Wellens mikt na ritzege vol op eindwinst in Bessèges: “Slottijdrit ligt me”

Laat renners oorlog maken van bij de start en de kans is reëel dat aan het eind Tim Wellens (29) met de zegeruiker staat te zwaaien. De Truienaar houdt nu eenmaal van koersen met open vizier. En laat nu net dat hetgeen zijn dat de heren wielrenners vrijdag opdisten gedurende de 157 glooiende kilometers rondom start- en aankomstplaats Bessèges. Goed voor meer dan 3.000 hoogtemeters. Een lastig karwei, zo vroeg in het seizoen. Dat was ook aan het koersverloop te merken. In aanloop naar de Côte de Tharaux ontstond een sterke kopgroep met zeventien renners. Onder hen drie Lotto Soudal-jongens (Gilbert, Wellens, Oldani), drie duo’s van INEOS Grenadiers (Bernal, Kwiatkowski), Groupama-FDJ (Stewart, Van den Berg) en B&B Hotels (Coquard, Barthe) en voorts nog eenlingen zoals Greg Van Avermaet, Edward Theuns en Nils Politt. Kortom, een kopgroep met veel kwaliteit aan boord.

En toch slaag je erin om ronkende namen op meer dan een halve minuut te zetten, Tim?

Wellens: “Tja, ik had goede benen, zeker? Sinds de GP La Marseillaise voel ik al dat de conditie prima is. Al is er ook een portie geluk bij gemoeid. Zo ben ik de eerste twee ritten door het oog van de naald gekropen. Telkens zat ik heel dicht bij de valpartij, maar lag ik er nooit bij. Zowel woensdag als donderdag kon ik via de graskant mijn onfortuinlijke collega’s passeren. Wat maakte dat ik zonder tijdverlies de vrijdagrit kon aanvatten. Voor de etappe al had ik beslist om mee te gaan in de ontsnapping. We hadden vooraf het parcours bekeken in de bus en gezien dat het begin van de rit over een erg geaccidenteerd terrein, met veel technische en natte afdalingen, ging. Een lastig ritje dus. Het niveau van het peloton is hier ook erg hoog. Velen zouden dus geïnteresseerd zijn om in de ontsnapping te zitten. Ik was erg aandachtig om absoluut mee te zijn. Het duurde wel lang voor de juiste vlucht vertrok. Omdat er veel goede renners mee waren, was het meteen duidelijk dat we het onder mekaar zouden uitmaken voor de zege.”

De beslissing viel niet op de laatste klim, maar in de daaropvolgende afdaling.

“In de afdaling zag ik mijn kans. Ik nam wat voorsprong en ploegmaat Oldani liet perfect het gat. Verder was het een tijdrit tot de finish.”

Jouw taaiste klant voor de eindzege, Michal Kwiatkowski, maakte achteraf zijn beklag over een oliespoor in de afdaling. Heb jij ook met een val geflirt?

“Toch wel. Die afdaling was ook voor mij soms kantje boordje. Toen ik al een kleine voorsprong had, zag ik olie op de weg en een motor voor mij, die alle moeite had om zijn lijn te houden. Vandaar dat ik zo veel mogelijk binnenkant bocht hield. Gelukkig bleef ik recht en kon ik mijn voorsprong vergroten.”

We zagen je dalen op de bovenbuis. De UCI wil zulke waaghalzerij nochtans sanctioneren vanaf 1 april.

“Dat heb ik vernomen, ja. Ik dacht: ik zal er maar van profiteren zolang het nog mag. Ik heb nochtans nog nooit iemand zien vallen door die afdalingspositie aan te nemen op de fiets. Maar dat het veiliger is om niet te doen, staat buiten kijf. Het kan me niet veel schelen. Zolang het reglement maar voor iedereen geldt. Als ik nog een suggestie mag doen richting UCI omtrent het rijgedrag in het peloton? Begin met renners te sanctioneren die hun handen niet aan het stuur houden in de aanloop van een massasprint.”

Eveneens opvallend: Lotto Soudal koerste in de slotkilometers haast volgens het stramien Deceuninck-Quick Step.

“(Lacht) Ja, het was leuk koersen vandaag. We waren met drie mee en hadden overwicht. Gilbert en Oldani zorgden ervoor dat het blok erop ging. Deze overwinning was een gevolg van een team effort. Dat maakt het dubbel plezant. Het brengt meteen ambiance in de ploeg. En dat gevoel kunnen meepakken naar de eerstvolgende opdrachten.”

Dit is je 31ste profzege, waarvan je tiende in de maanden januari-februari.

“Ik ben nu eenmaal een vroege vogel. Ik heb het voordeel dat ik in Monaco woon, waardoor ik vaak en veel kan trainen in comfortabele omstandigheden. Ik train zo hard als al mijn collega’s. Met dit verschil dat ik niet veel koersritme nodig heb om te kunnen meestrijden om winst.”

Met 44 tellen voorsprong op Edward Theuns neem je meteen ook een optie op de eindzege.

“Klopt. Maar eerst zaterdag goed doorkomen. Ik heb me wat verkeken op de moeilijkheidsgraad van die etappe. Gelukkig heb ik een sterke ploeg aan mijn zijde. Die zal van pas komen als het opnieuw zo oorlog wordt als vrijdag. Het belooft moeilijk te worden om de kloof nog verder uit te diepen. Het zal al goed zijn mijn voorsprong van 48 seconden op Kwiatkowski te behouden, met het oog op de tijdrit van zondag. Als ik dan goede benen heb, zal het moeilijk zijn om die voorsprong nog kwijt te spelen. Je weet natuurlijk nooit. Iedereen kan een slechte dag hebben, maar we zijn de chrono al gaan verkennen en het parcours ligt me echt. Eerst is er acht kilometer vlak, gevolgd door een klim van drie kilometer. Op papier is dat iets voor mij.”