Direct naar artikelinhoud
InterviewDe Vragen van Proust

Chrostin: ‘Ik schaam me dat ik vroeger zo wit wilde zijn’

Chrostin: ‘Ik schaam me dat ik vroeger zo wit wilde zijn’
Beeld © Stefaan Temmerman

Schrijver Marcel Proust beantwoordde ze ooit in een vriendenboekje, nu geeft De Morgen er een eigenzinnige draai aan. Tweeëntwintig directe vragen, evenveel openhartige antwoorden. Vandaag: Christina De Witte (24), aka illustrator Chrostin. Wie is zij in het diepst van haar gedachten?

1. Hoe oud voelt u zich?

“Exact mijn leeftijd. Ik voel me jong, ik voel me 24. Of nee, ik voel me 23. Ik heb vorig jaar door corona mijn verjaardag niet kunnen vieren, dus dat telt niet. Ik ben 23, voilà.”

2. Wat vindt u een kenmerkende eigenschap van uzelf?

“Ik vind mezelf vrij empathisch. Soms iets te veel. Toen ik nog voor Flair interviewde, was ik na elk gesprek op. Ik nam wat mensen tegen me zeiden volledig in me op. Als iemand mij een belangrijk of triest verhaal vertelde, kon ik dat niet loslaten. Ik sliep niet meer, had superveel stress. Met mijn eigen werk heb ik dat niet. Als het af is, is het out there, en klaar. Ik ben dus blij dat ik beslist heb om me opnieuw alleen op mijn passie te focussen.”

BIO • illustratrice en cartooniste • 24 jaar, geboren en getogen in Mechelen; heeft Thaise roots • studeerde communicatie en media aan de Erasmus­hogeschool in Brussel • bekend geworden door haar cartoon Chrostin • in 2018 kwam in de VS haar eerste boek uit: The Ultimate Survival Guide to Being a Girl, in het Nederlands vertaald als Sommige meisjes houden niet van roze • bracht de postkaartenbox ‘Sluwe vissen dragen leuke hoedjes’ uit • is huiscartooniste van Flair • zeer populair op Instagram • woont in Mechelen

3. Wat is uw passie?

“Tekenen, knutselen, mijn eigen kunstwerkjes ontwerpen, boeken maken. 

“Hoe ik in de VS ontdekt ben? Heel grappig verhaal. Ik kreeg ineens op Facebook een bericht, van een man die Mark heette. Hij stelde zichzelf voor als literair agent in New York en vroeg of ik zin had om een boek te maken.

“Ik vond dat zo louche, ik vertrouwde die man voor geen haar. Dus heb ik hem laten checken. Bleek dat hij inderdaad literair agent was en dat hij wel vaker cartoonisten of potentiële schrijvers via sociale media contacteerde. Dat was zijn normale werkwijze.

“Ik ben naar New York gevlogen, en ik heb die man ontmoet en het team dat mijn boek zou maken. Een volledig vrouwelijk team, ik voelde me meteen op mijn gemak. Toen het daar uitgebracht werd, raakten ook andere uitgeverijen in Europa geïnteresseerd. Het is in het Pools, Hebreeuws, Italiaans, Tsjechisch, Koreaans vertaald, noem maar op, en tot slot ook in het Nederlands. (lacht)

“Het gebeurt wel vaker dat talent van Belgische bodem in het buitenland ontdekt wordt. Ik vond dat niet bizar. Ik ben sowieso al internationaler georiënteerd omdat al mijn comics in het Engels zijn en ik met meerdere talen ben opgegroeid. Ik zou het zo opnieuw willen meemaken. Het was zo leuk en zo wild om in mijn eentje daar naartoe te vliegen. Heel spannend. Zoiets vergeet je nooit.”

4. Welke kleine alledaagse gebeurtenis kan u blij maken?

“In een kast een zak chips vinden waarvan ik was vergeten dat ik die had. Een kaars die ik net zelf heb gegoten en die goed gelukt is.”

