Wanneer uit de bronopsporing blijkt dat leerlingen of leerkrachten op school nauw contact hadden met een besmet persoon, dan zullen ze zich meteen moeten aanmelden bij een testcentrum en moeten ze zoals voorheen in quarantaine. Volgens de nationale teststrategie moet iedereen bij quarantaine vanaf 25 januari een klassieke PCR-test ondergaan op dag één en dag zeven, maar in het onderwijs zou die eerste test worden vervangen door een sneltest. Is het resultaat negatief, dan moet de betrokkene toch in quarantaine.

Dat komt omdat de sneltests minder gevoelig zijn. Voordeel is dat ze heel snel mensen met een hoge virale landing in de keel detecteren, zegt Stefan Grielens, directeur van de vrije CLB’s. “Als bijkomende besmettingen aan het licht komen, dan zitten we met een potentieel gevaar voor de school. Dan is het de bedoeling om klassen of de volledige school te testen via de klassieke PCR-test.”

Voordeel van die PCR is ook dat de labo’s zo de Britse en andere varianten kunnen detecteren.

Bijbestellen kan

Volgens het Agentschap Zorg en Gezondheid (AZG) heeft het onderwijs nu zeventigduizend sneltests besteld. Daar zouden de CLB’s even mee verder moeten kunnen.

Op het hoogtepunt van de tweede golf moesten in twee weken tijd iets meer dan 23.000 leerlingen en leerkrachten in quarantaine. Tussen 4 en 17 januari waren dat er 4.300. “We kunnen er ook altijd makkelijk bijbestellen”, zegt Grielens. (jvde)