Videospeler inladen...

Catalanen kiezen nieuw parlement in volle coronapandemie: hoe sterk brandt het vuur van de onafhankelijkheid nog?

Vandaag kiezen de Catalanen een nieuw parlement. Opmerkelijk, want het gaat om vervroegde verkiezingen terwijl het coronavirus nog volop door de regio raast. Maar verkiezingen in Catalonië draaien de laatste jaren ook steevast om onafhankelijkheid. Over de weg daar naartoe zijn de separatistische partijen meer dan ooit verdeeld. Dat en een verrassende zet van de socialisten brengt de separatistische meerderheid mogelijk in gevaar.

Hoe zat dat ook alweer met die Catalaanse onafhankelijkheidsstrijd?

Het jaar 2017 is essentieel in de meest recente episode in de eeuwenoude onafhankelijkheidsstrijd in Catalonië. Op 1 oktober van dat jaar organiseert de Catalaanse regering onder leiding van de toenmalige minister-president Carles Puigdemont een door de Spaanse regering verboden referendum over onafhankelijkheid. 90 procent van de stemgerechtigde kiezers die die dag zijn gaan stemmen, kiest voor de afscheiding van Spanje. Tijdens het referendum treedt de politie hardhandig op. Bijna vier weken later, op 27 oktober, roept het Catalaanse parlement eenzijdig de onafhankelijkheid uit.

UIT HET ARCHIEF: Catalanen kiezen voor onafhankelijkheid in verboden referendum ("Het Journaal" 1/10/2017)

Videospeler inladen...

UIT HET ARCHIEF: Catalaanse parlement roept onafhankelijkheid uit ("Het Journaal" 27/10/2017)

Videospeler inladen...

De Spaanse regering van de conservatieve premier Mariano Rajoy (Partido Popular) reageert furieus. Rajoy schakelt artikel 155 van de grondwet in en neemt zo tijdelijk het bestuur van de autonome regio over. De Catalaanse regering van Puigdemont wordt afgezet en samen met andere Catalaanse leiders aangeklaagd.

In maart 2019 worden in totaal tien Catalaanse politici en twee burgeractivisten veroordeeld. Onder hen de toenmalige parlementsvoorzitter Carme Forcadell (11 jaar en 6 maanden cel) en de toenmalige viceminister-president Oriol Junqueras (13 jaar cel). De toenmalige minister-president Carles Puigdemont ontloopt een straf: hij is kort na de afzetting van de regering naar het buitenland gevlucht en verblijft na drie jaar nog steeds in België.

UIT HET ARCHIEF: Catalaanse separatisten worden veroordeeld tot celstraffen tot 13 jaar ("Het Journaal" 14/10/2019)

Videospeler inladen...

Na de afzetting van de regering-Puigdemont worden nieuwe verkiezingen gehouden. De partijen die de onafhankelijkheid nastreven, halen opnieuw een (nipte) meerderheid in het parlement. De aanstelling van een minister-president leidt echter tot veel discussie met de Spaanse regering in Madrid, die nog steeds het bestuur van de regio in handen heeft. Vijf maanden na de verkiezingen krijgt Catalonië uiteindelijk toch een voor Madrid aanvaardbare regering, onder leiding van minister-president Quim Torra (van de partij van Puigdemont). Catalonië krijgt ook het zelfbestuur weer in handen.

Waarom zijn er nu vervroegde verkiezingen?

Een normale regeerperiode duurt vier jaar, verkiezingen waren dus pas voor eind 2021 gepland. Maar ook Quim Torra botst met justitie. In september 2020 wordt hij definitief veroordeeld wegens "ongehoorzaamheid" omdat hij tijdens een kiescampagne in april 2019 aan de gevel van het gebouw van de Catalaanse regering gele linten liet ophangen, uit solidariteit met de veroordeelde Catalaanse leiders.

Zijn straf: Torra mag anderhalf jaar niet verkiesbaar zijn en geen politiek mandaat uitoefenen. Zijn dagen als minister-president van de Catalaanse regering zijn dan ook geteld. Omdat de pro-onafhankelijkheidspartijen uit protest tegen de afzetting weigeren om een opvolger naar voren te schuiven, zijn vervroegde verkiezingen de enige uitweg. In tussentijd leidt Pere Aragonès van coalitiepartner ERC de regering als interim-minister-president.

Verkiezingen in volle coronapandemie, is dat wel verstandig?

