Direct naar artikelinhoud
AnalyseDiversiteit

De diversiteit in Netflix-hit ‘Bridgerton’ is het resultaat van ‘kleurenblind casten’

Golda Rosheuvel als Queen Charlotte in ‘Bridgerton’.Beeld K2 / Eenmalig

Het lijkt simpel: wil je meer bruine en zwarte mensen in series en films, dan stel je de cast gewoon zo kleurrijk mogelijk samen. Zoals in kostuumdrama Bridgerton. Toch ligt het niet zo eenvoudig. 

Zo gaat dat. Op de vlucht voor een of andere opdringerig type botst Daphne tijdens een luxueus bal in 1813 per ongeluk tegen een andere man aan. Die ene belachelijk knappe hertog natuurlijk, die gezworen heeft altijd vrijgezel te blijven. Hij trekt geïrriteerd een wenkbrauw op, zij vindt hem maar arrogant, er ontstaan misverstanden en iedere doorgewinterde kijker weet: dat wordt trouwen, ergens in de nog volgende zeven afleveringen van Bridgerton. Deze ontmoeting voldoet aan álle traditionele wetten van het romantische kostuumdrama. Op één na. De hertog van Hastings, gespeeld door Regé-Jean Page, is niet wit.

De Netflix-serie Bridgerton is dé guilty pleasure voor deze lockdown. Wereldwijd keken 63 miljoen huishoudens naar de serie in de eerste vier weken dat hij online stond. Een kostuumdrama in overdrive is het: de jurken zijn weelderig, de decors overdadig, het gekonkel op de huwelijksmarkt om van te smullen. Bridgerton is overduidelijk gemaakt voor een eigentijdser, jonger en diverser publiek dan de geijkte Pride and Prejudice-liefhebbers: het doorgaans preutse gedoe heeft plaatsgemaakt voor lekkere seksscènes, de vrouwen zijn bijdehanter en de strijkkwartetjes spelen muziek van Ariana Grande en Billie Eilish. De upper class van Engeland is er zo divers als het hedendaagse straatbeeld van Londen: alle kleuren zijn vertegenwoordigd en de koningin heeft Afrikaanse roots.

De serie is daarmee hét voorbeeld van een groeiende trend: kleurenblind casten. Niet de huidskleur van de acteur meewegen bij een auditie, maar gewoon kiezen wie het best is, en het meest geschikt voor de rol.

Dat is op zichzelf niet nieuw; de bedenker van Bridgerton, producer Shonda Rhimes, maakte van kleurenblind casten haar handelsmerk. Toen ze in 2005  ziekenhuisserie Grey’s Anatomy maakte, haar eerste grote televisieserie, liet ze expres de achternamen en de fysieke omschrijvingen van haar personages weg uit het script, zodat ze zo open en divers mogelijk kon casten. In de verhaallijnen van de serie speelt de afkomst van de personages geen rol van betekenis. De multiculturele cast was verfrissend. Rhimes paste het principe ook toe bij haar andere series, waaronder Scandal en How to Get Away with Murder.

Alternatieve geschiedenis

Nu de roep om meer diversiteit op het scherm luider wordt, zie je dat steeds meer makers zo redeneren en daarbij steeds opvallender keuzes durven maken, ook als het gaat om klassieke rollen.  In de remake van Annie (2014) werd het weesmeisje gespeeld door de Afro-Amerikaanse Quvenzhané Wallis. De witte Founding Fathers van Amerika worden in de musical Hamilton neergezet door acteurs van kleur. Het jongetje in de hoofdrol van The Witches (2020) was niet wit, evenmin als Disneys kleine zeemeermin dat zal zijn in de remake, en Idris Elba en Bridgertons Regé-Jean Page worden steeds vaker genoemd als de volgende James Bond.

Dev Patel in ‘The Personal History of David Copperfield’.Beeld K2 - Filmstill

Al het gemor op sociale media ten spijt: waarom zou het niet kunnen, eigenlijk? Waarom gelden sommige rollen ‘traditioneel’ als wit? Wie bepaalt dat? Dev Patel, een Britse acteur met Indiase wortels, werd door regisseur Armando Iannucci gevraagd voor David Copperfield (The Personal History of David Copperfield, 2020). “Toen ik aan het script werkte, kon ik alleen maar aan hem denken”, zei hij in een interview. “En ik dacht: zó moet ik deze hele film casten – gewoon kiezen wie geknipt is voor de rol.”

Toch is dit te simpel gedacht als het gaat om historische films en series, zeggen critici. Nu is het inderdaad weleens tijd dat kostuumdrama’s wat minder wit worden. Als er al personages van kleur in voorkomen, staan ze doorgaans te zwoegen in de keuken, en dat klopt niet. Andrea Arnold castte voor haar Wuthering Heights (2011) een Afro-Caribische Heathcliff omdat hij in het boek van Emily Brontë wordt omschreven als ‘een zigeuner met een donkere huid’. En een film als Belle (2013), over de dochter van en Britse officier en een Afrikaanse slavin, laat zien dat er wel degelijk gekleurde mensen rondliepen in de Engelse aristocratie van de 18de eeuw. Maar zoveel als in The Personal History of David Copperfield of in Bridgerton waren er nou ook weer niet. Het beeld dat zo wordt geschetst klopt dus niet. 

