Nieuw advies van Hoge Gezondheidsraad: “Let op met haardrogers en gebruik geen handdrogers meer in toiletten”
Kappers moeten voorzichtig zijn met haardrogers en wie naar het toilet is geweest, gebruikt beter geen handdroger die lucht naar boven blaast. Dat staat in een nieuw advies van de Hoge Gezondheidsraad. Met dergelijke blaastoestellen kan je namelijk het coronavirus verspreiden via onzichtbare kleine druppels die vrijkomen als je uitademt. In het 70 pagina’s dikke advies hamert de Hoge Gezondheidsraad ook nog eens op het belang van ventilatie met verse lucht in gebouwen.
De kappers zijn nog maar net open, onder strenge voorwaarden, en ze krijgen alweer een nieuw advies: als ze het haar van klanten föhnen, moeten kappers opletten dat ze de haardroger zo richten dat de lucht die uit het toestel wordt geblazen, niet van de ene persoon naar de andere wordt geblazen. Dat zegt de Hoge Gezondheidsraad in een nieuw advies.
Bij het gebruik van haardrogers bestaat volgens de Raad “een niet te verwaarlozen risico dat met virussen besmette lucht in de omgeving en naar andere personen wordt geblazen”.
Terwijl het gebruik van haardrogers moeilijk te vermijden is, raadt de Hoge Gezondheidsraad resoluut af om nog langer de handdrogers te gebruiken die in toiletten hangen. Meer concreet gaat het om de zogenoemde jethanddrogers.
“Die kunnen kleine druppeltjes die besmet zijn met het virus omhoog blazen, van je handen naar de neus of mond, van jezelf of van iemand anders ”, zegt professor Nicolas Van Larebeke van de Hoge Gezondheidsraad. “Het gebruik van dergelijke blazers moet daarom koste wat het kost vermeden worden en vervangen door papieren wegwerphanddoekjes”, luidt dan ook het advies.
Ventilatie
Daarnaast benadrukt de Hoge Raad in het nieuwe advies ook nog eens het belang van goede ventilatie, zeker tijdens deze koude winterperiode. De Raad anticipeert al op eventuele versoepelingen, waarbij er weer meer binnenactiviteiten kunnen worden toegelaten, terwijl het gevaar van de besmettelijke virusvarianten om de hoek loert. “Daarom is het des te belangrijker om binnenruimtes zo goed mogelijk te ventileren, als we nieuwe opstoten willen vermijden.”
De Hoge Gezondheidsraad kijkt hiervoor ook naar de overheidsgebouwen. De Raad “raadt de overheid ten zeerste aan om de installatie van een ventilatiesysteem dat voldoet aan de geldende normen te voorzien voor elk gebouw waar een aanzienlijk aantal mensen lange tijd moet verblijven”.
Bij gebrek aan een basisventilatie volgens de normen, zoals in de meeste scholen het geval is, zijn open ramen de enige manier om een betere ventilatie te krijgen, zo schrijft de Raad nog voor. De ramen moeten ook constant open blijven staan, want ze “kortstondig openen is alleen effectief voor de snelle verwijdering van polluenten, maar niet voor continue luchtverversing”. Ventileren blijft dus de boodschap, ook al is het buiten koud.