5. Hoe was uw kindertijd?

“Als Aziatisch-Belgisch kind was ik vaak het enige ‘andere’ kind in de ruimte. Als tiener liet ik me daar wel door meeslepen, wat heel normaal is als je voortdurend van je klasgenoten te horen krijgt dat je anders bent. Tuurlijk wil je erbij horen, dat is het fundament van puberteit. Ik wou zo Vlaams mogelijk zijn. Ik wilde bij mijn blonde, slanke vriendinnen horen, verfde mijn haar en schoor mijn bakkebaarden af want ik wou allesbehalve Aziatisch zijn.

“Ik zette mij keihard af tegen mijn roots. Als iemand nog maar vroeg waar ik vandaan kwam zei ik direct: ik ben van Mechelen. Bijna agressief, opdat niemand zou denken dat ik van elders kwam. Mijn achternaam is De Witte, dus gelukkig had ik dat wel nog mee. (lacht)

“Iedereen die iets of wat van de norm afwijkt, heeft min of meer dezelfde ervaringen. Dat kan van vooroordelen tot plagen of pesten gaan. Desondanks ben ik blij dat ik die beproevingen doorstaan heb omdat ik anders niet de persoon zou zijn die ik nu ben. We zouden dit gesprek nu niet hebben. Ik voel ook geen wrok, ik ben een optimistisch persoon.

‘Het gaat wel beter dan vroeger, maar ik laat zowel professioneel als vriendschappelijk nog altijd mensen mijn grenzen overschrijden.’Beeld © Stefaan Temmerman

“Mijn ouders zijn heel vroeg gescheiden. Ik woonde bij mijn papa – ik ben echt een daddy’s girl (lacht). Mijn mama heeft daarom een groot deel van mijn jeugd gemist. Bovendien was er tussen ons een grote taalbarrière. Mijn mama spreekt niet goed Nederlands, ik niet goed Thais. Met haar kon ik dus niet over mijn gevoelens praten.

“Waar ik wel veel troost en steun uit haalde, was toen ik verder ging studeren en merkte dat er mensen waren die op mij leken. Ik kwam in Brussel in een mengelmoes terecht, dat was een nieuwe wereld die voor mij openging. Ik voelde me helemaal niet meer abnormaal. Ik was helemaal geen unicorn. Vanaf dan heb ik mezelf leren omarmen. Nu schaam ik me zelfs dat ik vroeger zo wit wou zijn.

“Ik ben nu trots op mijn afkomst en uiterlijke kenmerken. Als ik eraan terugdenk dat ik vroeger in bed lag en wenste dat mijn papa met een witte vrouw getrouwd was – waarom kon ik niet gewoon het kind zijn van mijn papa en een witte vrouw? –, dan (grijpt naar keel), nee.

“Daarom ben ik ook op mijn roots gaan focussen, toen ik de 20 was gepasseerd. Omdat ik mezelf wou begrijpen. Want als ik mijn moeder al niet begreep, hoe zou ik dan mezelf begrijpen? Ik had helemaal geen feeling met de Thaise cultuur of met de pan-Aziatische identiteit, tot ik mezelf daarin ben gaan verdiepen. Ik ben alleen gaan reizen in Thailand, heb kennisgemaakt met de Thaise cultuur, de Thaise mensen. In dat opzicht ben ik snel vooruitgegaan. Het laatste jaar heb ik meer over mijn afkomst geleerd dan de 24 jaar daarvoor. Het is niet te laat. Ik voel nu dat de band met mijn moeder daardoor sterker wordt. Dat is voor mij de zotste openbaring van het afgelopen jaar.”

6. Wat is uw zwakte?

“Ik kan niet neen zeggen. Ik vermijd conflicten. Het gaat wel beter dan vroeger, maar ik laat nog altijd mensen mijn grenzen overschrijden. Zowel professioneel als vriendschappelijk.”

7. Is het leven voor u een cadeau?

“Ja, absoluut. Geloof het of niet, misschien is het een cliché, maar door corona besef ik dat maar al te goed. Het leven is echt een gift, en ik ben er dankbaar voor. Ik woon alleen en kan de dingen doen die ik wil doen, ik heb geen baas naar wie ik moet luisteren, ik heb keigoede vrienden. Ik heb zo’n goed leven. Als de zon schijnt, zoals vandaag, dan is het chef’s kiss.”

