LIVE. Volg hier alle ontwikkelingen over het coronavirus

Onze enquête peilde niet alleen naar de bereidheid tot vaccinatie bij studenten in het Limburgse hoger onderwijs, ook Limburgers die aan onderwijsinstellingen buiten onze provincie studeren, namen deel. 54 procent van de bevraagden studeert aan de universiteit, 46 procent aan de hogeschool. “Het is een doelgroep waarvan we tot nu toe nog niet goed wisten hoe zij staan tegenover vaccinatie”, zegt professor Corinne Vandermeulen (KU Leuven), vaccinologe en expert jeugdgezondheidszorg, die bovendien onderzoek voert naar vaccintwijfel in ons land.

Vier op vijf laat zich vaccineren

Op de vraag of ze zich zullen laten vaccineren, antwoordde 81 procent van de studenten met “zeker wel” of “waarschijnlijk wel”. Amper 8 procent wijst het vaccin resoluut af.

Professor Vandermeulen: “Een mooi resultaat, en eigenlijk ook beter dan ik had verwacht. Tot nu toe werd altijd gedacht dat jongeren algemeen minder gemotiveerd zijn om zich te laten vaccineren. Maar we weten wel dat opleiding de twijfels over vaccinatie doet afnemen.”

Hogeschoolstudenten twijfelen vaker

Hogeschoolstudenten zijn het minst overtuigd. 24 procent van hen zal zich zeker niet of waarschijnlijk niet laten vaccineren, tegenover 15 procent aan de universiteit.

Professor Vandermeulen: “Het is moeilijk om dat verschil te verklaren. Bij het griepvaccin zien we ook wel dat artsen zich vaker laten vaccineren dan zorgkundigen. Maar het is niet zeker of we dat kunnen doortrekken voor alle opleidingen.”

Sociale aspect belangrijkste reden voor vaccin

Voor de studenten die aangeven zich zeker wél te laten vaccineren, blijkt het sociale aspect de belangrijkste reden. 69 procent van deze groep geeft aan vrienden en familie te willen beschermen. 65 procent wil zo snel mogelijk weer een normaal leven, en 54 procent doet het om sociale activiteiten te kunnen hervatten.

Professor Vandermeulen: “Ik vind het heel mooi om te zien dat jongeren vrienden en familie nog boven zichzelf zetten. Ze hebben bovendien ook echt nood aan die sociale contacten, meer nog dan volwassenen. Dat zelfbescherming eerder laag in het rijtje staat, komt wellicht doordat ze ervan uitgaan dat de ziekte bij hen niet zo ernstig zou zijn.”

Wantrouwen als reden om niet te vaccineren

Wie aangeeft zich zeker niet te laten vaccineren, doet dat vooral vanwege een wantrouwen ten opzichte van het vaccin. 58 procent van deze groep vindt dat het vaccin te snel ontwikkeld is, 52 procent vreest een risico op bijwerkingen.

Professor Vandermeulen: “Ik kan niet anders dan begrip opbrengen voor die bezorgdheid. Het vaccin is veel sneller ontwikkeld dan normaal, wat de perceptie kan geven dat er stappen in de evaluatie zijn overgeslagen. Maar er zijn wel dezelfde studies op het vaccin gebeurd in vergelijking met eerdere vaccins. Bovendien was het aantal testpersonen minstens even groot of zelfs groter dan bij andere studies. Er is met man en macht aan gewerkt om alle adviezen zo snel mogelijk klaar te krijgen, en er is ook veel geld naartoe gegaan.”

Twijfel uit angst voor bijwerkingen

Zo’n 33 procent van de studenten antwoordde “waarschijnlijk wel” of “waarschijnlijk niet” op de vraag of ze zich laten vaccineren en twijfelt met andere woorden nog. De belangrijkste reden daarvoor blijkt angst voor bijwerkingen (71 procent). Bijna de helft van hen vreest bovendien dat het niet werkzaam zal zijn tegen de nieuwe mutaties van het virus.

Professor Vandermeulen: “Voor alle vaccins geldt dat we de meeste bijwerkingen zien in de eerste zes weken, en nadien nog maar zelden. Wereldwijd werden al miljoenen mensen gevaccineerd, en werden er nog geen onrustwekkende nevenwerkingen gerapporteerd. Hoogstens een stijve arm, koorts of zich wat minder goed voelen. Maar dat verdwijnt na enkele dagen spontaan. Wat die mutaties betreft, moet er voor elke variant van het virus die in grote mate circuleert, onderzocht worden of de huidige vaccins bescherming bieden. Voor de Britse variant lopen die nog, maar tot nu toe lijkt zowel het Pfizer- als het Modernavaccin bescherming te bieden.”

Hoewel jongeren doorgaans minder ziek worden van het virus, benadrukt professor Vandermeulen dat het belangrijk is dat zij zich toch ook laten vaccineren. “Dat is belangrijk voor de groepsimmuniteit, om de meest kwetsbaren in onze samenleving te beschermen. We zien immers dat het virus heel sterk kan circuleren onder jongeren.”