Direct naar artikelinhoud
Voor u uitgelegdVaccinmythes

Waarom alleen kwetsbaren vaccineren niet voldoende is: 6 schadelijke mythes over de vaccins doorgeprikt

Waarom alleen kwetsbaren vaccineren niet voldoende is: 6 schadelijke mythes over de vaccins doorgeprikt
Beeld Sven Franzen

Twijfel, verwarring en verzet (tegen)over de coronavaccins krijgen steeds meer aandacht. Zes mythes doorgeprikt.

Duidelijke informatie kan levens redden. Daarom maakt De Morgen essentiële informatie over het coronavirus en de vaccins voor iedereen toegankelijk. Dit verhaal kunt u ook als niet-abonnee lezen.

Steun onze journalistiek. Neem een abonnement op De Morgen ›

Mythe 1: ‘Coronavaccins verminderen je vruchtbaarheid en zijn riskant voor zwangere vrouwen’

Er is geen weet van vruchtbaarheidsproblemen door vaccins en er is geen biologisch mechanisme bekend waardoor die zouden kunnen ontstaan. Wel is de kwestie onderzocht bij proefdieren in de preklinische onderzoeksfases. Voor de beschikbare coronavaccins tonen die geen impact op de vruchtbaarheid. De antistoffen die ze ons lichaam doen aanmaken ‘passen’ op het stekeleiwit van het coronavirus maar niet op eicellen of zaadcellen. Ze kunnen die dus niet ‘aanvallen’.

Ook voor een zwangerschap zien wetenschappers geen problemen. De aanbeveling luidt momenteel wel om zwangere vrouwen niet systematisch te vaccineren omdat klinische studies specifiek gericht op zwangeren pas gestart zijn.

In afwachting wordt de regel toegepast die geldt voor ‘niet-levende’ vaccins (ook de coronavacins werken niet met levend virus) bij zwangeren: voor het vaccin tegen hepatitis A zijn bijvoorbeeld geen studies bij zwangeren gebeurd, maar de vaccinatie wordt aangeboden voor reisbestemmingen waar er een groter risico op blootstelling is.

Ondertussen geeft het onderzoek op zwangere proefdieren wel geruststellende resultaten. In de VS zijn zo’n 15.000 zwangeren gevaccineerd met één van beide mRNA-vaccins en zij worden ook verder opgevolgd. Op dit moment zijn er geen onrustwekkende effecten. Vrouwen die een verhoogd blootstellingsrisico op corona lopen, zoals verpleegkundigen, kunnen overigens wel op individuele basis al een vaccin krijgen, zo stelt de Hoge Gezondheidsraad. 

Op sociale media gaan geruchten dat de immuunreactie die een coronavaccin uitlokt tegen het stekeleiwit van het coronavirus ook een immuunreactie tegen het syncytin-1 eiwit zou uitlokken. Dat eiwit is belangrijk bij de vorming van de placenta. Die eiwitten zouden zo hard op elkaar lijken dat je lichaam ze na vaccinatie riskeert te verwarren. Daardoor zou het vaccin niet alleen tegen de ‘coronastekels’ maar ook tegen dat syncytin-1-eiwit een immuunreactie uitlokken. Maar dit verhaal klopt niet. Het stukje van syncytin-1 dat op het stekeleiwit lijkt, omvat minder dan 1 procent van het hele eiwit. Die gelijkenis is dus te verwaarlozen.

Ook toont onderzoek dat zwangeren die Covid-19 zelf doormaakten geen problemen met placentavorming ondervonden. De zwangerschapsstatistieken in de VS in coronatijd tonen zelfs meer zwangerschappen dan in pre-coronatijd.

Mythe 2: ‘De ziekte doormaken biedt betere bescherming dan een vaccin’

Dat corona oplopen je sterker maakt dan een prik daartegen, is een vaak gehoord argument. Voor sommige infectieziekten geldt wel degelijk dat je levenslang beschermd bent nadat je ze doormaakte. Wie bijvoorbeeld bof had, kan meer antistoffen opgebouwd hebben dan na een vaccinatie. Maar dat gaat niet op voor elke ziekte, zeker niet voor kinkhoest, difterie, klem, en op basis van de huidige gegevens ook niet voor Covid-19. Daar zou het net omgekeerd kunnen zijn.

Zo’n 20 procent van de Belgen zou op dit moment antistoffen hebben tegen het coronavirus. Het is onduidelijk hoe talrijk en effectief die antistoffen precies zijn. Voorlopig lijken ze een aantal maanden lang te beschermen, al zijn er ook al herinfecties vastgesteld, soms zelfs na korte tijd. De gevallen van een tweede besmetting gaan wel gepaard met minder ernstige klachten.

Ook al lopen de opvolgstudies nog, wetenschappers gaan er op dit moment van uit dat wie gevaccineerd is, langer beschermd zal zijn dan wie de ziekte op natuurlijke wijze doormaakt. Dat zou komen omdat je via vaccinatie een andere immuunreactie krijgt dan via een infectieziekte en omdat de infectieziekte onze lymfeknopen aantast. Of er herhalingsinentingen nodig zullen zijn, is ook niet zeker. De opvolging van gevaccineerden moet daarover uitsluitsel geven.

Wie liever de ziekte doormaakt dan een vaccin te laten zetten, moet zich bovendien bewust zijn van de risico’s. Je kan niet kiezen wanneer en met hoeveel virus je besmet raakt. Je weet ook nooit hoe jouw lichaam daarop zal reageren.

Bovendien leert de ervaring uit Zuid-Afrika en Brazilië dat het doormaken van een Covid-19-infectie je niet beschermt tegen de nieuwe varianten, terwijl het vaccin dit deels wel doet.

Ook het ‘vaccinatiedorp’ van Antwerpen is inmiddels opgestart.Beeld Bob Van Mol

Mythe 3: ‘Enkel ouderen en kwetsbaren vaccineren is voldoende’ 

Omdat er niet genoeg vaccins zijn om iedereen meteen te vaccineren, is door wetenschappers en beleidsmakers een volgorde opgesteld. Die bepaalt dat bewoners van woon-zorgcentra, zorgpersoneel, 65-plussers en personen met een onderliggende ziekte eerst aan de beurt komen. Zo zijn de meest kwetsbaren eerst beschermd en wordt de druk op de zorg gevoelig verlaagd.

Bij de jonge en gezonde groep mensen zijn er minder ernstig zieken. Dat betekent evenwel niet dat ze onaantastbaar zijn. Onder de 25- tot 44-jarigen zijn tot nog toe 96 mensen gestorven. Er zijn ook heel wat jongeren die na een besmetting worstelen met langdurige klachten als vermoeidheid. Daarnaast is het zo dat iedereen die besmet raakt met Covid-19 en geen symptomen heeft, wel het virus kan doorgeven.

Enkel deze kwetsbaarste groepen vaccineren is niet voldoende om aan de bredere groepsimmuniteit te raken. Als dat niet gebeurt, blijven er drie risico’s bestaan: jongere mensen kunnen wel degelijk ook sterven of ziek worden en daar nog lang last van hebben, mensen die geen vaccin mogen krijgen of geen goed immuunantwoord kunnen opbouwen zijn niet beschermd en het virus kan betrekkelijk ongeremd blijven muteren. Alleen door minstens 70 procent van de Belgische bevolking te vaccineren en die buffer van de groepsimmuniteit te realiseren, vermijden we dat.

Mythe 4: ‘Er is onvoldoende kennis over de effecten op lange termijn en het afblokken van besmetting’

Honderd procent zeker ben je nooit als je iets voor het eerst doet, maar de constructie van de coronavaccins vertrekt vanuit gekende modellen en er zijn zware vangnetten voorzien. De strenge veiligheidsregels zijn strikt opgevolgd en nog nooit zijn vaccins op zulke grote groepen proefpersonen getest. In totaal moet het voor alle huidige coronavaccins over meer dan 100.000 mensen gaan. Hierdoor vis je er de belangrijkste bijwerkingen uit. Er zijn geen zorgwekkende effecten vastgesteld.

Bovendien zijn die bij vaccins binnen de zes weken bekend. Nu is er tot acht weken na de tweede dosis opgevolgd. Veel van die duizenden proefpersonen werden in de lente en de zomer van vorig jaar gevaccineerd, dus er zal wel zicht komen op gegevens over neveneffecten op de langere termijn. Op dit moment ontwaart men geen problematische bijwerkingen. Ook niet onder de miljoenen gevaccineerden in de VS, het Verenigd Koninkrijk en Israël. Die bijwerkingen zijn er trouwens ook niet met andere vaccins. Alle claims uit het verleden in die zin werden altijd ernstig onderzocht en weerlegd.

Maar verhinderen de vaccins wel de verspreiding van het virus? Brits onderzoek met het AstraZeneca-vaccin dat bij The Lancet is ingediend voor peerreview suggereert sterk van wel. Ook een studie uit Israël, dat al 80 procent van de zestigplussers heeft ingeënt, toont een vier keer kleinere virale lading bij infectie na vaccinatie met het Pfizer-vaccin, en dit vanaf twaalf dagen na de eerste vaccinatie. Meer onderzoek is nodig, maar het is biologisch logisch dat je na een vaccinatie veel minder virus aanmaakt waarmee je anderen kan besmetten. Dat is bij het gros van de andere vaccins ook zo.