Net als vele andere Europese landen wordt Spanje momenteel nog altijd hard getroffen door de coronapandemie, met een zogenoemde derde golf die zijn piek bereikt. In heel het land gelden strenge maatregelen. Catalonië is bovendien een van de zwaarst getroffen regio’s. Verkiezingen houden op zo’n moment is niet zonder risico.

Dat vindt ook de Catalaanse regering, die de verkiezingen daarom had uitgesteld tot 30 mei. Officieel wegens de coronapandemie, maar volgens tegenstanders van de regeringspartijen ook omdat ze een te lage opkomst vreesden. Hoe dan ook, het Catalaanse Hooggerechtshof besliste er anders over en oordeelde dat de verkiezingen toch op 14 februari, zoals eind vorig jaar gepland, moeten plaatsvinden.

Een man stelt een stembureau op in de Ninot-markt in Barcelona, volgens de veiligheidsvoorschriften tegen het coronavirus.
AFP or licensors

Om ze toch zo veilig mogelijk te organiseren, voerde de Catalaanse overheid een hele reeks veiligheidsmaatregelen in. Zo worden stembureaus waar het kan in open lucht opgezet of in grotere of goed geventileerde ruimtes, zoals in de Ninot-markt in Barcelona (foto boven). Voor- en bijzitters van stembureaus moeten vooraf hun temperatuur laten meten en beschermende kledij dragen op het moment dat besmette mensen of mensen in quarantaine komen stemmen, waarvoor een apart tijslot is voorzien. Ook kwetsbare mensen krijgen een eigen tijdslot. Identiteitskaarten worden niet aangeraakt door de leden van het stembureau maar in een bakje gelegd. Daarnaast heeft de Catalaanse regering ook het stemmen per post zoveel mogelijk aangemoedigd.

Toch is het maar de vraag of de parlementsverkiezingen overal even vlot zullen verlopen. Veel mensen die opgeroepen zijn als voor- of bijzitter, haakten de voorbije weken af omdat ze vinden dat hun recht op gezondheid wordt geschonden (een week voor de verkiezingen was dat al 25 procent). Als een stembureau te weinig personeel vindt, kan dat de stemming daar in het gedrang brengen of zelfs volledig onmogelijk maken. Er is al sprake van dat er in dat geval ook begin volgende week nog gestemd zou kunnen worden, waardoor de uitslag van de verkiezingen mogelijk langer op zich zal laten wachten.

Wat is de inzet van deze verkiezingen?

Hoe kan het ook anders: de aanpak van de coronacrisis en de economische crisis is een van de verkiezingsthema’s. Maar in Catalonië draaien de verkiezingen – zeker het laatste decennium – ook altijd om de strijd voor onafhankelijkheid. Met als centrale vraag: behouden de separatistische partijen (de partijen die voor de onafhankelijkheid zijn) een meerderheid in het parlement?

Een boeiend politiek gevecht ontvouwt zich. Het separatistische partijlandschap is de voorbije jaren wat uiteengerafeld, met afscheuringen en nieuwe allianties. Maar de belangrijkste evolutie is dat de twee partijen die samen in de regering-Puigdemont zaten, het referendum organiseerden, daarna eenzijdig de onafhankelijkheid uitriepen en nog steeds een coalitie vormen, nu voor een compleet andere strategie kiezen. Om niet te zeggen dat ze vechtend over straat rollen.

Bekijk hier een reportage van VRT NWS-journaliste An Baccaert vanuit Catalonië ("Terzake" 12/02/2021):

Videospeler inladen...

Junts per Catalunya (of kortweg Junts), de liberale separatistische partij van Puigdemont, houdt vast aan de confrontatie met de Spaanse nationale regering en hoopt kiezers te winnen door de verontwaardiging over de afzetting van zijn regering en de veroordeling van de twaalf Catalaanse leiders te blijven voeden. Junts gelooft heel erg in een unilaterale aanpak, waarbij de Catalaanse regering zelf het heft in handen neemt in de strijd voor onafhankelijkheid. Welke regering er ook aan de macht is in Madrid, links of rechts, ze zullen altijd tegen Catalonië zijn, is het gevoel.

