Direct naar artikelinhoud
Essay

Van Big Brother tot Kaat Bollen: wanneer houdt dat oordelen over vrouwenlijven nu eens op?

Van Big Brother tot Kaat Bollen: wanneer houdt dat oordelen over vrouwenlijven nu eens op?
Beeld Vijselaar en Sixma

In Big Brother douchte een vrouw in badpak en Kaat Bollen is, na kritiek op onder meer pikante foto’s van haarzelf, psycholoog af. Ook in 2021 zijn alle ogen weer op het vrouwelijk lichaam gericht. Wanneer houdt dat nu eindelijk eens op?

We zijn wakker geschud. Het gebeurt tegenwoordig haast elke ochtend. Soms spring ik kordaat uit bed, klaar om de wereld aan te pakken, soms blijf ik grommend liggen, wentel ik mezelf in de dekens en zie ik de realiteit als een burrito van ellende onder vermoeide ogen. Ik wéét het. Het is tijd. Alweer.

Elders staat een vrouw op. Ze wil douchen in de gezamenlijke badkamer, maar ziet dat de deurtjes van de cabines amper haar romp bedekken. Bovendien staan er nog eens camera’s op haar gericht. Ze doet een badpak aan voordat ze onder de warme straal stapt met de woorden: ‘Weet ge wat mannekes? Kust ze.’

Toegegeven, dat laatste denkt ze in stilte. Haar doen en laten wordt immers in primetime uitgezonden. Ze heeft een naam, Liese, en ze is een kandidaat in de recentste jaargang van Big Brother. Yep, Big Brother. Ikzelf viel ook aan nostalgie en verveling ten prooi en zat die eerste avond aan mijn scherm gekluisterd, al was het vooral om te zien wat een realityshow in de hoogdagen van social media nog kan betekenen.

Geen moment had ik verwacht naaktheid te zien, en als ik het had gezien, had ik er waarschijnlijk mijn schouders voor opgehaald. Ik heb een overbuur die zweert bij goedkope gordijnen. Toch moest het feit dat Liese een badpak aantrok druk door een panel van experts – presentatoren Geraldine Kemper en Peter Van de Veire, en psychologen Kas Stuyf en Lotte Vanwezemael – worden besproken. “Vrouwen schamen zich meer over hun lichaam”, zo klonk het luttele minuten na een fragment waarin ook mannelijke kandidaat Thomas in een T-shirt met lange mouwen besloot te douchen. “Ze hebben meer complexen.”

Is die observatie zelf absurd? Eigenlijk niet. Ik heb net duizenden euro’s neergeteld voor een tandheelkundige ingreep die zodanig esthetisch (en zo weinig medisch noodzakelijk was) dat ze mij bij de mutualiteit hebben uitgelachen tot hun mondmasker niet meer covidproof was.

Wij hebben wel degelijk complexen.

Maar die vaststelling wordt al te vaak als pasmunt gebruikt. We kopen make-up omdat we complexen hebben. We eten soyayoghurt omdat we complexen hebben. Ik weet op dit punt niet meer of ik pilates doe omdat ik het leuk vind, dan wel omdat het mijn hoekige hockeyspieren weer in soepele lijnen stretcht – en of het echt zo verkeerd zou zijn mocht dat laatste mijn drijfveer zijn.

Als we de aanmoedigingen van glossy’s moeten geloven, zijn we slaven van ons eigen slechte lichaamsbeeld, een lichaamsbeeld dat zij nota bene mee gecreëerd hebben. Hoe meer artikels ze schrijven over het feit dat we hiervan bevrijd moeten worden, hoe meer het een selffulfilling prophecy wordt. ‘We weten dat je vindt dat je teennagels verschrikkelijk zijn’, (wat?), ‘maar dit is waarom je moet stoppen met dat te denken!’ (Wacht! Wat is er mis met mijn teennagels?)

Complexen hebben, wordt zo haast een onderscheiding. Háát je jezelf wel genoeg om vrouw te zijn? En wil je bijgevolg wel hard genoeg werken en genoeg betalen om van die complexen af te raken?

