Direct naar artikelinhoud
ReportageWuhan

Alsof er niets is gebeurd. Dit is Wuhan vandaag

Mensen uit Wuhan bezoeken een nachtclub op 21 januari 2021. Veel inwoners zeggen het virus achter zich te hebben gelaten. Alsof er niets is gebeurd.Beeld AFP

Wat gebeurd is, is gebeurd, en het heeft geen zin om daar lang bij stil te staan: dat is de houding van veel inwoners van Wuhan, precies een jaar nadat de stad op slot ging vanwege het virus. ‘Het is voorbij, laat het gaan.’

Precies een jaar geleden, op 23 januari 2020, leek Wu Di in een nachtmerrie beland. Zijn woonplaats Wuhan was net in lockdown gegaan, omwille van een onbekend virus, en zijn familieleden werden een voor een ziek. Eerst kreeg hij zelf hoge koorts, een dag later zijn moeder, daarna zijn vader en schoonmoeder. Ze hadden moeite met ademen en konden geen eten binnenhouden, maar ze kregen nergens hulp.

“We zijn wanhopig”, schreef Wu Di (34) twee weken later in een noodkreet op Weibo, het Chinese Twitter, waar in die dagen duizenden smeekbedes uit Wuhan verschenen. “Onze hele familie is besmet, en we hebben alles geprobeerd om bij een dokter te raken, maar niemand kan ons helpen. De situatie is kritiek, we zijn bang en in shock. Deze ziekte heeft ons in de hel gebracht. Help ons alsjeblief.”

Pure paniek was het, waar Wu Di in die eerste dagen van de lockdown door werd bevangen, de eerste dagen van wat later een pandemie zou worden. Hij wist niets over het virus, vernam iedere dag dat er duizenden besmettingen en honderden doden waren bij gekomen, en ontdekte tot zijn schrik dat er in ziekenhuizen geen bed meer vrij was. Hij had amper eten in huis en hij mocht niet naar buiten. Hij voelde zich een gevangene in een verdoemde stad.

Maar vraag Wu Di hoe hij nu terugkijkt op die onheilsperiode, en hij haalt achteloos zijn schouders op. Hij denkt er zelden nog aan terug, zegt hij. Een dag na zijn noodkreet op Weibo werden hij en zijn familie in het ziekenhuis opgenomen, en daarna werd alles beter. “Het is voorbij”, zegt hij. “Ik heb niet het gevoel dat er nog veel over te zeggen valt. We hebben het overleefd, we zijn goed hersteld en we hebben er niets aan overgehouden. Alles is weer bij het oude.”

Wachtrijen voor de restaurants

Wat gebeurd is, is gebeurd, en het heeft geen zin om daar lang bij stil te staan: dat is de houding van veel inwoners van Wuhan. De lockdown duurde 76 dagen, en officieel overleden 3.869 inwoners aan Covid-19, al zijn het er in werkelijkheid waarschijnlijk veel meer. Maar een jaar later lijkt het alsof de ontberingen al zijn vergeten, en nauwelijks impact hebben gehad. Veel inwoners zeggen het achter zich te hebben gelaten. Alsof er niets is gebeurd.

Wie dezer dagen in Wuhan rondloopt, zou het zomaar kunnen geloven. Het stadsleven bruist, in de winkelstraten is het druk. Waar in januari 2020 de rolluiken naar beneden waren en kettingsloten op de deuren zaten, schalmt nu muziek en reclame uit luidsprekers en zitten wachtrijen voor de restaurants. De economie is nog niet terug op peil – zeker nu nieuwe uitbraken in Noord-China de toeristen thuishouden – maar de zaken gaan niet slecht.

Weinig in Wuhan herinnert aan de lockdown van een jaar geleden. Het stadsleven bruist, in de winkelstraten is het druk.Beeld EPA

“Vlak na de lockdown waren de mensen nog wat bang, maar ondertussen is alles weer normaal”, zegt Yan Ge, de 24-jarige manager van een pizzeria in winkelcentrum Wanda Plaza. Om binnen te komen, moet je een code scannen en een mondkapje dragen. De klanten doen het routineus, ze zijn het gewend. “Afgelopen zomer hadden we zelfs meer klanten dan het jaar ervoor. Het voelde alsof mensen de verloren tijd wilden inhalen. Ze wilden het geld eens goed laten rollen.”