De linkse, republikeinse partij ERC wil het echter over een andere boeg gooien en predikt nu de weg van de dialoog. De ERC koos ervoor om gedoogsteun te geven aan de linkse nationale minderheidsregering van premier Pedro Sánchez in ruil voor onderhandelingen over meer autonomie voor Catalonië en amnestie voor de veroordeelde Catalanen. Het doel van ERC: op een onderhandelde manier tot een nieuw referendum komen. En verkiezing na verkiezing de druk op Madrid opvoeren door samen met de andere separatistische partijen telkens een nog grotere meerderheid te behalen.

De campagne toont het aan: het wordt een bikkelharde strijd tussen de twee grote separatistische partijen. In de peilingen zijn ze aan elkaar gewaagd. Wie de grootste wordt, kan beslissend zijn voor de strategie die de volgende Catalaanse regering zal volgen: de confrontatie met Madrid of de dialoog.

Breekt de Catalaanse Socialistische Partij met boegbeeld Salvador Illa de separatistische meerderheid?

Tenzij de Catalaanse Socialistische Partij roet in het eten gooit. Want die schoot in de peilingen als een raket omhoog. Bij de verkiezingen eind 2017 waren de socialisten nog de vierde partij, nu zou de PSC wel eens de tweede of zelfs grootste partij van Catalonië kunnen worden.

Dat succes in de peilingen heeft alles te maken met Salvador Illa (foto boven), tot een kleine drie weken geleden nog minister van Volksgezondheid in de nationale regering. Illa is het gezicht geworden van de strijd tegen het coronavirus in Spanje en won enorm aan populariteit. Voor hij nationaal minister werd, was hij zelfs in Catalonië amper bekend. Nu is hij van alle Catalaanse lijsttrekkers de meest gewaarde politicus.

Opstappen als minister van Volksgezondheid op het moment dat de coronacijfers in Spanje weer door het dak gaan, is een grote gok. Met meer dan 60.000 doden is Spanje een van de zwaarst getroffen landen in Europa. Maar de socialisten hopen de populariteit van Illa te verzilveren en de meerderheid van de separatistische partijen te breken. Hun plan is een afspiegelingsregering op de been te brengen in Catalonië, een regering van de PSC met de ERC en andere kleine linkse partijen.

De vraag is of de ERC in zo'n scenario wil meegaan. De nationale regering gedoogsteun geven is één ding, in Catalonië zelf als enige onafhankelijkheidspartij in een regering stappen, zou bij de andere separatisten als verraad beschouwd worden. Eerder deze week sloten de separatistische partijen een pact om niet met Illa en de PSC in een regering te stappen. De toekomst zal uitwijzen of dat pact vooral campagneretoriek is of ook na de verkiezingen standhoudt, als bijvoorbeeld de druk op de ERC wordt opgevoerd.

Beluister hier een radioreportage van VRT NWS-journaliste Mieke Strynckx vanuit Barcelona ("De ochtend" 13/12/2021):

Wie wordt de volgende minister-president?

Hoewel de grootste twee separatistische partijen, Junts en ERC, elkaar bekampen om de grootste te blijven of te worden, zullen de topmannen van die twee partijen alleszins geen minister-president worden. Carles Puigdemont, voormalig minister-president en sterke man van Junts, is gevlucht en verblijft nog altijd in ons land. Hij trekt wel de lijst in Barcelona, maar is geen kandidaat-minister-president. Oriol Junqueras, voormalig viceminister-president en sterke man van de ERC, is veroordeeld tijdens het proces en mag zich niet verkiesbaar stellen.

Niettemin zijn ze nog altijd belangrijk voor hun partij. De strategie van JxCat bijvoorbeeld wordt vanuit de Belgische woonplaats van Puigdemont bepaald. Junqueras werd dan weer tijdelijk vrijgelaten om deel te nemen aan de verkiezingscampagne. Zijn partij laat dan ook geen kans verloren gaan om hem op te voeren.

Oriol Junqueras (links) en Carles Puigdemont (rechts) de dag na het referendum in 2017. De sterke mannen van respectievelijk ERC en Junts, maar geen van beiden wordt de nieuwe minister-president.
Copyright 2017 The Associated Press. All rights reserved.

Junts schuift in de plaats van Puigdemont Laura Borràs naar voren als boegbeeld. Bij de ERC is dat Pere Aragonès, de man die nu nog aan het hoofd staat van de regering in lopende zaken. Een van hen zou dus wel eens de nieuwe leider van de Catalaanse regering kunnen worden. Bij de socialisten is het boegbeeld zoals gezegd Salvador Illa, de derde grote kanshebber.