Voor de glossy’s waren we jarenlang dikke, harige, lekkende, verfrommelde wezens met te grote poriën. Nu zijn we queens .Beeld Vijselaar en Sixma

Ik schreeuw in mijn kussen. Een slecht zelfbeeld en bijbehorende complexen zijn niet inherent aan vrouw-zijn, wel aan de maatschappij waarin de vrouw zich voortbeweegt. Onderzoek heeft al veelvuldig aangetoond wat voor een nefast effect media, dieetbedrijven en cosmeticacampagnes op onze eigenwaarde hebben. We worden van jongs af aan bestookt met boodschappen en beelden die ons doen geloven dat we niet goed genoeg zijn, niet dun genoeg, niet glad genoeg.

“We halen een groot deel van onze eigenwaarde en ons zelfbeeld uit vergelijkingen met anderen”, zegt Gudrun Hespel, psycholoog en personal trainer gespecialiseerd in zelfbeeld. “Vroeger vergeleken we ons met filmsterren of modellen in tijdschriften. We voelden ergens nog het verschil met onze leefwereld: zij hadden professionele kappers en ­Photoshop tot hun beschikking. Met de komst van sociale media zijn we onszelf met oud-klasgenootjes, met vrienden van vrienden, met échte mensen beginnen vergelijken. Die er met behulp van filters plots ook allemaal glad en stralend uitzagen.”

Hespel zegt dat we ons wel bewust zijn van die filters die ervoor zorgen dat het beeld waarmee we onszelf vergelijken niet realistisch is, maar dat zo veel mensen deze technologie gebruiken dat het ondertussen bijna het nieuwe normaal is geworden. Dat we onszélf daardoor op den duur ook bijna niet meer zonder filters op onze schermen zien. De Britse professor Isabelle Coy-Dibley (University of Westminster) bedacht daar de term digitized dysmorphia voor – en zegt dat de mogelijkheid tot het creëren van zogenaamd ‘perfecte’ digitale versies van onszelf ervoor heeft gezorgd dat we waarschijnlijk nog minder tevreden zijn met het echte exemplaar.

Kortsluiting

“Die stroom van perfecte, gemodificeerde lichamen zorgt er ook voor dat er strengere regels zijn voor hoe vrouwen er moeten uitzien, waardoor ze in het echt niet meer bloot durven te gaan”, zegt hoogleraar ­psychologie en ­onderzoeker van schoonheidsidealen Liesbeth Woertman (Universiteit Utrecht) in het tijdschrift HP/De Tijd.

“Tegelijkertijd vormen de richtlijnen van verschillende social media, zoals Instagram en Facebook, mee de bouwstenen voor ons eigen moreel kompas”, vult professor mediastudies Sofie Van Bauwel (UGent) aan. “Die social media zijn erop gericht om een zo groot mogelijke userbase tevreden te stellen, waardoor we ook morele codes meekrijgen van bijvoorbeeld Amerika, waar men heel wat preutser is dan hier. We zien dat ook in onderzoek bij jongeren terugkeren. De nieuwe preutsheid, noemt men dat. Al gaat het natuurlijk verder dan dat – want niet ieder naakt lichaam is hetzelfde voor die social media. Die codes zijn gegenderd – zo zijn mannentepels aanvaard, maar worden vrouwentepels gecensureerd – en bevatten een dubbele standaard die je vandaag ook in de maatschappij vertaald ziet.”

Is Liese gewoon een millennial die van sociale media heeft geleerd dat je tepels tonen een zonde is?

“Het is kort door de bocht om zoiets zonder context als preutsheid te labelen”, zegt Van Bauwel. “Jonge mensen weten vandaag de dag heel goed hoe (visuele) media werken en zijn bewust met hun eigen beeldvorming bezig. In dit geval lijkt ervoor kiezen om niet volledig naakt voor de camera’s te gaan staan eerder een vorm van controle over die eigen beeldvorming, dan van preutsheid.” Mensen zijn zich, sinds Betty zich twintig jaar geleden in volle glorie aan de Big Brother-camera’s toonde, ondertussen veel bewuster van de impact van beelden en reality-tv.

Het is vermoedelijk ook daarom dat Lieses social media op privé staan, iets wat ze bij de website Man Man bijzonder jammer vinden. Want, zo schrijven ze, “Liese is met voorsprong de mooiste kandidate van het hele seizoen, en ze houdt ervan om make-uplooks te maken, wat voor de kijkers extra prettig is.” Triomfantelijk kondigt de journalist op het einde van zijn ‘artikel’ aan dat hij lang heeft moeten zoeken, maar dat hij via het profiel van haar zus toch nog een bikinifoto van Liese gevonden heeft. Op het beeld zie je evenveel als wat Liese zelf in de douche liet zien, maar omdat haar blote schouders nu door iemand anders getoond worden, voelt het allicht meer bevredigend.