Dat is nou precies de lol ervan, zouden de makers van Bridgerton zeggen. De serie is een fantasie, die gebouwd is op de historische werkelijkheid. Op zoek naar een manier om de cast van het drama diverser te maken, kwam showrunner Chris Van Dusen erachter dat koningin Charlotte, in de serie gespeeld door Golda Rosheuvel, volgens sommige historici Afrikaanse wortels had. Bridgerton vraagt dus juist de aandacht voor dat soort vergeten gekleurde historische figuren, én schetst tegelijkertijd een soort ‘alternatieve geschiedenis’. Wat als deze koningin een soort emancipatie voor mensen van kleur had veroorzaakt? “Zou ze haar macht kunnen hebben gebruikt om hun machtige posities te geven?”, vraagt Van Dusen zich af in The New York Times. “Had ze hun titels en land kunnen schenken?” Volgens Van Dusen was de casting dus verre van kleurenblind. “Kleur en ras zijn juist onderdeel van het verhaal.”

Dat kan zo zijn, in de acht afleveringen wordt er amper een woord aan vuil gemaakt. Het blijkt vooral uit het feit dat de gekleurde personages zich veel bewuster zijn van hun bevoorrechte positie binnen de elite – “de koningin heeft ons deze titel gegeven”, snauwt de oude hertog van Hastings zijn zoon Simon in aflevering 2 toe. “We kunnen hem alleen behouden als we buitengewoon zijn.” Het meest expliciet wordt het in aflevering 4, als Simons stiefmoeder hem wil overtuigen van de verbindende kracht van liefde. “Kijk naar onze koningin. Kijk naar onze koning. Kijk naar hun huwelijk. Kijk naar alles wat het voor ons doet, zie hoe het ons kansen geeft. We waren twee maatschappijen, verdeeld door kleur, tot de koning verliefd werd op een van ons. Liefde, uwe hoogheid, overwint alles.”

Opvallend is wel dat de witte personages het nooit over dat kleurverschil hebben. Ze lijken het niet eens op te merken dat Daphne en de hertog een gemengd setje vormen. Een rare keuze, aldus recensent Salamishah Tillet in The New York Times, omdat het het witte privilege om je niet bezig te hoeven houden met ras versterkt. Nog een punt van aandacht: dat slavernij in deze historische fantasie wordt genegeerd, net als in de veelgeprezen musical Hamilton overigens. Het maakt Bridgerton eerder een escapistische fantasie dan dat het echt over ras gaat, aldus Tillet. 

Extra bewust

Carolyn Hinds is in de Britse krant The Observer nog kritischer. “Je kunt niet doen alsof ras er geen rol speelt terwijl de wereld waarin de personages leven deels bestaat dankzij racisme. Het geld waarmee die enorme panden gebouwd zijn, de landhuizen en het paleis, is afkomstig uit slavenhandel”, schrijft ze. Meer dingen storen haar: dat de witte personages meer tekst hebben dan de gekleurde. Dat de grootste slechterik van de serie meteen de donkerste huid heeft.

Sandra Oh in ‘Greys Anatomy’.Beeld K2 / Filmstill

Dit is wat kleurenblind casten zo ingewikkeld, zo niet onmogelijk maakt: de kijker is niet kleurenblind. Die zit vol met (onbewuste) aannamen en stereotypen die je als maker al even onbedoeld kunt versterken en voeden. Het idee dat je je daarom juist extra bewust moet zijn van de huidskleur van de mensen die je cast, begint aan terrein te winnen. De Koreaans-Amerikaanse actrice Sandra Oh, ‘blind’ gecast in televisieseries als Grey’s Anatomy en Killing Eve, stelde in een interview dat het juist fijn zou zijn als haar achtergrond wél een rol zou gaan spelen. “We willen toch gelaagde, complexe personages? Dan maakt het uit waar ze vandaan komen. Daar wil ik graag naartoe: niet naar het punt dat afkomst er niet toe doet, maar dat het er juist heel erg toe doet. Dat levert een rijkdom op die we zouden moeten gebruiken.”

Adjoa Andoh als Lady Danbury en Regé-Jean Page als Simon Basset: The Duke of Hastings in ‘Bridgerton’.Beeld K2 / Eenmalig

In Wuthering Heights onderstreepte Arnold juist Heathcliffs status als buitenstaander door hem als enige personage van kleur op te voeren – de kijker voelt dat meteen. En in Bridgerton is het Lady Danbury die de meeste kijkers fascineerde. De peetmoeder van de knappe hertog, gespeeld door Adjoa Andoh, is een zwarte, krachtige, alleenstaande vrouw, die loopt met een stok en met een air alsof de wereld van haar is. Veel over haar achtergrond weet je niet – ja, ze is dus nieuwe adel, een selfmade woman. Ze vertelt dat ze op een zeker moment heeft besloten zich niet te laten intimideren door de buitenwereld. “Om niet meer bang te zijn heb ik mezelf angstaanjagend gemaakt.” Dit alles maakt haar stukken intrigerender dan al die witte vrouwen die alleen maar bezig waren de juiste man te trouwen.

‘Kleurbewust casten’ kan thema’s aanzetten, personages verdiepen. Stel dat er een gekleurde Bond is, hoe zou hij zich zich hebben opgewerkt in de spionnenwereld? Hoe kan hij zijn huidskleur gebruiken bij zijn werk? Het zou interessant zijn als de makers daarmee durven spelen. Kleur erkennen maakt alles complexer, en daarmee boeiender. Zonde om daar blind voor te zijn.