8. Waar hebt u spijt van?

“Eigenlijk van niets. Misschien moet dat nog komen. Ik heb ook nog niet zo veel zotte levenservaringen. Het enige waar ik nu aan kan denken is dat ik in De slimste mens (van 2019, red.) misschien beter mijn best had kunnen doen, omdat het er voor mij echt wel in zat. Ik was het een beetje beu of zo, ik weet het niet. Ik zat op het einde niet meer in de flow. Daar heb ik een beetje spijt van gehad, maar ik heb me er uiteindelijk bij neergelegd. En mijn papa ook. Hij had zijn dochter wel graag ‘Slimste mens’ zien worden, denk ik.” (lacht)

9. Wanneer hebt u het laatst gehuild?

“Echt heel dom. Vorige week had mijn vriend me per ongeluk een elleboogstoot tegen mijn neus gegeven, waarop ik keihard ben gaan blèten. Niet alleen van de pijn, maar ook van de schok. Het heeft toch een paar dagen pijn gedaan. (lacht)

'Ik ween keiveel. Bijna evenveel als ik lach.'Beeld © Stefaan Temmerman

“Ik ween keiveel. Bijna evenveel als ik lach. Een video van iemand die uit het leger komt en zijn hond terugziet of zo, dat maakt mij heel emotioneel.”

10. Hoe zou u liefde definiëren?

“Liefde heeft voor mij niet veel te maken met de ander. Hoe ik liefde zou definiëren is: jezelf gunnen om jezelf te zijn. Liefde betekent voor mij dat je jezelf onvoorwaardelijk graag ziet. Pas dan kun je je liefde delen met iemand anders.

“Nog niet zo lang geleden ben ik tot dat besef gekomen. Voordien zocht ik altijd de liefde bij iemand anders, maar niemand kan dat voor mij invullen.”

11. Wanneer bent u door het lint gegaan?

“Eigenlijk nog nooit, denk ik. Omdat ik, zoals ik daarnet zei, een pacifist ben en conflicten vermijd. Ik ben zelfs nog nooit echt kwaad geweest.”

12. Welk moment zou u graag herbeleven?

“De mooiste momenten voor mij waren die in Thailand waarop mijn ouders, mijn broer en ik nog één gezin vormden. Als kind ging ik vaak met mijn ouders naar Thailand, ik heb er ook een deel van mijn jeugd doorgebracht bij mijn familie. Die zorgeloosheid, dat gewone leven, dat zou ik graag nog eens herbeleven. Ik weet nog dat het een heel rurale levensstijl was. Met buffels, schorpioenen in de tuin, rotsen, zeer slechte wegen en overal kippen en mangobomen. Ik herinner me nog goed hoe de sfeer was. Simpel en zorgeloos. Dat met je gezin te kunnen beleven, is echt een droom.”

13. Wat is uw vroegste herinnering?

“Ik heb weinig herinneringen van toen ik een peuter of kleuter was. Wel zie ik me samen met mijn papa in een kleurboek kleuren. Het was een boek van Disney, dat weet ik nog. Mijn papa is linkshandig en ik ben rechtshandig, dus wij zaten elk aan een hoek van de tafel zodat onze handen niet tegen elkaar botsten. Mijn papa kon heel goed binnen de lijntjes kleuren en ik niet. Daar werd ik super chagrijnig om.” (lacht)

14. Hebt u ooit een religieuze ervaring gehad?

“Ikzelf niet. Ik weet ook niet wat ik daaronder kan verstaan. Ik noem mezelf een atheïst omdat dat het makkelijkst is. Ik geloof niet in een god, ik geloof niet in een hoger bestaan. Mijn mama is wel heel religieus, ze is praktiserend boeddhist. Ze bidt elke dag. Ons huis in Thailand is ingehuldigd door monniken. Dat was een religieuze ervaring op zich. Ik begrijp dat mensen troost, hoop en voldoening uit hun religie halen, maar zelf ben ik er niet vatbaar voor.”

15. Welk boek of film of serie zou u aanraden?

“Het lijkt misschien contradictorisch omdat ik zelf boeken schrijf, maar ik lees eigenlijk amper. Of toch te weinig. Ik heb een heel laag concentratievermogen als het op het uitvoeren van één taak aankomt. Ik kan wel tegelijkertijd tekenen en bijvoorbeeld stickers en kaarsen maken omdat ik dan bijna op automatische piloot sta.

“Ik kijk ook vrij weinig televisie, maar The Third Day, Raised by Wolves, The Queen’s Gambit en Unorthodox vond ik wel goed op Netflix. Ook heel random: Shot in the Dark, een docureeks over freelance videografen die plaatsen delict of ongevallen komen filmen voor nieuwsuitzendingen. Ze strijden onderling voor wie het beste shot heeft en daarbij de meeste ‘hits’ haalt. Het is een absurd wereldje. Tegen al mijn verwachtingen in heb ik die reeks in één weekend uitgekeken.”

16. Hoe voelt u zich in uw lichaam?

“Goed. Veel meer heb ik daar niet aan toe te voegen. Ik voel me goed in mijn vel.

“Dat is ooit anders geweest, ja. Net zoals elke tienermeid worstelde ik keihard met de beelden die je te zien krijgt in de media. Je lijkt daar niet op. Je hebt niet de vormen en het figuur van die topmodellen. Je herkent je daar niet in. Ik wou ook super skinny zijn, maar dat is niet hoe mijn lichaam van nature is gebouwd.

“Ik ben daarin moeten groeien. Nu apprecieer ik mijn natuurlijke vormen, ik apprecieer mijn huidskleur, haarkleur, de vorm van mijn ogen, de vorm van mijn neus. Nu kan ik zeggen dat ik er niets aan zou willen veranderen. Vroeger zou ik gezegd hebben dat ik liever tien kilo lichter zou wegen, maar je gewicht bepaalt niet je geluk. Drie jaar geleden was ik tien kilo lichter en niet gelukkiger.

'Ik vind schoonheidsidealen belachelijk. Onze tijd op deze planeet is al zo beperkt, ik ga me daar echt niet meer mee bezighouden.'Beeld © Stefaan Temmerman

“Als ik foto’s van mezelf terugzie, vraag ik me af waarom ik toen zo met mijn lichaam bezig was. Waarom heb ik mijn tijd daaraan verscheten? Het is veel goedkoper, veel makkelijker om jezelf graag te zien. We leven in een wereld waarin uit zelfhaat zoveel geld wordt gehaald. Jezelf graag zien is vandaag de dag een rebellious act en dan ben ik blij om een rebel te zijn. Ik ben er klaar mee. Ik vind schoonheidsidealen belachelijk. Onze tijd op deze planeet is al zo beperkt, ik ga me daar echt niet meer mee bezighouden.”

17. Wat vindt u erotisch?

“Het vrouwelijk lichaam. Ik kan met trotsheid zeggen dat ik mezelf mooi vind. En jezelf mooi vinden kan heel opwindend zijn.”

18. Wat is uw goorste fantasie?

“Op dat vlak ben ik echt preuts. Ik heb geen gore fantasieën. Mijn wildste fantasie is vrij onschuldig: ik zou een trio willen hebben. Zo saai. (lacht) Met twee mannen of vrouwen? Maakt niet uit.”

19. Bent u een goede vriend?

“Het is niet aan mij om dat te bepalen, hè. Maar ik denk wel dat ik een goede vriend ben, omdat ik heel goede vrienden heb. Je kiest zelf wie je vrienden zijn. Als je vrienden goed zijn voor je, dan ben je waarschijnlijk ook goed voor hen.”

20. Wat zou u nog graag realiseren?

“Een eigen winkeltje beginnen met geüpcyclede producten. Oude plastic bidons omtoveren tot vazen of oude juwelenkistjes herstellen en schilderen.

