Uit de recentste bloedonderzoeken in december blijkt meer dan een kwart van de Walen al antistoffen tegen COVID in het lichaam te hebben. In Vlaanderen ligt dat cijfer een pak een lager, dat zei Steven Van Gucht op de persconferentie van het Crisiscentrum.

Zo’n 20 procent van de Belgen lijkt al antistoffen te hebben aangemaakt tegen het coronavirus, dat zei viroloog Steven Van Gucht op de persconferentie van het Crisiscentrum. Antistoffen maken we aan als we een coronabesmetting doormaken. In België wordt daarom het bloed van bloedgevers en zorgkundigen systematisch onderzocht op antilichamen.

Ondanks het stabiele cijfer, zijn vooral de regionale verschillen opvallend. Zo blijkt al 27 procent van de Walen antistoffen te hebben. “Te weinig voor groepsimmuniteit”, waarschuwt Van Gucht nog.

Britse variant

In de laatste twee weken van januari werden zowat 16 procent van de coronabesmettingen veroorzaakt door de Britse variant. Dat zei viroloog Steven Van Gucht vrijdag op de persconferentie van Sciensano en het Nationaal Crisiscentrum. De gemuteerde versie is daarmee nog wel in opkomst, maar de toename lijkt te vertragen in vergelijking met de eerste weken.

De situatie in ons land blijft verder stabiel. “We blijven op een plateau zitten. Het is opmerkelijk hoe de Belgen de statistieken sinds november onder controle kunnen houden.De vergelijking met andere landen - waar het veel slechter gaat - spreekt boekdelen. Dit vraagt een enorme solidariteit en daar mogen we trots op zijn. De daling in de ziekenhuisopnames vertraagt wel. Het aantal overlijdens hebben we kunnen beperken”, klinkt het.

En Van Gucht ziet een nieuwe mijlpaal aankomen. “We komen in de buurt van 300 COVID-patiënten op intensieve zorgen. Dat is geleden sinds 13 oktober, 100 dagen geleden dus.”

44.000 mensen kregen ondertussen hun tweede dosis van het vaccin.

 (nba)