Direct naar artikelinhoud
AchtergrondKolonialisme

Diaspora stelt vragen bij ‘paternalistische’ Congo-commissie: ‘Alles wordt zonder ons beslist, net als toen’

Een activist geeft een speech bij een bekladde buste van Leopold II.Beeld BELGA

Congolese, Burundese en Rwandese verenigingen in ons land eisen meer inspraak in de Congo-commissie. Als die er niet komt, is dit voor hen de verderzetting van een postkoloniale traditie. Intussen blijft het wachten op het rapport van de experts.

“Onze voorouders werden als simpele zielen beschouwd die geholpen moesten worden om de beschaving te bereiken. Ook nu wordt alles zonder ons beslist: de methodologie, de eventuele reparaties...” Tijdens een vergadering met Wouter De Vriendt (Groen), de voorzitter van de Congo-commissie, hekelde Georgine Dibua van de organisatie Bakushinta de manier van werken van de commissie. Bakushinta en enkele andere verenigingen vinden de huidige aanpak van de commissie paternalistisch. 

Ter herinnering: de Congo-commissie is een Bijzondere Kamercommissie met betrekking tot het koloniale verleden van België in Congo, Rwanda en Burundi. De commissie kwam er ter gelegenheid van de 60ste verjaardag van de Congolese onafhankelijkheid, maar ook onder druk van het Black Lives Matter-protest, waarvoor in juni 10.000 mensen op straat kwamen.

Sinds de start van de commissie is er kritiek uit de diaspora. Zij voelen zich te weinig betrokken en vrezen dat de geschiedenis zich zal herhalen. Ze denken daarbij bijvoorbeeld aan de moeizame participatie bij de renovatie van het Afrika-museum in Tervuren en aan de Lumumba-commissie.

Afgelopen week nog noemde Lumumba’s biograaf Jean Omasombo zichzelf in het interview met De Morgen “de neger” van de Lumumba-commissie, omdat hij als Congolees niet tot de kerngroep van experts behoorde. Hij had het over “een erg koloniale sfeer” die over die commissie hing, “terwijl het gewicht van de politiek ook stevig doorwoog”.

Racisme

De kritiek klinkt nu opnieuw over de Congo-commissie, hoewel verschillende professoren in de expertengroep Afrikaanse wortels hebben en ook twee vertegenwoordigers van diaspora-organisaties zijn opgenomen.

In september maakten de verenigingen hun grieven al eens duidelijk in een rapport en op een publiek evenement. Daarop kwam een antwoord van commissievoorzitter De Vriendt via mail, waarvan één zin hen nog meer op de kast joeg. “We zullen geen aanbevelingen opstellen om het racisme in de samenleving aan te pakken”, schreef De Vriendt toen.

Volgens een aantal activisten is dat nochtans de kern van de zaak, omdat er volgens hen een directe link is tussen het racisme vandaag en het kolonialisme. De organisaties eisten een ontmoeting met De Vriendt, die vorige week in de Kamer plaatsvond. De Vriendt kaderde daarin zijn uitspraak, maar dat bood weinig soelaas.

Tijdens de vergadering zei Georgine Dibua dat “de geest van het kolonialisme gebouwd is op racisme”. “Op een bepaald moment zal ook het probleem van het hedendaags racisme op de agenda moeten staan”, voegde zij eraan toe. “Niet zijdelings, maar centraal.” 

‘Onmogelijke verwachtingen’

De opdracht van de commissie is om een analyse te maken van het koloniale verleden en ook na te gaan hoe bepaalde stereotypes vandaag nog steeds doorleven. Voor kunsthistorica Anne Wetsi Mpoma, die deel uitmaakt van de expertengroep, zet het Belgische parlement daarmee een grote stap. Haar tekst gaat met name over de verbanden tussen racisme vandaag en het kolonialisme. “De verwachtingen van de organisaties uit de diaspora voor deze commissie liggen zeer hoog”, zegt Mpoma. “Het is bijna onmogelijk om aan al die verwachtingen te voldoen.”

Dat er nog te weinig overleg met de diaspora is geweest, komt volgens Mpoma door tijdsgebrek. De experts kunnen maar twee dagen per week voor de commissie werken. Alleszins brengt de kritiek haar in een moeilijke positie, omdat zij de diaspora net moet vertegenwoordigen in de expertengroep.

Misschien is de taak van de Congocommissie gewoon te omvangrijk, zo is bij historicus Mathieu Zana Etambala (KU Leuven/AfricaMuseum) te horen. Volgens Etambala moest de commissie eerst beginnen met onderzoek naar het verleden en vervolgens nadenken over verzoening. Maar het probleem is nu dat men van in het begin alles tegelijk wil doen en er dan ook nog eens de organisaties van de diaspora bij wil betrekken.

“Men heeft het veel te complex gemaakt, zo simpel is dat”, zegt Etambala.”Ik vraag me ook altijd af voor wie die organisaties nu precies spreken.”

‘In de spiegel kijken’

Commissievoorzitter De Vriendt wijst erop dat deze commissie expliciet de fouten uit het verleden niet wil herhalen. “De werkzaamheden van de commissie starten pas na de eerste rapporten”, zegt de voorzitter. “Op publieke hoorzittingen zullen vertegenwoordigers van de diaspora zeker worden uitgenodigd.”

De link met racisme zal daarbij aan bod komen, zegt De Vriendt. “Dat zal zeker confronterend zijn voor ons land. Maar we willen in de spiegel kijken.”

In principe kreeg de commissie een jaar de tijd, het is nu al duidelijk dat er deze zomer een verlenging komt. In september bleek dat de groep van tien experts twee maanden extra nodig hadden voor hun rapport, dat moet dienen als start voor de debatten van de Bijzondere Kamercommissie.

De coronacrisis maakt dat veel archieven lange tijd gesloten bleven en de expertengroep niet kon samenkomen. In december was opnieuw uitstel nodig. Vandaag moeten de verschillende experts hun teksten inleveren.

“Ik heb mijn tekst niet klaar en ik weet dat ik niet de enige ben”, zegt Mpoma. “Omdat de verwachtingen zo hoog zijn, wil ik niet iets indienen dat rap geschreven is.”