Europees Hof over wet-Major: alleen met erkende havenarbeiders werken kan, maar erkenning moet anders verlopen

De Belgische wet op de havenarbeid, beter bekend als de wet-Major, is niet in strijd met de Europese rechtsregels, tenminste zolang die tot doel heeft de veiligheid in de havengebieden te waarborgen en arbeidsongevallen te voorkomen. Dat heeft het Europees Hof van Justitie geoordeeld in een langverwacht arrest. Dat havenarbeiders alleen maar als dusdanig kunnen worden erkend door een paritair samengestelde commissie van werkgevers en werknemers gaat dan weer wel tegen de Europese rechtsregels in. In dat opzicht moet de wet aangepast worden.

In het kort: de wet-Major

De wet-Major of de wet op de havenarbeid dateert van 1972 en bepaalt dat werk in havengebieden alleen door een erkende havenarbeider uitgevoerd kan worden. Bovendien kunnen die havenarbeiders enkel erkend worden door een commissie van werkgevers en vakbonden. De wet is genoemd naar Louis Major, voormalig vakbondsleider en eind jaren 60 begin jaren 70 ook minister van Arbeid en Tewerkstelling voor de socialistiche partij BSP. Tegenstanders van de wet noemen die een inbreuk op de vrije concurrentie.

Het Hof boog zich over de wet-Major op vraag van de Raad van State en het Grondwettelijk Hof. Niet alleen werden de rechters in Luxemburg gevraagd of de Belgische regeling, die specifieke regels voorziet voor het in dienst nemen van havenarbeiders, strijdig is met het Unierecht, er werd hen ook gevraagd of ze aanvullende criteria konden aanreiken om vast te stellen of de regeling door de beugel kan.

In zijn arrest schiet het Hof de Belgische wet niet volledig af. Dat alleen een erkende havenarbeider havenarbeid schepen mogen laden en lossen in de Belgische havens kan op zich verantwoord zijn om de veiligheid in de havens te garanderen en arbeidsongevallen te voorkomen, oordeelt het Hof.

"Dat kan een rechtvaardiging zijn voor een beperkende regeling in een erkenningsprocedure voor havenarbeid", zegt Stefaan Van der Jeught, woordvoerder van het Hof van Justitie. Het Hof zegt er wel bij dat dat concreet gezien nog moet worden getoetst door het Belgisch Grondwettelijk Hof en de Raad van State.

Moeilijker voor buitenlandse werknemers

Dat de erkenning van die havenarbeiders moet gebeuren door een paritair comité is echter wel in strijd de Europese rechtsregels, stelt het Europees Hof. "De rol die dat comité speelt bij de erkenning van de havenarbeiders en bij de toelating tot de pool van havenarbeiders en ook voor de selectieproeven, dat vindt het Hof in strijd met het Europese Unierecht", zegt Van der Jeught.

"Het is namelijk in strijd met het vrij verkeer van personen, het vrij verkeer van vestiging en het vrij verkeer van diensten." De rol van dat comité maakt het met andere woorden moeilijker voor havenbedrijven om te werken met buitenlandse werknemers en voor buitenlandse bedrijven om zich in de haven te vestigen. Zo'n comité is "noch noodzakelijk, noch geschikt om het nagestreefde doel te bereiken", luidt het arrest.

Het Hof stelt echter niet hoe die erkenning dan wel moet verlopen. Het is nu aan de Raad van State en het Grondwettelijk Hof om op basis van het arrest en de argumentatie van het Europees Hof een definitieve uitspraak te doen over de wet-Major.

Meest gelezen