Direct naar artikelinhoud
AchtergrondSchermtijd kinderen

‘We zitten in een groot experiment’: de schermtijd van jongeren baart ouders en experts zorgen

Een op drie tieners spendeert nu meer dan drie uur per dag aan social media
Beeld Thomas Nolf

Lessen volgen, vrienden zien, plezier zoeken: veel jongeren leven door de pandemie meer dan ooit online. De explosie aan schermtijd maakt niet alleen hun ouders maar ook deskundigen bezorgd. ‘We zitten in een groot experiment.’

’s Ochtends om iets na acht ‘s uur klapt Lore haar laptop open. Nederlands, wiskunde, geschiedenis: het 13-jarige meisje volgt de ene na de andere liveles. Pas zeven uur later gaat het scherm weer op zwart. “Intensief”, noemt ze de afkoelingsweek. “Want pauze is er eigenlijk nooit.” Maar ze wil niet klagen. “Ik weet dat het voor anderen veel moeilijker is.” Voor Lore is online onderwijs iets uitzonderlijks. Normaal zit ze, zoals andere kinderen van de eerste graad in het secundair, op de échte schoolbanken. 

Anders is het voor haar oudere broer en zus. Thor, 17, mag alleen halftijds naar school. Hij brengt veel meer tijd door achter zijn computer of smartphone. “Als ik het sociaal contact met mijn vrienden en het gamen erbij tel, kom ik snel aan tien uur beeldscherm per dag”, rekent hij uit. Voor de oudste van het gezin, de 20-jarige Ime, geldt hetzelfde. Haar universiteit hanteert code rood. “Zelfs haar stage moet via telewerk”, zucht vader Erik Boon.

Hoewel de man begrip heeft voor de beperkende maatregelen, maakt de exponentiële toename aan beeldschermen hem als ouder ongerust. “Zeker voor onze oudste dochter, die nog weinig fysiek contact heeft met anderen, is dit geen goede situatie. Ze geeft aan dat dit online leven haar zwaar valt. Ik hoop oprecht dat het niet meer al te lang blijft duren. Ik ben bezorgd dat ze er anders psychisch onder doorgaat.” 

Het vooruitzicht van nog meer schermtijd maakt hem ook soms bekommerd over zijn gamende zoon. “Je denkt toch soms: hij zal toch niet verslaafd raken? Toch willen we geen strikte regels opleggen. Alleen tijdens de lunch en het diner mogen beeldschermen niet. We geloven in vertrouwen geven. Tot nog toe gaat dat onze kinderen goed af.”

Boon is niet alleen. Hoe verder in de pandemie, hoe meer ouders zich zorgen beginnen maken. Aan het begin van de eerste lockdown waren smartphones, tablets en computers in veel gezinnen een dankbaar hulpmiddel om de dag door te komen. “Het is maar eventjes”, dachten velen. Maar nu we een jaar verder zijn en het eind van de restricties nog niet in zicht is, rijst ook de vraag: hoe lang blijven al die schermen nog in ons leven? En vanaf welk punt wordt het dan ongezond?

Hersenloos scrollen

Bert Pieters, expert bij het Vlaams Kenniscentrum Digitale en Mediawijsheid, herkent de vrees. “Die vragen zijn heel begrijpelijk en terecht, maar de antwoorden daarop zijn ingewikkeld. Ze verschillen vanuit de hoek waarmee je naar schermtijd kijkt.”

Spreek je met een oogarts hierover, dan zal die wellicht aangeven: hoe minder een kind achter een scherm zit, hoe beter. “Of je nu uren op Facebook, een krantensite of educatieve app zit maakt niet uit. Oogartsen kijken naar de totale schermtijd, omdat die de kans op bijziendheid doet toenemen”, aldus Pieters. Om die reden klinkt hun pleidooi voor de 20-20-2 regel de laatste tijd weer nadrukkelijk. Die regel houdt in: elk kind moet na 20 minuten dichtbij kijken achter een scherm een pauze inlassen, waarbij het best 20 seconden in de verte kijkt. Het gaat ook best 2 uur per dag buiten.