Laura Borràs werpt zich op als kandidaat-minister-president voor Junts, de partij van Carles Puigdemont.
AFP or licensors

De andere partijen lijken, althans volgens de peilingen, geen kans te maken om een leidende rol te spelen in een nieuwe regering. Ciutadans (de Catalaanse versie van Ciudadanos en nu nog de grootste partij in Catalonië, nipt groter dan Junts en ERC) lijkt veel van zijn aanhang te zullen verliezen. De conservatieve Partido Popular werd bij de vorige verkiezingen overvleugeld door Ciutadans en lijkt ook nu niet al te veel brokken te zullen maken. Het minister-presidentschap claimen wordt dus moeilijk, al kunnen beide partijen wel een belangrijke rol spelen bij de coalitievorming.

Wie ook in die positie verkeert, is de CUP, een kleinere extreemlinkse separatistische partij die de grootste twee onafhankelijkheidspartijen ook bij sterke winst van de socialisten alsnog aan een meerderheid kan helpen. Zelfs Junts, allerminst links te noemen, is bereid om met de CUP in zee te gaan. De onafhankelijkheidsdroom primeert op de ideologische verschillen. Tot slot is het ook zeker dat de extreemrechtse partij Vox zijn intrede zal doen in het Catalaanse parlement. De peilingen geven een tiental zetels aan. De campagne van Vox focust zich heel sterk op antiseparatistische gevoelens, de partij is op die manier groot geworden in de rest van het land.

Pere Aragonès van de ERC, momenteel interim-minister-president na het ontslag van Quim Torra, is kandidaat om de nieuwe Catalaanse regering te leiden.
AFP or licensors

En de Catalanen zelf? Liggen zij nog wakker van onafhankelijkheid?

Op het eerste gezicht lijken veel Catalanen nu andere dingen aan hun hoofd te hebben, de coronapandemie om maar iets te zeggen. De gezondheids- en economische crisis aanpakken, is voor hen nu de eerste prioriteit.

Uit een peiling van het Spaanse sociaal onderzoeks- en communicatiebureau GAD3 in januari blijkt dat de steun voor onafhankelijkheid ook langzaam kleiner wordt bij de Catalanen. 43 procent van de ondervraagden is er voorstander van. Tegelijk vergroot de kloof met de ondervraagden die onafhankelijkheid absoluut afwijzen. 49 procent is nu tegen.

Beluister een reportage van VRT NWS-journaliste Mieke Strynckx vanuit Barcelona ("De ochtend", Radio 1, 12/02/2021):

Die trend zou vooral een gevolg zijn van de verdeeldheid tussen de separatistische partijen over welke weg gevolgd moet worden. Maar ook de verwachtingen over de slaagkansen vervagen. Drieënhalf jaar na het referendum is er van onafhankelijkheid nog lang geen sprake. Het geloof dat het er in de nabije toekomst nog van komt, ebt bij sommigen weg.

Nog eens eenzijdig de onafhankelijkheid uitroepen, zoals in 2017, vindt een overgrote meerderheid van de kiezers van ERC en Junts bovendien geen goed idee. Toch blijft nog altijd een aanzienlijk deel van de Catalanen dromen van die onafhankelijkheid. Het resultaat van de verkiezingen zal aantonen hoezeer dat vuur nog brandt en bepalen welke richting Catalonië de komende jaren inslaat.

Maar één ding staat vast. Wie ook aan het langste eind trekt bij de stembusslag, de houding van de Spaanse regering in Madrid tegenover onafhankelijkheid van Catalonië is in de voorbije vier jaar niet veranderd. Mariano Rajoy, die de Catalaanse regering destijds afzette, en zijn PP mogen dan niet meer aan de macht zijn, ook de PSOE van premier Sánchez is zeer gehecht aan de Spaanse grondwet van 1978, die de eenheid van Spanje benadrukt.

De kleinere coalitiepartner Unidos Podemos is wel voor een verdere federalisering van het land, maar heeft op dit moment te weinig gewicht om dat door te drukken. Het standpunt van de Spaanse regering is dan ook: praten over meer bevoegdheden kan, maar van onafhankelijkheid kan geen sprake zijn.

Bekijk hier een reportage van VRT NWS-journaliste An Baccaert vanuit Catalonië ("Het Journaal 13/02/2021):

Videospeler inladen...

Meest gelezen