© Eric Dupain

COLUMN Eric Dupain: Wandeljung

Heers -

Eric Dupain schrijft een column over het dagelijkse leven in Heers.

Eric Dupain

Het nieuwe normaal tijdens deze tweede lockdown is wandelen. Veel mensen trekken naar buiten om, behalve een frisse neus te halen, ook een beetje te bewegen. Wandelen op verharde wegen is leuk, maar ‘off road’ gaan is zoveel leuker. Gewapend met mijn nieuwe wandelschoenen van bij Ronny, waterdichte kleren en de intussen gekende blauwe muts van de Wijnhuis Christiaens Colen Cyclocross om mijn wilde haardos te beschermen, probeer ik drie keer per week op pad te gaan.

Sinds kort wandelen we een à twee keer per week in groep, coronaproof welteverstaan. Om af te spreken, gooien we een berichtje in de WhatsApp-groep ‘Wandeljung’. Onderweg wordt er wat afgelachen en het ene verhaal is al straffer dan het andere. Eigenlijk mag ik het colloque singulier, de zwijgplicht na een koninklijke audiëntie, niet doorbreken. Maar omdat er in onze groep noch een Filip noch een Albert zit, permitteer ik het me wel.

Zo was er ooit iemand die naar de cyclocross ging en het aandurfde om, vooraleer hij naar huis ging, zijn vrouw te bellen en te vragen wie de koers had gewonnen. Een andere wandelaar trok na een nachtje stappen vrijwel rechtstreeks met een groep vrienden naar de Ronde van Vlaanderen. Bovenop de Muur van Geraardsbergen kwam hij ten val. De impact was groot, maar gelukkig was er geen schade aan de kasseien en kon de koers gewoon doorgaan. Van de ‘neuts’ (buil) op zijn hoofd heeft deze stevige wandelaar nog twee weken genoten.

Drank is den duvel en Duvel is den drank. Niet dat we met Duvel in de achterzak gaan wandelen. We zouden dat niet aandurven vanwege te zwaar. Maar een limoncello, een wit wijntje of een sambuca moet kunnen. Halfweg de wandeling haalt iedereen zijn eigen ‘dreupke’ (glaasje) uit zijn jas om vervolgens even op adem te komen en de innerlijke mens te verstevigen. Een smeuïg bokkenpootje is ook altijd welkom.

Het was afgelopen maandag de ideale scène en de aanleiding voor het ‘Spitfire’ verhaal. Deze ervaren wandelaar ging in zijn jeugdjaren en tijdens de wintermaanden op pad met een blauwe sportwagen met naast hem een jonge deerne. Ergens onderweg besloot hij om even uit rusten, de zetels plat te leggen en met z’n tweeën naar de hemel te kijken. Ook al was het winter, de chauffage zorgde ervoor dat de temperatuur aan boord van de kleine wagen naar ongekende hoogte steeg, waarna de heer en dame in kwestie besloten om eerst hun sjaal uit te doen om vervolgens als voorlaatste stuk de jeansbroek uit te trekken. Omdat het toen net iets te koud werd, besloot het koppel om dichter bij elkaar te kruipen. Dat het intussen was beginnen sneeuwen, had niemand in de mot.

Het feest ging net beginnen, toen er op het raam geklopt werd. Onze ervaren wandelaar keek op, zag blauwe lichten, draaide vervolgens het raam naar beneden waarna de sneeuw en masse naar binnen viel. De vertegenwoordiger van de arm der wet stelde dé vraag die gesteld moest worden: “Mijnheer, wat bent u hier aan het doen?” Compleet verrast door de agent en het blauwe licht van zwaailichten antwoordde onze wandelaar dat hij aan het picknicken was. Het verhaal was de aanleiding van een geweldige lachbui en enkele andere straffe uitspraken zoals: “Oat de boan, want wie weet boe ter get oatkomen.”

Iedereen nam zijn glaasje en stak het opnieuw weg in zijn zak. De lege fles ging opnieuw de rugzak in en met een brede glimlach op de snoet bereikten we drie kwartier later onze wagen om volledig ontstrest huiswaarts te keren. Deze coronacrisis is dik van men klitsen, maar zonder deze immense gezondheidscrisis zou er nooit sprake geweest zijn van ‘De Wandeljung’.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer