Knack, eerste Vlaamse nieuwsmagazine, is 50; hoofdredacteur Bultinck: "Sociale media hebben ons beter gemaakt"

Een halve eeuw geleden, in de nasleep van mei ’68, verscheen het eerste nummer van het weekblad Knack, een onafhankelijke nieuwkomer in het Vlaamse medialandschap. Een pluralistisch blad met scherpe pennen als Frans Verleyen of Johan Anthierens (over wie Canvas vanavond de tweedelige docu "Niemands meester, niemands knecht" uitzendt) en diepgravende onderzoeksjournalistiek. Van de digitalisering en de hete adem van de sociale media hoeft Knack niet zo veel te vrezen, maakt huidig hoofdredacteur Bert Bultinck zich sterk. De grote media doen nog altijd meer aan informatie dan aan sensatie, "de journalistiek is erop vooruitgegaan".

Vijftig jaar na de start voert Knack op dit ogenblik de slogan "Je moet niet altijd meteen een mening hebben. Denken is ook goed. Durf twijfelen." Onafhankelijk denken hield Knack al van bij de start hoog in het vaandel, toen het medialandschap nog verzuild was, zegt hoofdredacteur Bert Bultinck in "De ochtend" op Radio 1:

Op 18 februari 1971 rolde het eerste nummer van Knack van de persen, met een opmerkelijke coverfoto van oud-premier Paul-Henri Spaak en zijn grasgroene parkiet. Grote buitenlandse magazines stonden model voor Knack: TIME, Newsweek, Der Spiegel of Elsevier. 

Iets dergelijks bestond nog niet in ons land. De krant Het Volk had de wekelijkse bijlage Spectator; er waren televisiebladen (zoals Humoradio) of damesbladen (Libelle, Het Rijk der Vrouw) en geïllustreerde tijdschriften zoals Panorama of De Post. Een algemeen en onafhankelijk nieuwsmagazine met binnen- en buitenlands nieuws én sport en cultuur, reportages én interviews, foto’s en cartoons, dat was nieuw. Roularta, een Roeselaarse drukkerij en uitgeverij van toen nog vooral gratis reclamebladen, zag er brood in. De redactie was en is in Brussel gevestigd.

De eerste Knacks hadden alleen een kleurrijke cover en reclamebladzijden; de redactionele artikels en foto’s stonden in zwart-wit op net iets beter krantenpapier. De vreemde naam "Knack" zou van de ontwerper komen en geïnspireerd zijn op de titel van een Britse filmkomedie uit de jaren zestig: "The knack and how to get it". In het Engels betekent "a knack" een "slimmigheidje".

Ontvoogding

Frans Verleyen, vanaf 1973 het boegbeeld van Knack, maakte het blad naar eigen zeggen "voor de Vlaamse onderwijzer met ambitie". Dit is wat Roularta Media anno 2021 over het eigen merk zegt: "Knack richt zich in hoofdzaak op mannen en vrouwen uit de hogere sociale groepen. De lezer heeft een hogere opleiding genoten en situeert zich vooral bij de actieve bevolking." Huidig hoofdredacteur Bert Bultinck beaamt in "De ochtend" op Radio 1: "Die onderwijzer is nog altijd deel van de ruggengraat van Vlaanderen en zit nog altijd in het DNA van Knack."

De geboorte kwam niet toevallig kort na de revoltes van 1968 in Europa. Daarover zei Verleyen: "In de onmiddellijke nasleep ervan, pal op de nieuwe breuklijn tussen oud en nieuw, verscheen op 18 februari 1971 nummer één van Knack: voor Vlaanderen het eerste nieuwsmagazine-experiment ooit." En ook : "De tijdgeest waar Knack in meegroeide, en waarop het blad lokaal enige invloed uitoefende, kan met dat ene woord samengevat worden: ontvoogding." 

Neem nu het nummer van 18 oktober 1971 met de coverstory "Dossier Abortus", met stemmen voor en tegen en een reportage uit Londen, "vrijplaats voor abortus". Roularta-uitgever Willy De Nolf schreef monter in zijn voorwoord: "Er komt een kentering in de openbare mening en bij de wetgevers in sommige landen."

Pluralistisch en voor op zijn tijd

Knack had geen uitstaans met de "zuilen", de ideologische gekleurde organisatie van de samenleving toentertijd, met liberale, socialistische of katholieke kranten en weekbladen. Over dat pluralisme schrijft huidig hoofdredacteur Bert Bultinck in het feestnummer naar aanleiding van 50 jaar Knack: "Het was een van de aspecten waarin Knack voor op zijn tijd was, en zeker de politici moesten daar nog aan wennen. Dat laatste is niet fundamenteel veranderd. Ook vandaag botst deze redactie nog geregeld met het politieke establishment, dat de vrije meningsuiting hoog in het vaandel zegt te hebben, maar sikkeneurig wordt als Knack niet schrijft wat de politici graag over zichzelf zouden lezen.”

Links en rechts zweren na iedere lezing hun abonnement op te zeggen. Zo hoort het.

Journalist Johan Anthierens formuleerde het op de 10e verjaardag van het blad als volgt:  "Ik geloof dat Knack (zeg je nu Knàk of Nèc?) onder Verleyen een deugdelijk evenwicht heeft bereikt. Links verfoeit die burgerlijke vetgans, rechts verfoeit onze subversieve drijverijen: links en rechts lezen Knack en zweren na iedere lezing hun abonnement op te zeggen. Zo hoort het." 

Elke week schreef Johan Anthierens "Ooggetuige", een messcherpe, sarcastische column van drie bladzijden over allerlei hete hangijzers, die geheid lezersbrieven opleverde. Anthierens, over wie Canvas net nu de tweedelige reeks "Niemands meester, niemands knecht" uitzendt,  zei zelf dat hij in 1973 "journalistiek asiel" had gevonden bij de redactie van Knack. 

De Knack-redactie was een jongensclub; vrouwelijke journalisten waren en zijn schaars. En, schreef Johan Anthierens: "Zelden zag ik zo’n bende loslopende enkelingen." Hoofdredacteur en directeur Frans – Sus - Verleyen was niet voor één gat te vangen. Hij steunde het communautaire Egmontpact tegen de Vlaamse bezwaren in, verdedigde de socialisten tegen de volmachten van de regering Martens in de jaren 80 en drukte daarna de jonge liberaal Guy Verhofstadt en zijn individualistische "Burgermanifest" aan de borst. Het "Woord vooraf" van Verleyen in elke Knack werd gretig gelezen en becommentarieerd. Verleyen overleed in 1997 aan kanker, hij was nog maar 56. Ook andere Knack-medewerkers overleden relatief jong, zoals Johan Struye.  

Bekijk hier het in memoriam van Frans Verleyen in Terzake, 13 oktober 1997:

Videospeler inladen...

Knack pionierde ook met diepgravende onderzoeksjournalistiek, met onder meer Frank De Moor en Walter De Bock die zich verdiepten in de handel en wandel van oud-premier Paul Vanden Boeynants of de Knokse burgemeester Leopold Lippens. Of in mensensmokkel, zoals Chris De Stoop. Recenter waren er de onthullingen van de Panama Papers. Al in een nummer van 1971 lezen we: "Bij de directie van de Fabrique National d’Armes de Guerre (Herstal/Zutendaal) blijven de blaffeturen voor de buitenstaander naar beneden." 

Voor buitenlandse reportages, wetenschap en cultuur - of kultuur, want Knack hanteerde de progressieve spelling - was er van bij het begin veel ruimte, met interviews en recensies. Patrick Duynslaegher bracht kritische filmjournalistiek tot bij een groot publiek. In 1985 kwam Knack Weekend (lifestyle) erbij, met Tessa Vermeiren, en sinds 2000 zit ook Knack Focus (cultuur en media) in hetzelfde pakket.

Knack heeft al een halve eeuw ongeveer hetzelfde letterlogo en de cover is nog altijd even rommelig.  In onlinetijden houdt het papieren blad goed stand met volgens de laatste CIM-cijfers 98.809 gedrukte exemplaren, het merendeel bestemd voor abonnees. Roularta Media, dat kort na Knack ook met het economische blad Trends begon en daar later Sportmagazine aan toevoegde, heeft vorige herfst nog een nieuwe rotatiepers van 12,5 miljoen euro in gebruik genomen, niet alleen om de eigen bladen, maar ook veel andere publicaties te drukken. Papier lijkt nog niet dood.  

Sociale media hebben ons beter gemaakt; digitalisering is op veel vlakken een zegen

"Weekbladen blijven het vrij moeilijk hebben," zegt huidig hoofdredacteur Bert Bultinck in "De ochtend", "maar sociale media hebben de gewone media wel beter gemaakt", gevoeliger voor fouten en kritiek. "De journalistiek is erop vooruitgegaan."

"Het gaat in tegen de perceptie," schrijft Bultinck in het jubileumnummer voor de 50e verjaardag, "maar de digitalisering was voor de kwaliteitsjournalistiek op veel vlakken een zegen: het ging weer meer waarover het moet gaan, over de journalistiek zelf dus." Volgens hem zijn de "grote, vertrouwde titels per saldo sterker geworden: minder flat earth news, meer onderzoek. Minder cheap journalism, meer factchecking. Minder sensatie, meer informatie."

Meest gelezen