Back on track: waarom de nachttrein een comeback maakt in Europa

De moordende concurrentie van lowcostvliegtuigmaatschappijen duwden de slaaptrein bijna definitief van het spoor. Maar dankzij het groeiende klimaatbewustzijn is de nachttrein bezig aan een comeback in onze streek.

Er rust een stoffig laagje nostalgische romantiek op de slaaptrein, die passagiers tijdens de donkerste uurtjes honderden kilometers verder voert. Zeker sinds een vijftal jaar geleden een hele reeks nachttreinen in West-Europa met mondjesmaat werden afgeschaft. Het is vandaag niet meer mogelijk om op de nachtelijke verbinding Parijs-Barcelona-Madrid te springen. Eind 2016 schortte Deutsche Bahn al hun nachtroutes definitief op. De reden? Te hoge kosten en een gebrek aan middelen, maar vooral de hete adem in de nek van spotgoedkope airliners die reizigers afsnoepen.

Oostenrijks succesverhaal

Die terugval bleek geen definitief genadeschot. Al voor de pandemie werd de nachttrein langzaam weer aantrekkelijker voor reizigers door een groeiend klimaatbewustzijn. Door de zoektocht naar meer duurzame manieren van reizen leek het alsof er een renaissance van treinreizen zou aanbreken. De Zweedse spoorwegenonderneming Statens Järnvägar meldde in 2019 dat het gebruik van hun treinen dat jaar maar liefst met 11 procent was gestegen.

De Oostenrijkse treinmaatschappij ÖBB was een van de eerste spelers die opnieuw actief leven in de slaaptrein begon te blazen. Eind 2016 kochten ze de inactieve nachttreinen van Deutsche Bahn over en legden ze zelfs nieuwe lijnen in onder de Nightjet-noemer. Zo kwam er bijvoorbeeld een verbinding tussen Düsseldorf en Innsbruck, een rit die ongeveer 7 uur duurt. De gok van ÖBB bleek het begin van een succesverhaal; in 2017 verdubbelde het aantal reizigers op hun nachttreinen van 700.000 naar 1,4 miljoen reizigers.

‘We zijn op dit moment het grootste netwerk van nachttreinen in Europa, met in totaal 26 nachtelijke lijnen – 18 van onszelf en 8 in samenwerking met buitenlandse partners’, zegt Bernhard Rieder, woordvoerder van de ÖBB. ‘Momenteel stomen we 13 nieuwe treinstellen klaar voor ‘s nachts. Vanaf 2022 zullen die over de sporen glijden.’

Ook met onze contreien had de Oostenrijkse maatschappij plannen. Vanaf januari 2020 is er een nachtverbinding tussen Brussel en Wenen. ‘Als die lijn aanslaat, willen we verder uitbreiden vanuit de Belgische hoofdstad’, luidt het.

Vliegschaamte

Er broeit in Europa ook de nieuwe mentaliteit van vliegschaamte, ofwel het schuldgevoel dat bij ons opdoemt wanneer we in een klimaatonvriendelijk vliegtuig stappen. De term is een losse vertaling van het Zweedse ‘flygskam’, een woord dat Greta Thunberg vaak in de mond nam bij het aanprijzen van langeafstandstreinen, zoals de slaaptreinroutes. Het persagentschap Bloomberg merkte in 2019 al op dat het aantal vluchten in Duitsland met 12 procent afnam vanwege vluchtschaamte.

Deze mentaliteitsverschuiving gaat niet onopgemerkt voorbij aan Europese leiders. In Frankrijk kondigde Emmanuel Macron vorig jaar aan dat het land zijn nachttreinverbindingen opnieuw zal cultiveren, onder het mom dat dit de uitstoot van CO2 grondig zal beperken. Ook Duitsland en Italië kondigden vorig jaar aan dat er verschillende miljarden euro’s zullen worden geïnvesteerd in het ontwikkelen van ecologische en efficiënte nieuwe spoorverbindingen

Lowcosttreinen ooit mogelijk?

Een blijvend obstakel voor reizigers en nationale spoorwegen blijven de hoge kosten van nachttreinen. ‘Als je het treinverkeer vergelijkt met de luchtvaartsector, dan betalen vliegtuigen niet de maatschappelijke kost die ze veroorzaken,’ meent Thierry Vanelslander, transporteconoom aan de UAntwerpen. Er wordt wel verwacht dat we langzaam richting goedkopere tickets schuiven. ‘De klimaatdoelstellingen van Europa zijn niet min, en er is ook druk van klimaatactivisten. Ik verwacht dat er een shift zal komen’, zegt Vanelslander.

Een andere stap die het prijskaartje van een treinticket voor de reiziger kan doen dalen is al in zicht. ‘Vanaf dit jaar wordt het spoorvervoer van personen geliberaliseerd’, legt Vanelslander uit. ‘Meerdere maatschappijen uit verschillende landen zullen dan met elkaar concurreren.’ Zo’n eengemaakte markt zou er wel eens voor kunnen zorgen dat er net als in de luchtvaartsector lagere ticketprijzen opduiken als gevolg van hevige concurrentie.

Vliegtuigen blijven wel één groot voordeel behouden tegenover treinen. Volgens Britse onderzoekers is er op vliegtuigen een lagere kans op besmettingen met het coronavirus dan op de metro of de trein. Op een nachttrein worden reizigers ‘s nachts wel strikt gescheiden in verschillende coupés, maar dat voorkomt het gevaar van besmetting niet volledig, stellen de onderzoekers.

Meer