Kan een thuisbatterij nu redding brengen voor de eigenaars van zonnepanelen?

Eerst even de nieuwe situatieschets bij eigenaars van zonnepanelen: voor de extra stroom die zij voortaan zelf in het elektriciteitsnet pompen — gemiddeld zo’n 70 à 75% — krijgen zij voortaan een injectietarief. Terwijl ze omgekeerd op grijze dagen — wanneer ze elektriciteit moeten aftappen — zelf de gangbare nettarieven moeten betalen. Alleen gaapt tussen beide tarieven een immens verschil: terwijl de eigenaars zo’n 3 eurocent per geïnjecteerde kWh (kilowattuur) ontvangen, moeten ze zelf zo’n 20 eurocent per afgetapte kWh betalen. Die grote kloof verklaart meteen de huidige massale onvrede.

Kan een thuisbatterij nu redding brengen voor de eigenaars van zonnepanelen?

“Zo’n thuisbatterij is geen wondermiddel, maar kan wel een deel van de oplossing zijn”, meent energieconsulent Alex Polfliet van Zero Emission Solutions. “Het is zeker niet onrealistisch dat eigenaars dankzij die batterij zo’n 70 tot 80% van hun zelf opgewekte stroom ook zelf kunnen verbruiken.” En dat dus uiteindelijk slechts 20% tot 30% aan het net moet afgestaan worden, in tegenstelling tot de huidige 70 à 75%. Waardoor ze zelf dus opnieuw minder elektriciteit van het net moeten aftappen en dus minder hoeven te betalen.

Is zo’n thuisbatterij vandaag wel betaalbaar?

Staar je niet blind op de hoge prijs van sommige thuisbatterijen. Zo kost het paradepaardje van Tesla, de Powerwall, ruim 8.000 euro, installatiekosten niet inbegrepen. “Maar de gemiddelde thuisbatterij hoeft zeker niet zo duur uit te vallen”, stelt Alex Polfliet. “Ruwweg mag je rekenen op een kostprijs van 500 euro per kWh opslagcapaciteit. Wat dus zonder installatiekosten voor een batterij met een gemiddelde opslag van 6 kWh neerkomt op zo’n 3.000 euro.”

Heeft een thuisbatterij ook minpunten?

 “Ook thuisbatterijen worden beperkt door een bepaalde oplaadcapaciteit. Als de panelen op zonnige dagen volop  werken, zal de batterij soms niet de volledige stroomtoevoer kunnen slikken. Omgekeerd geldt ook een bepaalde ontlaadcapaciteit als je een volle batterij aan hoog vermogen zou willen ontladen, zoals bij het strijken. Een strijkijzer is een zodanig grote verbruiker dat een deel van de stroom wel uit de batterij zal komen, maar een resterend deel toch nog altijd van het klassieke elektriciteitsnet afgenomen zal moeten worden. Samengevat: zelfs met een zware thuisbatterij zal je nog altijd het gewone netwerk nodig hebben. Als je geen comfort wil verliezen, is het zogoed als onmogelijk om volledig ‘off grid’ te leven. De voorbije grijze weken zouden niet alleen door een thuisbatterij opgevangen kunnen zijn, hoor.” 

Krijg je een overheidssubsidie voor de aankoop van zo’n batterij?

Ja. Minstens tot 31 december 2021 voorziet de Vlaamse regering een premie van 250 euro per kWh, met een maximaal bedrag tot 3.200 euro. Wie dus een gemiddelde thuisbatterij van zo’n 6 kWh aankoopt, zal dus bijvoorbeeld 1.500 euro terugkrijgen. “Alleen had onze overheid niet voorzien dat het systeem van de terugdraaiende teller vernietigd zou worden en dreigt nu dus een stormloop op de thuisbatterijen en bijhorende subsidies”, aldus Polfliet. Waardoor de totaalpot van 5 miljoen euro die Vlaanderen voorzag, dus snel leeg dreigt te raken.

Is het voor eigenaars van zonnepanelen dan beter om nog enkele jaren te wachten tot de prijs van zo’n batterij wat gezakt is?

“Nee, eigenlijk niet. Natuurlijk zal de prijs van de thuisbatterij de komende jaren dalen. Maar misschien wordt de aankoop ervan tegen dan niet meer gesubsidieerd. En riskeer je dus binnen enkele jaren netto hetzelfde te betalen als vandaag.”

En voor wie nog helemaal een onbevlekt dak heeft: is het voortaan nog rendabel om zonnepanelen te leggen?

“Alleen in combinatie mét een thuisbatterij. En op voorwaarde dat de huidige premies overeind blijven, zowel de premie voor de installatie van zonnepanelen (1.200 euro voor een gemiddelde installatie van 4 kWp, red.) én die eerder genoemde subsidie voor een thuisbatterij. Met die premies blijft een terugverdientijd van 8 jaar realistisch. Wat eigenlijk nog altijd te vergelijken is met het systeem van de terugdraaiende teller. Maar zonder premies valt die rendabiliteit echt wel weg.”