“Er is niets wat mensen oncomfortabeler maakt dan vrouwen die eigenaarschap nemen over hun lichaam en zelf beslissen wat ze ermee doen”, zegt therapeut en seksuoloog Kaat Bollen.

Kaat Bollen, seksuoloog: ‘Er is niets wat mensen oncomfortabeler maakt dan vrouwen die zelf beslissen wat ze met hun lichaam doen.’Beeld Vijselaar en Sixma

Ze is het voorbeeld van haar eigen betoog. Vorige week zag ze zich genoodzaakt om haar titel als psycholoog af te staan, omdat de tuchtraad van de psychologencommissie ook in beroep had geoordeeld dat onder meer een handvol foto’s in pikante lingerie en het online te koop aanbieden van seksspeeltjes de titel psycholoog onwaardig zouden zijn.

“Voor deze hele heisa had ik al eens op mijn Instagram geschreven dat vrouwen in deze maatschappij best wel hun lichaam mogen vieren, en dat ze ook hun kennis mogen etaleren, maar dat de combinatie van die twee nog steeds voor kortsluiting zorgt”, zegt Bollen. “We zitten vast in een eendimensionale visie. Je bent óf het ene, óf het andere. Je bent ofwel te veel, ofwel niet genoeg.”

Inhaalbeweging

Dit is paradoxaal genoeg ook waarom we niet kunnen ontsnappen aan het juk van uiterlijk vertoon. We weten dat het nooit goed genoeg zal zijn, maar toch blijven we ermee bezig, omdat de maatschappij ons keer op keer laat zien dat alles wat we met onze verpakking doen een statement is. Zelfs al doen we er helemaal niets mee. Studies hebben al herhaaldelijk aangetoond dat vrouwen harder dan mannen op hun uiterlijk worden afgerekend. Wanneer bijvoorbeeld vrouwelijke politici het spreekgestoelte nemen, moeten ze zich er eerst van vergewissen dat hun uiterlijk geen barrière vormt en niet afleidt van hun boodschap. Ze moeten ervoor zorgen dat ze er verzorgd uitzien, maar ook weer niet te verzorgd, want anders zijn ze ijdel. Vrouwelijk, maar niet te. Vriendelijk, maar niet te. Pas dan kunnen ze zich toeleggen op dat wat er eigenlijk toe zou moeten doen: datgene wat ze te zeggen hebben.

Natuurlijk zijn het niet alleen vrouwen (of zij die zich als dusdanig identificeren) die last hebben van maatschappelijke verwachtingen of heersende schoonheidsidealen. Recent onderzoek tekent op dat mannen aan een inhaalbeweging zijn begonnen. Jongens maken zich toenemende zorgen over hun lichaam, omdat ook zij onder invloed staan van wat ze op diverse social-mediakanalen te zien krijgen. Ze kunnen zich bovendien niet vinden in wat de maatschappij ooit bepaald heeft wat ‘mannelijk’ is. Dat ze hun gevoelens niet mogen tonen bijvoorbeeld, een rots in de branding en een dekhengst in bed moeten zijn.

Toch zijn het vooral vrouwen die al decennialang door middel van schoonheidsidealen klein worden gehouden. ‘Hoe meer wettelijke en materiële hindernissen vrouwen nemen, hoe strikter, zwaarder en wreder de schoonheidsidealen zijn geworden die op vrouwen geprojecteerd worden’, schrijft de Amerikaanse feministische schrijfster Naomi Wolf in The Beauty Myth (De zoete leugen, of de mythe van de schoonheid, 1990). ‘De afgelopen tien jaar hebben vrouwen het glazen plafond doorbroken, maar ondertussen zitten eetstoornissen in stijgende lijn en is cosmetische chirurgie de snelst groeiende medische specialiteit.’ We mogen intussen wel een carrière hebben, boss ladies die we zijn, maar we mogen niet vergeten dat we – terwijl we voor hetzelfde loon harder moeten werken dan onze mannelijke collega’s – er ook goed moeten uitzien terwijl we de wereld veroveren. Maar niet té goed. Benaderbaar en vriendelijk. Maar zeker niet te uitnodigend.

