je: I don’t care?

“Duidelijk het eerste. Ik mis de fans énorm, en niet alleen vanwege de atmosfeer. Ook omwille van hun impact op de match, op ons en de tegenstander, de scheidsrechter, … Zelfs wanneer de Bosuil opnieuw voor amper één derde gevuld zou zijn, zou ik een gelukkig man zijn. Ik wil de vibe van de achterban voelen.”