Zoals verwacht zal het coronavaccin van AstraZeneca in ons land niet toegediend worden aan 55-plussers. Dat hebben de ministers van Volksgezondheid zo beslist na adviezen van de Hoge Gezondheidsraad en de taskforce vaccinaties. Vandaag zijn er te weinig resultaten over de werking van het van het vaccin bij mensen boven de 55. In een persconferentie werd zonet meer toelichting gegeven over die beslissing.  (mg, kma, vhn)

Doordat het AstraZeneca-vaccin momenteel niet geschikt is voor 55-plussers, was er deze ochtend overleg om de vaccinatiestrategie te herbekijken. Het staat nu vast dat ons land de vaccins zal gebruiken om onder anderen zorgverleners tussen de 18 en 55 jaar te vaccineren. Daarna zijn bewoners van collectieve zorginstellingen, zoals psychiatrische instellingen of revalidatiecentra, aan de beurt. Het vaccin zal daarna toegediend worden aan risicopatiënten. Het gaat onder meer over mensen met diabetes of chronische aandoeningen. Ook mensen die een kritieke functie uitoefenen, krijgen het vaccin van AstraZeneca. ‘Het gaat bijvoorbeeld over politiemensen die zich op het terrein niet altijd aan de maatregelen kunnen houden’, klinkt het in de persconferentie van de taskforce. Die twee laatste groepen zullen waarschijnlijk ten vroegste in maart een vaccin krijgen, vermoedelijk zal het zelfs eerder april zijn. Telkens ligt de leeftijdsgrens op 55 jaar.

De eerste tachtigduizend vaccins van AstraZeneca worden de komende dagen geleverd, deze maand gaat het om 443.000 doses. ‘We hadden gehoopt op grotere aantallen. AstraZeneca slaagt er niet in om de beloofde aantallen te leveren’, zegt Dirk Ramaekers, het hoofd van de taskforce vaccinaties. ‘Maar die eerste dosissen zullen we efficiënt inschakelen’, klonk het.

Vandaag focust de vaccinatie nog op bewoners van woonzorgcentra en zorgpersoneel, om dan eerst over te gaan naar mensen boven de 65 jaar. Die groep mensen zal nog altijd een coronavaccin van Pfizer/BioNtech of Moderna krijgen, zoals nu het geval is. Dat geldt ook voor mensen met een immuunstoornis. ‘Het Pfizer-vaccin kunnen we dus prioritair inzetten in de groep waar covid-19 de meeste impact heeft (op vlak van ziekenhuisopnames en sterfgevallen, red.). Vooral de ouderen zijn het meest getroffen. Hoe meer mensen gevaccineerd zijn, hoe sneller we aan die groepsimmuniteit kunnen beginnen werken.’

De definitieve beslissing om AsteaZeneca niet toe te dienen aan Belgen boven de 55, is geen verrassing. Vorige dinsdag maakte de federale minister van Volksgezondheid, Frank Vandenbroucke (SP.A), dat al bekend. ‘Voor mensen tussen 18 en 55 jaar is het vaccin goed, maar voor mensen die ouder zijn, hebben we te weinig onderzoeksgegevens. Voor hen is er geen zekerheid over de efficiëntie ervan’, zo motiveert hij zijn beslissing vandaag, zaterdag, op Radio 1.

Tweede dosis

Opvallend is dat de tweede dosis van het AstraZeneca-vaccin, waar dus volgende week al mee kan worden gestart, zou kunnen worden opgeschoven naar week 12. ‘Dan scoren we beter qua doeltreffendheid. De werkzaamheidsgraad ligt dan boven de 70 procent, zelfs in de buurt van 80 procent. Dat is belangrijk bij het inzetten van dit vaccin bij de groep van 18 tot 55 jaar’, zegt vaccinoloog Pierre Van Damme (UAntwerpen) tijdens de persconferentie. ‘Hierdoor zullen de eerste dosissen van het vaccin ook voor een grotere groep gebruikt kunnen worden en kan de vaccinatie versneld worden.’

De nadruk op de hogere werkzaamheid door wat langer te wachten is belangrijk omdat de werkzaamheid van AstraZeneca bij de volwassenen tot 55 jaar volgens het Europees geneesmiddelenagentschap EMA rond de zestig procent ligt. Dat is veel lager dan dat van Pfizer/BioNTech of Moderna, die een andere techniek gebruiken dan AstraZeneca en een werkzaamheidsgraad boven de negentig procent hebben. Zeker bij zorgpersoneel ligt die lagere werkzaamheid gevoelig omdat de kans groter is dat zij in contact komen met mensen met covid-19. De werkzaamheid opkrikken door meer tijd te laten tussen de doses kan hen geruststellen. België heeft 7,7 miljoen dosissen van het AstraZeneca-vaccin besteld. De eerste 80.000 komen volgende week aan.

• INTERVIEW| Ursula Von Der Leyen: ‘Ik erken dat we sneller hadden kunnen zijn’