Bij Mediawijs vinden ze dit een goede richtlijn, al beseffen ze dat deze in coronatijd, waar we soms 8 à 10 uur per dag voor een scherm doorbrengen, onhaalbaar kan zijn. “Daarom leggen we de focus liever op niet-schermtijd: probeer ervoor te zorgen dat je kind dagelijks 2 uur fysiek actief is, liefst in de buitenlucht. Niet alleen is dit een haalbare regel, op die manier krijg je automatisch een betere balans en geef je je ogen rust.”

Vanuit het perspectief van de Wereldgezondheidsorganisatie worden dan weer andere strikte richtlijnen per leeftijdsgroep naar voren geschoven. Een 2- tot 5-jarige zou zo maximaal één uur per dag achter een smartphone, laptop of tablet mogen zitten. Maar het bewijs daarvoor is pover. De wetenschappelijke consensus is intussen dat niet de duur maar het soort activiteit achter een beeldscherm van belang is. Concreet: hersenloos scrollen door Instagram-beelden is iets helemaal anders dan op Twitter deelnemen aan een discussie over coronamaatregelen.

Onder meer ontwikkelingspsycholoog Bart Soenens (Universiteit Gent) erkent dat. “Je moet vooral zoeken naar een goede balans in je schermactiviteit. Passief zijn is ongezonder dan actief zijn. Bij iemand die veel op TikTok zit maar nooit post, is de kans dat hij of zij zich slecht in z’n vel voelt groter. Uit onderzoek blijkt in elk geval dat zulke passieve gebruikers vaker kampen met psychologische problemen.”Het is wellicht een wederkerig proces, zegt Soenens. “Wie zich niet goed voelt heeft niet de fut voor actief schermgebruik. Passief schermgebruik leidt echter vaak tot negatieve sociale vergelijking. De vaststelling dat anderen een leuker en opwindender leven hebben dan jij duwt je nog dieper in de put.”

Tricky business

Voor corona gold er een duidelijke regel bij de familie Ledeganck. Hun drie zonen van 10, 13 en 15 jaar mochten één uur per dag ontspanning zoeken op een beeldscherm. “Maar tijdens de eerste lockdown zijn we daar volledig van afgestapt”, blikt vader Pieter terug. “De enige instructie was dan: zorg dat je elke dag één uur in beweging bent. Dat zegt wel iets over het toegenomen aandeel YouTube en GTA, denk ik.”

Maar dan bleven de punten op school achter en moesten er toch nieuwe afspraken gemaakt. “Die gelden tot op vandaag. Joren, Kwinten en Kobe mogen pas na 16 uur om beeldschermtijd vragen. Doorheen de dag zitten ze natuurlijk ook op hun laptop, maar dat mag enkel voor schoolwerk.”

Tot zover hij er zicht op heeft, wordt dat principe goed nageleefd. “Ze weten ook dat ik hersenloos vertier liever niet zie. Ik bedoel daarmee: dat ze gaan doorklikken op sites als YouTube. In het begin ben je nog mee maar na een tijd heb je geen idee meer waarnaar ze kijken.” De kans dat ze hun vader verleid krijgen tot meer schermtijd is het grootst als de zonen zich online creatief of educatief bezighouden, met programmeren via Arduino of stop-motionfilmpjes maken. “Dat vind ik  zinvoller.” 

Tricky business
Beeld Thomas Nolf

Ledeganck is vooral bezorgd dat zijn kinderen ooit geen moment meer zonder beeldscherm zouden kunnen. “Ik zou niet graag willen dat ze voortdurend afleiding zoeken op die toestellen. Ik vind het belangrijk dat ze ook niks kunnen doen. Hun gedachten laten ronddwalen. Zich vervelen. Zo voelen ze tenminste hoe het met hen gaat.”

Hoeveel is de beeldschermtijd van onze kinderen door corona toegenomen? Er zijn nog geen Vlaamse of Belgische onderzoeken die dat in detail beschrijven. Een heel recente enquête van ontwikkelingspsycholoog Soenens geeft wel een indicatie. Zijn team kon in januari, via de motivatiebarometer, 470 twaalf- tot achttienjarigen over hun online leven bevragen. 33 procent van gaf toen aan meer dan drie uur per dag door te brengen op TikTok, Instagram, Facebook en Snapchat. Dat zijn er aanzienlijk meer dan pre-corona: toen gaf 17 procent aan dat te doen. Voor gamers geldt ook een verdubbeling: 6 procent kwam voor de crisis aan meer dan drie uur per dag. In januari was dat 13 procent. “Tegelijk was er bij iedereen een daling in fysieke activiteit.”