Helemaal hersteld is de stad niet. Toen onlangs bleek dat een besmette man uit Noord-China vijf dagen eerder in Wuhan was geweest, sloeg bij velen de schrik om het hart. Op straat was het meteen minder druk, en apothekers verkochten weer meer FFP2-mondkapjes. Maar een dag later werden achtduizend potentiële contactpersonen getest, bleek iedereen negatief en keerde de kalmte terug. Wuhan heeft sinds mei geen besmettingen meer gehad. Het vertrouwen in het systeem is groot.

Collectief geheugenverlies

Dat verklaart nog niet het collectieve geheugenverlies, dat de drama’s van een jaar geleden uit de herinnering lijkt te hebben gewist. Dat is vooral politiek te verklaren. De Chinese overheid propageert al maanden haar vlekkeloze bestrijding van het virus. De aanvankelijke doofpot en chaos in Wuhan passen daar niet in. Staatsmedia hebben opdracht gekregen geen aandacht te besteden aan de verjaardag van de lockdown. Wie dwarsligt – zoals nabestaanden die de overheid aanklagen – kan bezoek van de politie verwachten.

Veel inwoners herhalen de propagandaverhalen: zo hoor je regelmatig dat het virus niet in Wuhan, maar in het buitenland is ontstaan. “Ik ben trots op mijn land”, zegt Hu Kun, een 30-jarige autoverkoper op een openluchtbeurs voor de Expohal van Wuhan. Toen de ziekenhuizen overvol waren, werden hier duizenden zieken ondergebracht. “We hebben het virus goed onder controle gebracht, we hebben tijdig maatregelen genomen. De overheid heeft goed voor ons gezorgd.”

Winkelcentrum in Wuhan.Beeld EPA

Er speelt ook een culturele factor mee. Veel Chinezen praten liever niet over pijnlijke ervaringen, en verwerken die liever op zichzelf. In traditionele kringen is het zelfs taboe om over ziekte en dood te praten. Veel mensen verzwijgen voor hun omgeving dat ze besmet zijn geweest. “Als mensen weten dat je deze ziekte hebt gehad, gedragen ze zich anders”, zegt Wu Di. “Ze blijven wat meer op afstand. Vooral de ouderen in mijn buurt lijken nog steeds een beetje bang van mij.”

De vraag naar verantwoording, die in het buitenland luid klinkt, hoor je in Wuhan veel minder. “Ik denk niet dat iemand verantwoordelijk is”, zegt Xiao Yaxing, een 27-jarige hoteluitbaatster. “Dit is niet het probleem van één persoon of van één stad. Veel mensen zeggen dat de lokale bestuurders niet efficiënt waren in het bestrijden van de epidemie, maar volgens mij is dat normaal. Die bestuurders zaten nog niet lang op hun post, ze hadden de epidemie nooit kunnen stoppen.”

‘Uitmuntende vrijwilligerswerk’

Xiao Yaxing maakte de uitbraak van op de eerste rij mee. Ze stelde haar hotel open voor medici, die door het gebrek aan transport niet in hun ziekenhuizen raakten. Ze zette een netwerk op van tachtig hoteliers die medici opvingen, en van zestig vrijwilligers die ontsmettingsmiddelen en maskers rondbrachten. Het was een succes, maar ook een uitputtingsslag: ze sliep twee of drie uur per nacht. Tegenover de receptie hangen twee bronzen plaquettes voor haar ‘uitmuntende vrijwilligerswerk’.

Ook Xiao Yaxing denkt zelden terug aan de lockdown, zegt ze. Daar heeft ze geen tijd voor, ze moet geld verdienen. Afgelopen zomer zat haar hotel goed vol, maar de rest van het jaar was mager. Veel steun van de overheid heeft ze niet gekregen, al hielp het dat toeristische attracties gratis werden gemaakt. Toen Xiao en haar vrijwilligersnetwerk daar een open brief over schreven, werd die meteen gecensureerd en alle ondertekenaars werden door de politie ondervraagd.