“Een andere, grote droom is om een graphic novel te maken die zich afspeelt in Thailand. Al meer dan een jaar wacht ik af om te kunnen vertrekken. Ik zou willen ervaren hoe het echte Thaise leven is, mij er volledig in onderdompelen. Daarom ben ik ook Thais gaan studeren, om met de mensen daar echt te kunnen praten. Ik popel om de hevige protesten die daar nu aan de gang zijn te kunnen meemaken. Daar wordt geschiedenis geschreven, ik wil erbij zijn.

“Ook al kan het in Bangkok nu gevaarlijk zijn, het trekt mij des te meer aan. Sinds de nieuwe koning op de troon zit, zijn er veel spanningen tussen zijn voor- en tegenstanders.

“Maha Vajiralongkorn is op zijn zachtst gezegd een bijzonder excentrieke man. De helft van de tijd zit hij met zijn twintig vrouwen in het buitenland op hotel. Je ziet hem shoppen in een crop top en hij heeft zijn hond Fufu benoemd tot hoofd van het leger. Bovendien is hij de rijkste koning ter wereld, Queen Elizabeth komt zelfs niet in de buurt.

“Het gaat hem uitsluitend om geld en power. Hij wil wel de troon bestijgen, maar de verantwoordelijkheden die erbij komen kijken wil hij niet dragen. Dat is waar het volk het moeilijk mee heeft. In Thailand is de kloof tussen arm en rijk supergroot, de levensomstandigheden van de armen zijn schrijnend. Zelfs mijn mama, die zoals velen van haar generatie heel nationalistisch is, vindt het goed dat de jongeren nu tegen hem opkomen.

“Ik zou de kick willen voelen van al die mensen die ‘fuck you’ zeggen tegen de overheid. Ze doen dat bovendien op een vredevolle manier, door belangrijke wegen te barricaderen, door te gaan zingen aan het koninklijk paleis. Op een van de iconische protestbeelden zie je dat mensen zich beschermen tegen waterkanonnen met badeenden in de aanslag. Dat is zo typisch Thais. (lacht) Grappig ook om te illustreren.

'Ik zou willen ervaren hoe het echte Thaise leven is, mij er volledig in onderdompelen.'Beeld © Stefaan Temmerman

“Tegen die achtergrond wil ik een coming-of-ageverhaal neerzetten, maar ik wil mezelf niet ‘jinxen’. Ik moet het manuscript pas in 2022 indienen en dat is nog ver weg. Ik wil wel dat het verhaal universeel herkenbaar is, in die zin dat het over verlies, de scheiding van je ouders, omgaan met jezelf, de puberteit zal gaan. Daar staat geen nationaliteit op. Puberteit is iets zo universeels en toch zo individueel. Iedereen die ooit opgroeit moet door de puberteit, het is een weerkerend thema in wat ik doe. Iedereen worstelt met zijn seksualiteit, uiterlijk, thuissituatie, hoe dan ook. Het zou een eer zijn om daar een groter werk rond te mogen maken.”

21. Wat is uw grootste angst?

“Dat mijn familie doodgaat. Ooit zal dat gebeuren.”

22. Hoe zou u willen sterven?

“Pijnloos. Ik zou niet willen sterven in een auto-ongeluk, ik wil ook niet vermoord worden. Ik zou niet willen dat mijn familie mij zo terugvindt.

“Als ik mocht kiezen zou ik een overdosis pillen nemen en klaar. Daarna wil ik graag een ceremonie met keiveel mensen en muziek van Black Sabbath. ‘Heaven and Hell’ vind ik wel toepasselijk voor een begrafenis. Daarna geen saaie koffietafel met pistolets, maar een echt Thais feestmaal. Met mensen die blij zijn en het leven vieren zodat ze later op een positieve manier op dat moment kunnen terugblikken. Ik wil niet begraven worden, maar gecremeerd en nadien geüpcycled. In een zandloper of zo, zodat ik nog gebruikt kan worden tijdens het koken en mensen het idee hebben: ze is nog steeds bij ons. Ik zie het al helemaal voor me, ja.” (lacht)