De cijfers maken Soenens, “als wetenschapper en als vader”, ongerust. “Uit onze bevraging blijkt immers dat het passieve social media gebruik – gewoon wat swipen en scrollen – duidelijk de overhand neemt. 65 procent geeft aan zelden of nooit nog een post te maken. Dat is precies het socialmediagebruik dat gepaard met een slechter mentaal welbevinden.” 

Het toegenomen gamen noemt Soenens ook “tricky business”. “De wereld is zo grauw en kleurloos nu, waardoor de kick van zo’n spel veel groter is. De weg richting excessief gebruik en verslaving is daardoor sneller geplaveid. Wat niet wil zeggen dat iedereen daarin meegaat, natuurlijk.”

Routines doorbreken

Vraag je het Peter Nikken, hoogleraar mediaopvoeding aan de Erasmus Universiteit, dan zegt hij dat de gevolgen van al die beeldschermen moeilijk te achterhalen zijn. “Wat we zeker weten is dat we nu in een groot experiment zitten. De tijd die we aan deze toestellen spenderen is ongezien.” Nikken is bezorgd dat op net hetzelfde moment het welzijn van kinderen zo onder druk staat. “Velen spreken over gevoelen van ontevredenheid en depressiviteit. Als jongeren zich niet lekker voelen, bestaat de kans dat ze zich verliezen in mediagebruik.” 

Hij is dus niet ongerust over de schermen an sich, maar wel over het feit dat zoiets tot minder fysieke activiteit en sociale interactie leidt. “Zeker voor de jongsten onder ons, kinderen van een tot drie jaar, kan dat heel nefast zijn voor hun ontwikkeling. Ook die generatie zit tegenwoordig meer dan ooit achter een scherm – en die tijd gaat rechtstreeks af van het rondkruipen, brabbelen en ontdekken. Die gemiste uren zijn volgens mij veel ingrijpender in zo’n kort leven, dan voor een tiener die al veel vaardigheden heeft.”

Ondanks “het groot experiment” zijn zowat alle experts optimistisch over wat volgt na deze crisis. Er zullen hier en daar moeilijke routines doorbroken moeten worden. Maar jongeren zijn flexibel. “En ze geven zelf aan dat ze uitkijken naar een offline leven”, merkt Astrid Van Roy op, zij is educatief medewerker bij ‘Veilig Online’. Dat initiatief van de Gezinsbond en Child Focus biedt vormingsavonden voor ouders aan. Van Roy probeert hen vooral gerust te stellen. “Er zijn gewoon heel erg weinig alternatieven op dit moment. Weten we precies wat de langetermijngevolgen van al die beeldschermtijd zijn? Nee, en de kans dat we dat ooit gaan achterhalen, is klein. Daarvoor zijn er het afgelopen jaar te veel zaken ineens veranderd.”

Ze drukt ouders op het hart: “Desperate times ask for desperate measures. Probeer niet al te erg vast te houden aan limieten. Schermen volledig ontzeggen is sowieso geen goed idee.” Al is grenzeloos ook niet de bedoeling. “Probeer samen met je kind afspraken te maken. Dat zal ieder gezin sowieso moeten doen later, als een normaal leven weer mogelijk wordt en al die online routines weer doorbroken moeten worden.”  Ouders moeten beseffen dat ze daarin een belangrijke rol zullen spelen. “Als zij zelf verslingerd blijven aan hun smartphone is de kans klein dat hun kinderen ineens wel schermen afweren”, aldus van Roy.

Vader Erik Boon geeft toe dat zijn gsm vaker wegleggen een persoonlijke uitdaging zal worden. “Al geloof ik wel dat zoiets ook vanzelf zal gebeuren. Als we allemaal weer onze hobby’s kunnen uitoefenen, hebben we automatisch minder tijd voor al die toestellen.”

Ook de 15-jarige Kobe Ledeganck ziet dat zo.  Al vreest hij wel dat zijn beeldschermtijd niet alleen zal plaatsmaken voor leuke dingen. “Als de scholen weer volledig open gaan, zal er ook meer huiswerk volgen, zeker?”