Maar verwacht van Xiao Yaxing geen klaagzang. Dit is nu eenmaal het systeem waarin ze leeft, en waarin ze zo goed mogelijk haar weg zoekt. Wat daarbij niet helpt, zegt ze, is in het verleden blijven hangen. “Het is voorbij, laat het gaan. Wat voor nut heeft het om er nog over te praten? Dat herinnert je er alleen aan hoeveel we toen geleden hebben. Ik kijk liever naar de toekomst. Misschien wordt Wuhan wel de volgende populaire reisbestemming.”

Niet iedereen in Wuhan kan het verleden zo makkelijk achter zich laten. Zij die familieleden verloren hebben, lijden in stilte. Zoals Wu You, een 26-jarige leerkracht die als vrijwilliger medicijnen rondbracht, maar zijn eigen grootmoeder verloor. “Veel van mijn leerlingen lijken het virus al vergeten”, zegt hij. “Dat is goed: het toont dat ze niet geleden hebben. Maar voor mij is het anders. Ik heb de horror met eigen ogen gezien.”

Wuhan.Beeld EPA

Wu You begon zijn vrijwilligerswerk na een verzoek om hulp van de moeder van een leerling. “Ik kende haar als een sterke vrouw, maar haar bericht klonk alsof het haar laatste woorden waren”, zegt hij. “Ze was al vijf dagen ernstig ziek en kon niet meer lopen, maar ze kreeg geen medicatie en er was geen plaats voor haar in het ziekenhuis. Toen besefte ik hoe ernstig de situatie was. Een stad als Wuhan die geen medicijnen meer heeft, dat komt normaal alleen voor in een oorlog.”

De jonge leerkracht hing een bordje met ‘vrijwilliger’ op zijn brommer, nam een foto en plaatste die online. Hij kreeg medicijnen van buiten Wuhan toegestuurd en reed de hele dag rond. In totaal hielp hij zeshonderd gezinnen. “De situatie was niet gewoon slecht, maar rampzalig”, zegt hij. “Ik moest pillen uit hun verpakking halen en per stuk verdelen. Ik herinner me een familie van zes waar iedereen ziek was, maar voor wie ik maar vier pillen had.”

Een held

Eind februari sloeg het noodlot toe. Terwijl Wu You van huis was, kreeg zijn grootmoeder een hersenbloeding. Ambulances waren overbelast, en zijn vader moest haar op zijn rug naar het ziekenhuis dragen. Daar stonden ze zes uur in een rij, om uiteindelijk te horen dat er zo veel artsen ziek of dood waren dat er geen hersenoperaties meer werden gedaan. Zijn grootmoeder overleed, en Wu bleef verscheurd achter. “Ik heb veel anderen geholpen, maar mijn eigen grootmoeder niet.”

Toen de lockdown in april werd opgeheven, wilde Wu You niet in Wuhan blijven. Hij werd er vereerd als een held – zijn brommertje staat in een museum – maar zo voelde hij zich niet. “Als ik een held ben, dan zou ik een gevoel van overwinning moeten hebben”, zegt hij. “Maar voor mij voelt het als een ramp. Ik had mijn grootmoeder beloofd dat ik haar na de lockdown zou meenemen naar het strand, maar ze heeft het niet gehaald. Overal waar ik kom, denk ik aan haar.”

Ook Wu You praat zelden over wat hem overkomen is, hij denkt niet dat iemand hem kan begrijpen. En de vraag naar verantwoording, die laat hij liever aan anderen over. Hij wil gewoon zijn leven terug. “Tijdens de lockdown ben ik absoluut boos geweest”, zegt hij. “Maar nu voel ik me vooral machteloos. Ik weet niet of je het kan begrijpen, maar op een gegeven moment voelde ik me zo boos dat ik het moest loslaten, voor mijn eigen goed. Maar dat betekent niet dat ik het vergeef.”