Direct naar artikelinhoud
AchtergrondMoeders voor Moeders

Waarom Moeders voor Moeders vrouwen nog liever buiten laat staan dan hoofddoeken toe te laten

Katrin Beyer van Moeders voor Moeders: 'Meer dan een kwart van onze groep zijn moslima’s, we willen een wij-versus-zij-gevoel vermijden.'Beeld Wouter Van Vaerenbergh

De Antwerpse armoedeorganisatie Moeders voor Moeders helpt nog liever haar cliënteel buiten op straat dan dat ze de uitspraak van een rechter volgt en vrouwen met hoofddoek binnenlaat. Waar staat deze organisatie voor, die al sinds de jaren ’90 met klachten wegens discriminatie kampt?

Medewerkers van de Antwerpse vzw Moeders voor Moeders delen paraplu’s uit aan de mensen die op straat moeten wachten op hun voedselpakket. “Met dank aan Unia”, staat er ironisch te lezen op een papier tegen de ruit. 

Begin deze maand werd de vzw veroordeeld door de rechtbank van eerste aanleg. De zaak was aangespannen door Unia, waar twee jaar eerder een melding binnenliep van een hulpbehoevende moeder. Die had bij Moeders voor Moeders te horen gekregen dat ze haar hoofddoek moest afzetten als ze toegang wou krijgen tot bepaalde delen van het gebouw. 

Sinds 1996 al hanteert de vzw een hoofddoekenverbod in haar dagzaal, waar ze ook enkele belangrijke diensten aanbiedt. Zo is er de resto-bébé, waar de allerkleinsten tweemaal per week een badje en een warme maaltijd krijgen, er is ook een cafetaria waar moeders iets kunnen eten of drinken tijdens het wachten op het hulppakket, een kapsalon en bij dringende gevallen kan een dokter worden opgeroepen. 

Volgens het vonnis krijgen vrouwen alleen toegang als ze geen hoofddoek dragen. Voor de oprichters van Moeders Voor Moeders is dat geen discriminatie. Integendeel zelfs, de maatregel is net ingevoerd om een zo divers mogelijke doelgroep te bedienen. 

“In 1996 merkten we dat vrouwen zonder migratieachtergrond afhaakten, omdat ze zich niet meer thuis voelden”, zegt Katrin Beyer van Moeders voor Moeders. “We willen die vrouwen blijven bereiken en erover waken dat we zo’n divers mogelijke groep bedienen. Meer dan een kwart van onze groep zijn moslima’s, dus we weren zeker geen moslima’s, maar wat we willen vermijden is een wij-versus-zij-gevoel. De hoofddoek creëert zo’n wij-zij-situatie.”

Directe discriminatie

De rechtbank oordeelt daar anders over. Het hoofddoekenverbod voor de hulpbehoevende moeders, dat ook geldt voor de begeleiders en de vrijwilligers, is een directe discriminatie op grond van geloof. De rechtbank verplicht de vzw om haar reglement aan te passen en vrouwen met hoofddoek volledige toegang te verlenen. Doet de vzw dat niet, dan staan er straffen op van 500 euro per overtreding. 

“Dat kunnen wij niet betalen, dus houden we ons gebouw voor iedereen dicht”, zegt Beyer. De organisatie evalueert nu de verdere werking en gaat in beroep tegen de beslissing, maar die procedure werkt in dit geval niet opschortend. 

Het hoofddoekenverbod is niet nieuw, het protest ertegen evenmin. Bij andere Antwerpse armoedeorganisaties kennen ze verschillende vrouwen die bij Moeders Voor Moeders om die reden zijn vertrokken. Rachida Bouhlib, een alleenstaande moeder die nu als vrijwilliger werkt bij de vzw Filet Divers, kwam acht jaar geleden met haar vier kinderen bij Moeders voor Moeders. 

“Het eerste wat ze zeiden was: kun je die hoofddoek uitdoen. Voor mij was dat een klap in het gezicht. Enkele jaren geleden ben ik nog eens naar die vzw geweest, voor een sinterklaasfeestje. Toen heb ik de hoofddoek uit gedaan, voor de kinderen. Sindsdien heb ik gezegd: daar ga ik nooit meer. Hoofddoek of niet, we moeten gelijk behandeld worden.”

De vzw Moeders voor Moeders ontkent dat haar sinterklaasfeestje enkel toegankelijk zou zijn zonder hoofddoek.  

Conservatieve banden?

Moeders voor Moeders is in 1992 in Borgerhout gestart met het verlenen van materiële hulp aan moeders en kinderen. Al vrij snel kwam het tot ideologische conflicten. Eind jaren ’90 liepen die zo hoog op dat 23 vrijwilligsters beslisten de vzw te verlaten en een proces aanspanden wegens ‘racistisch en discriminerend gedrag’, maar de zaak werd geseponeerd.

In 1996 kreeg vzw Moeders voor Moeders de Prijs voor Mensenrechten, maar vier jaar later noemde de Liga voor Mensenrechten de vzw ‘een blamage’ voor hun prijs. In 2000 stelde Moeders voor Moeders namelijk haar vondelingenschuif officieel voor, in aanwezigheid van Vlaams Blok-politica Alexandra Colen, bekend om haar anti-abortusstandpunten.  

“Zo is de vondelingenschuif meteen in het kamp van Vlaams Blok terechtgekomen en deed de linkerkant, de groenen en socialisten, het af als middeleeuws en mensonwaardig”, zegt Diane De Keyzer, die een boek uitbracht over vondelingen.

Moeders voor Moeders stelt al die jaren dat ze zich niet met politiek bezighouden. De band met Alexandra Colen is “oude koeien uit de gracht halen”. “Het enige wat ze heeft gedaan, is ons geholpen aan een advocaat familierecht.”

Die advocaat was de Bruggeling Pieter Huys, die ooit nog het ultraconservatieve tijdschrift Nucleus oprichtte, samen met Paul Beliën, de echtgenoot van Alexandra Colen. 

In 2007 was er opnieuw een relletje. Door een vergadering in Brussel kon toenmalig Antwerps burgemeester Patrick Janssens (sp.a) niet aanwezig zijn op een feestelijke opening van Moeders voor Moeders. Wel present was een delegatie kopstukken van het Vlaams Belang, onder wie Gerolf Annemans en Filip Dewinter. 

Ook nu is Vlaams Belang er als de kippen bij om steun te betuigen aan de vzw. Sam Van Rooy, Vlaams Belang-fractieleider in de Antwerpse gemeenteraad, kondigde aan om de gerechtskosten van 1.440 euro uit eigen zak te betalen, een aanbod dat de vzw heeft geweigerd. 

“Wij doen niet aan politiek”, zegt Beyer. “Onze ideologie is arme mensen helpen. Een hoofddoekenverbod is politiek zegt u? Nee, het is een kwestie van gezond verstand.”