Direct naar artikelinhoud
AchtergrondCoronacrisis

Waarom lukt het vaccinfabrikanten niet om voldoende doses te produceren?

Productie van coronavaccins in São Paulo, Brazilië.Beeld AFP

De productie van coronavaccins loopt mijlenver achter op de vraag ernaar. Farmaceuten beginnen (eindelijk) samen te werken om de productie op te schroeven, maar dat is nog niet zo eenvoudig. ‘Iedereen wil nu stante pede meer vaccins hebben, dat is geen haalbare kaart.’

De vaccinleveringen van farmaceut AstraZeneca vallen flink tegen, maar er is ook ander nieuws. Na Sanofi stelt ook farmaceut Novartis productiecapaciteit beschikbaar om het Pfizer-vaccin te maken. De Novartis-fabriek in het Zwitserse Stein kan hier vanaf het tweede kwartaal voor worden ingezet. In het derde kwartaal moeten er dan flesjes met vaccinvloeistof uit deze faciliteit rollen. Hoeveel is nog niet bekend. Sanofi zegt zo’n 125 miljoen doses vaccin te kunnen afleveren, vanaf deze zomer.

Belangrijke kanttekening: deze farmaceuten krijgen geen beschikking over het volledige recept van het vaccin. Zij doen slechts een deel van de productie met aangeleverde grondstoffen die bij BioNtech in Mainz (Duitsland) worden geproduceerd. Die grondstoffen bevatten de technische basis waarop het vaccin is gebouwd, het zogeheten messenger RNA (mRNA). Dat is de boodschappermolecuul die het lichaam ertoe aanzet om een stukje coronavirus te maken, zodat het lichaam daartegen afweer ontwikkelt.

“Een beetje mRNA maken in een laboratorium is relatief simpel, maar niet als je er honderden miljoenen doses van wilt maken”, zegt de Amerikaanse vaccinwetenschapper Drew Weissman daarover tegen het persbureau AP.

“Ook de verwerking van de basisgrondstof tot een vaccin is uiterst gespecialiseerd werk”, zegt een woordvoerder van Pfizer. Het mRNA moet namelijk worden ‘verpakt’ in minuscule vetdruppeltjes om het de cel in te krijgen. Dat gebeurt in onder meer de fabrieken van Sanofi en Novartis, en ook in de Pfizer-fabriek in Puurs.

Samenwerking

De productie van coronavaccins loopt mijlenver achter op de vraag ernaar. Veel landen proberen er in de schaarste zo veel mogelijk van binnen te slepen, en niet altijd even zachtzinnig. Drie vaccins zijn inmiddels Europees goedgekeurd. Dat van Pfizer/BioNtech was eind december het eerste, met hoge rapportcijfers: een goede bescherming en geen ernstige bijwerkingen. Pfizer hoopt dit jaar 2 miljard doses te produceren.

“Goed nieuws dat er nu wordt samengewerkt”, zegt André Knottnerus, oud-voorzitter van de Nederlandse Gezondheidsraad. In 2009 was hij verantwoordelijk voor de advisering over de vaccinatie tegen de Mexicaanse griep. “Iedereen die het kan, zou nu moeten produceren. Het kan dus wel, farmaceuten die samenwerken om zo veel mogelijk van het gewilde vaccin te kunnen leveren. Bij voorkeur gebeurt het vrijwillig.”

De Europese Unie, de Wereldgezondheidsorganisatie en de Verenigde Naties zouden dit moeten aanzwengelen, vindt Knottnerus. “Zij zouden zo snel mogelijk moeten onderzoeken of er meer productiecapaciteit te vinden is om de bewezen effectieve vaccins te maken. En met koepels van de industrieën bespreken hoe bijvoorbeeld technische belemmeringen zijn op te lossen. Je kunt niet blijven wachten op vaccins die maar druppelsgewijs binnenkomen.”

Medisch activist Ellen ’t Hoen, die de farmaceutische industrie kritisch volgt, sluit zich bij Knottnerus aan. “We moeten er nu werk van maken: alles op alles zetten om zo veel mogelijk vaccins te produceren. En niet denken: als we wat doses AstraZeneca van het Verenigd Koninkrijk afsnoepen, dan zijn we er al.”

Te laat geregeld

Het had eigenlijk al lang wereldwijd geregeld moeten zijn, vindt ’t Hoen. “Vooraf had de productiecapaciteit geïnventariseerd moeten worden. Er hadden al afspraken moeten zijn over het opzetten van extra productiecapaciteit. Een jaar geleden, toen de pandemie nog vers was, is erover gesproken in de Wereldgezondheidsorganisatie – om kennis over het produceren van vaccins te delen. Met het idee: dat moeten we snel regelen, voordat die vaccins er zijn. Dat is niet gelukt.”

Onderlinge samenwerking druist volgens haar ook in tegen de aard van de farmaceutische industrie. “Meestal snoepen ze juist van de concurrentie af. Daarom is het goed om te zien dat sommige farmaceuten nu wel samenwerken.”

’t Hoen hoopt bovendien dat er een einde komt aan nationalistische reflexen, waarbij landen vooral voor hun eigenbelang gaan. “Ook ontwikkelingslanden wachten op vaccins. Bedenk wel: we zijn niet van covid af als het virus nog in Afrika tiert.” Dan blijft bijvoorbeeld het gevaar bestaan dat er nieuwe mutaties opduiken. Knottnerus: “Het is in ieders belang dat de hele wereld zo snel mogelijk over vaccins beschikt.”

‘Ingewikkeld en tijdrovend’

Andere deskundigen temperen de verwachtingen. “Iedereen wil nu stante pede meer vaccins hebben, dat is geen haalbare kaart”, zegt emeritus hoogleraar vaccins Ben van der Zeijst. Het is volgens hem niet zo simpel om de productie van vaccins op te schroeven. “Het bouwen van een vaccinfabriek is ingewikkeld en tijdrovend. Het duurt vaak maanden voor het productieproces op rolletjes loopt.”

In de ontstane samenwerkingen van farmaceuten valt Van der Zeijst vooral op dat de andere partijen niet het hele productieproces van het Pfizer-vaccin voor hun rekening nemen. Dat komt volgens hem niet alleen omdat farmaceuten hun kostbare geheimen niet willen prijsgeven, maar ook omdat het productieproces ingewikkeld is. “De mRNA-vaccins zijn technisch gezien wat minder lastig te fabriceren dan traditionele vaccins als dat van AstraZeneca. Maar ook bij mRNA-vaccins heb je specifieke kennis en apparatuur nodig. Je moet bijvoorbeeld de beschikking hebben over volledig steriele en stofvrije ruimtes.”

En voor het fabriceren van het vaccin van AstraZeneca zijn bijvoorbeeld weer enorme bioreactoren nodig, waarin virussen lichaamscellen aanzetten om uitsteeksels van het virus te produceren, zegt vaccinwetenschapper Weissman. Dat kan volgens hem al misgaan als de gebruikte cellen iets te oud zijn.

Dwanglicenties

Wat de verschillende soorten vaccin volgens Weissman gemeen hebben: ze moeten worden gemaakt onder strikte regels, waarbij de kwaliteit van elke partij nauwkeurig moet worden getest. “Het zijn gevoelige processen waarin elke stap precies moet kloppen.”

Door die complexiteit, zegt Van der Zeijst, hebben dwanglicenties weinig zin. Daarmee kunnen overheden in het uiterste geval farmaceuten dwingen hun receptuur prijs te geven. “Je hebt niets aan patenten als je niet in staat bent met die technologie te produceren.”