Verwarrend

Alsof dat al niet vermoeiend genoeg is, moeten we er tegenwoordig niet alleen voor zorgen dat de buitenwereld ons uiterlijk kan omhelzen, we moeten dat ook zélf kunnen. In de kern pleit de body-positivitybeweging voor een bredere inclusie van mensen die binnen de heersende schoonheidsidealen onzichtbaar werden gemaakt. Van mensen met een maatje meer, zeker, maar ook bijvoorbeeld van transgenderpersonen, van mensen met een ziekte of een handicap, van mensen met een grote neus, met een gekleurde huid, met een huid die littekens of oneffenheden vertoont. Muffe maat- en mantelpakken in de media en de cosmeticasector zagen dat er iets onder de bevolking borrelde, sloegen er hun klauwen in en vertaalden het geheel naar ‘meisjes met een dikke poep, en o ja soms ook iemand donker’.

Na jarenlange bombardementen met slogans dat we dikke, harige, lekkende, verfrommelde wezens met te grote poriën zijn, begon men ons terug te roepen, omdat de magazines en merken die zich ten koste van ons slechte zelfbeeld verrijken zich ook wel realiseerden dat er geen geld aan ons te verdienen valt wanneer we denken dat we goed zijn zoals we zijn. ‘Hoi! Ik meende dat niet van die rimpels. Prachtig ben je! Kom. Probeer onze dagcrème. Queen!!!!!’

Het is verwarrend. Het is toxic. En het zorgde er allerminst voor dat we onszelf liever zijn beginnen zien, al vond er in mijn hoofd wel degelijk een verandering plaats. Wanneer ik voor de spiegel in mijn vetrolletjes knijp, ben ik niet meer boos omdat ik ze heb. Ik ben boos omdat ik wou dat ik ze niet had. Dat ik mezelf nog steeds niet mooi voel. En dat dat voelt als een persoonlijk falen.

“Een breder idee van wat schoonheid omhelst is noodzakelijk en positief, maar het is een tweesnijdend zwaard”, betoogt de Amerikaanse journaliste Jia Tolentino in haar essayverzameling Trick Mirror (Spiegeldoolhof, 2019). “Het bevestigt nog steeds de idee dat schoonheid ontzettend belangrijk is. De veronderstelling van bodypositivity is dat het van politiek belang is dat iedereen zich nog mooi(er)kan voelen, terwijl we nooit hebben stilgestaan bij hoe we de situatie kunnen de-escaleren, bij hoe we schoonheid juist minder belangrijk kunnen maken.”

Sinds een jaar of twee wordt dan ook van bodyneutrality gesproken – op fluistertoon, voor ook dát weer kapotgemarket wordt. De essentie van bodyneutrality is dat je neutraal bent over je lichaam. Je kunt gewoon bestaan, je de ene dag positief, en je de andere dag negatief voelen over je lijf, zonder dat je je over een van beide gedachten schuldig hoeft te voelen. “Denk aan alle breinruimte die er zou vrijkomen als vrouwen wat minder met hun onzekerheden en uiterlijk bezig zouden zijn”, schrijft mediamaker en auteur van het boek De naakte waarheid Jozefien Daelemans. “Voor mij gaat het over al dat verloren potentieel. De energie die we nu stoppen in de complexen over ons uiterlijk, zouden we kunnen gebruiken voor onze carrières en relaties, voor het schrijven van boeken, of om de wereld te redden.”

Knuffels en slutdrops

Voor alle duidelijkheid: bodyneutrality gaat niet over het niet nadenken over je lichaam, maar over het vasthangen van een waardeoordeel aan dat lichaam.

“Het is juist van groot belang dat we weer met ons lichaam in contact komen”, zegt Bollen. “Van kleins af aan worden jonge meisjes die zichzelf tussen hun benen aanraken op de vingers getikt, waardoor ze een verkeerde relatie met hun lichaam krijgen, met hun geslachtsdeel of met hun seksueel genot.”

Heel wat vrouwen weten nog steeds niet wat het verschil is tussen de vagina en de vulva, zijn vies van tampons zonder inbrenghuls en zijn beschaamd om met hun huisarts over intieme problemen te praten. Maar die disconnectie gaat verder dan het seksuele, zegt Bollen. “We vergeten te luisteren. Ik zie in mijn praktijk bijvoorbeeld cliënten die de eerste, lichamelijke symptomen van een burn-out negeren, omdat ze niet gewoon zijn om daar rekening mee te houden.”

Jozefien Daelemans, auteur ‘De naakte waarheid’: ‘Denk aan alle breinruimte die er zou vrijkomen als vrouwen minder met hun onzekerheden bezig zouden zijn.’Beeld Vijselaar en Sixma

Hespel beaamt dat. “We zijn zo gewoon om te luisteren naar de mening van anderen, om ons te richten naar wat de maatschappij van ons verwacht, dat we die connectie met onszelf verloren zijn. Er zijn bijvoorbeeld amper mensen die nog weten hoe honger aanvoelt, omdat ze hun eetpatroon volledig volgens regeltjes hebben vastgelegd. Dat is jammer, want ons lichaam heeft een belangrijke signaalfunctie voor allerlei onderliggende problemen. Als je naar je lichaam luistert – wat in het begin niet gemakkelijk is, maar je kunt het leren – zul je op den duur automatisch de juiste keuzes voor dat lichaam maken. Maar net zoals de maatschappij ons lichaam heeft geobjectiveerd, hebben we dat bij onszelf ook gedaan. Ons lijf is voor velen iets wat in cijfers kan worden gevat, iets kneedbaars, iets wat buiten onszelf staat en enkel maar dient om te verbeteren.”

Billie Eilish

Ik doe mijn ogen dicht en focus op mezelf, op datgene wat de dieet- en cosmetica-industrie nooit als een geheel heeft gezien, maar als een verzameling probleemzones. Ik schraap mijn moed en lijf en leden bij elkaar en houd het trillend een megafoon voor. Dit is belangrijk. Dit is mijn kans. Zes blanco pagina’s! ‘Gast, ik weet het ook efkes niet’, klinkt mijn stem vanonder de hoop dekens, het fort waarvan ik zo graag wou dat mijn lijf er zélf een kon zijn.

Ik wil dat mijn lichaam een tank is, een thuis, een transformerpak dat ik bestuur, waarmee ik mijn vrienden knuffel en door de woonkamer dans. Lillend vlees en slutdrops. Ik wil mijn lichaam zien als een verzameling van cellen die ik moet voeden zodat het blijft functioneren, als een potentiële verspreider van ziektes zelfs, maar ik wil niet meer moeten nadenken of ik oké ben. Of wat ik doe juist is, of juist contraproductief voor de beweging van vrouwen waarvan je op elk moment tot spreekbuis kan worden gebombardeerd.

Ik wil mijn lichaam decoreren als een kerstboom en achteraf datzelfde lijf op het marktplein verbranden omdat ik mezelf op iemands Instagram-story heb gezien, zonder te moeten achterhalen of het nu kapitalisme of het patriarchaat is dat me hiertoe drijft.

Misschien is het stiften van mijn lippen wel een radicale daad in een maatschappij die het uiterlijk tot onze belangrijkste, maar tegelijk ook frivoolste – en dus inferieure – bezigheid heeft herleid?

Het zou immers bijzonder vrouwonvriendelijk zijn om ervan uit te gaan dat vrouwen louter passieve slachtoffers van deze systemen zijn. De Amerikaanse cultuurhistoricus Kathy Davis schrijft in haar boek Reshaping the Female Body (1995) dat vrouwen zich wel degelijk bewust zijn van hun eigen onderdrukking maar dat ze er doorheen kunnen kijken, ook wanneer het lijkt alsof ze erin mee gaan. “Vrouwen zijn actieve actoren die hun eigen beslissingen over hun lichaam nemen en hoe ze dat lichaam naar de wereld portretteren, zelfs als die beslissingen op een beperkt aantal mogelijkheden gebaseerd zijn.”

Zo ging popster Billie Eilish op het podium jarenlang in vormeloze shirts gekleed omdat ze mensen niet de kans wilde geven om opmerkingen over haar lichaam te maken. Toen er echter privéfoto’s verschenen van de tiener in een topje waarin haar vormen wel te zien waren, kreeg ze de wind van voren. Ze vertaalde die complexe gevoelens in een korte film die ze in mei op het publiek losliet. “If I wear what is comfortable, I am not a woman. If I shed the layers, I’m a slut. Though you’ve never seen my body, you still judge it and judge me for it. Why?”, aldus Eilish in de clip die toepasselijk ‘Not My Responsibility’ heet.

Wat vrouwen met hun lichaam doen – het bedekken of het tonen – is in principe hun eigen zaak. Maar ze kunnen er op ieder moment voor veroordeeld worden. Dat zorgt ervoor dat je lichaam omarmen geen vrijheid, maar verantwoordelijkheid behelst. Ik mag me er immers nog zo neutraal over voelen, de wereld waarin die zogezegd neutrale lijven zich voortbewegen is niet neutraal.

“Onze lichamen worden constant beoordeeld, van labels voorzien en op basis van vooroordelen in hokjes geplaatst – niet omdat we ons zelf slecht voelen over onze lichamen, maar omdat anderen onze lichamen slecht behandelen”, zegt Aubrey Gordon, een schrijfster die tot voor kort publiceerde onder het pseudoniem ‘Your Fat Friend’, maar die haar identiteit enkele weken geleden onthulde omdat ze niet wilde dat mensen haar teksten met eventuele vooroordelen over haar uiterlijk verbonden.

De discriminatie die dikke mensen ervaren wanneer hun dokters zeggen dat ze eerst gewicht moeten verliezen voor hun medische klachten serieus genomen kunnen worden, of die donkere mensen ervaren op de arbeidsmarkt en de huizenmarkt, of die mensen ervaren wanneer ze er niet genderconform uitzien, en de verschillende behandelingen die vrouwen afhankelijk van hun kleding ervaren wanneer ze klacht indienen tegen ver- krachting, ontstaat niet omdat die mensen zélf op een bepaalde manier over hun uiterlijke kenmerken denken, maar juist omdat ándere mensen dat doen. “We moeten onze mindset niet veranderen, we zouden de systemen moeten aanpakken. In plaats daarvan legt bodyneutrality de oplossing om met deze complexe, systemische krachten om te gaan opnieuw bij onszelf”, zegt Gordon.

Waanbeeld

Ze heeft gelijk. Natuurlijk heeft ze gelijk. Maar hoe moet ik in godsnaam een systeem verwerpen dat me 33 jaar lang gekneed heeft? Ik ben moe. Ik ben wit, ik ben dun, ik voel me niet verraden door mijn vrouwelijke vormen. Dat zelfs ík door het figuurlijke gewicht van mijn eigen lichaam verlamd ben, voelt verwend - al is het misschien eerder veelbetekenend. Ik weet het niet meer. En ik wil me niet schuldig voelen omdat ik even niet wil nadenken over die dingen. Over alle dingen. Ik wil gewoon in alle rust zíjn.

Maar dat is een illusie, een waanbeeld. Omdat het lichaam van vrouwen, en dat wat vrouwen met hun lichaam doen, een oorlogsterrein is waarop iedereen denkt zijn ding te kunnen doen. Politici die boven onze hoofden wetten stemmen, roofdieren die grijpen, bedrijven die graaien, medemensen die oordelen.

Dat is de realiteit waarvoor ik me zelfs onder mijn dons niet kan verstoppen. De realiteit waaraan ik nooit zal kunnen ontsnappen omdat ik een lichaam heb. De realiteit waarin zoveel mensen dagelijks wakker worden, leven, bestaan en die we proberen te doorploeteren, aanklagen en veranderen, tot we erbij neervallen. Hopelijk met onze benen kuis gesloten.

Liese had het niet goed, of zelfs maar onopgemerkt kunnen doen. Alleen al het feit dát ze zich doucht – of juist niet doucht – was voer voor discussie geweest. Hoe ze doucht blijkbaar nog meer. Ervan uitgaan dat Liese die keuze maakt voor ons of door ons, de kijkers – de mensen die haar zouden (kunnen) beoordelen – bewijst dat. Dat die keuze vervolgens uitgebreid moest worden besproken, tijdens de show of hier in de krant, bewijst dat nog meer. Liese weet zelf waarom ze een badpak heeft aangetrokken, het zijn de waarnemers die met de vragen achterblijven. Big Brother ziet alles, maar Big Brother weet eigenlijk van niets, behalve dat wat de kandidaten kiezen om te delen. En dat is bezwaarlijk reality te noemen.

Hooguit een koude douche.