Of de mRNA-vaccins ons DNA kunnen aantasten? Neen, het mRNA reist niet naar elders in het lichaam en na enkele uren verdwijnt het weer. Bovendien kan het niet gaan interageren met je DNA want het RNA uit de vaccins opereert enkel aan de oppervlakte van je cellen. Het DNA zit diep in de celkernen.Beeld Bob Van Mol

Hoe lang de vaccins bescherming bieden is nog niet zeker, maar wetenschappers gaan nu uit van minstens een jaar. Of de vaccins beschermen tegen varianten van het initiële virus moet nog duidelijker worden. Verschillende vaccins van de ‘eerste generatie’ werken goed tegen de Britse variant maar minder tegen de Zuid-Afrikaanse. Wel is waarschijnlijk dat ook een eerstegeneratievaccin je minstens deels beschermt tegen nieuwe varianten.

Nog iets wat vaccintwijfel aanwakkert: de vrees voor ‘antibody-dependent disease enhancement’. Dat is een biologisch mechanisme waardoor je nog zieker wordt bij besmetting met het wilde virus na een eerste infectie of na vaccinatie. Bij de mens is dat al vastgesteld bij dengue, zowel na een eerste infectie als na een vaccinatie. Ook in deze pandemie was het een zorg bij wetenschappers tijdens de ontwikkeling van de vaccins in het voorjaar. Maar hier is met grote nauwkeurigheid naar gekeken en gelukkig is er bij dierproeven en in het klinisch onderzoek geen enkele evidentie dat de huidige vaccins dit veroorzaken. 

Mythe 5: ‘mRNA-vaccins kunnen je DNA wijzigen en zo auto-immuunziektes veroorzaken’

De vaccins van Pfizer/ BioNTech, Moderna en straks ook CureVac werken met ‘boodschapper-RNA’: een molecule die een recept doorgeeft voor de aanmaak van het stekeleiwit door de menselijke cel. Op en rond de plek van injectie krijgen je cellen zo de opdracht het stekeleiwit van het coronavirus aan te maken. Daarop gaat je immuunsysteem reageren door de juiste antistoffen aan te maken. Bij klassieke vaccins krijg je een ‘lamgelegd’ stukje virus ingespoten, waarop vervolgens exact hetzelfde gebeurt: het immuunsysteem gaat antistoffen maken.

Omdat de mRNA-vaccins voor het eerst op grote schaal gebruikt worden én een genetisch recept dragen, is er ongerustheid. Kan dat RNA niet gaan morrelen met ons genetisch materiaal?

Nee, zo stelt de internationale wetenschap. Het RNA in de vaccins kan namelijk bijna niets. Het kan enkel lokaal cellen opdracht geven het stekeleiwit van het coronavirus na te bouwen. Het reist ook niet naar elders in het lichaam en na enkele uren verdwijnt het weer. Bovendien kan het niet gaan interageren met je DNA want het RNA uit de vaccins opereert enkel aan de oppervlakte van je cellen. Je lichaam gaat in opdracht van dat boodschapper-RNA wel stekeleiwitten aanmaken in je cellen, maar dat gebeurt helemaal niet in de buurt van je DNA. Dat zit goed weggestopt in de celkernen. ‘Buitenstaanders’ raken er niet bij.

Ook is er schrik voor auto-immuunziektes. Want vaccins trainen ons lichaam om een ongewenste indringer aan te vallen. Als die indringer heel erg lijkt op eigen bouwstenen in ons lichaam zou je immuunsysteem die in theorie ook kunnen aanvallen. Bij de ontwikkeling van vaccins gaat men echter na of de antigenen waartegen men een immuunantwoord opwekt niet lijken op een menselijk eiwit. Dus in de praktijk gebeurt zoiets zo goed als nooit omdat de antistoffen die je lichaam aanmaakt heel precies en specifiek zijn.

Waarom alleen kwetsbaren vaccineren niet voldoende is: 6 schadelijke mythes over de vaccins doorgeprikt
Beeld Illias Teirlinck

Toen de VS in 1976 een noodvaccin toelieten tegen griep, was er wel een echt probleem. Pas na miljoenen inentingen bleek dat het in heel zeldzame gevallen het verlammingssyndroom van Guillain-Barré opwekte, een auto-immuunziekte. Maar het verband met het vaccin is moeilijk statistisch hard te maken omdat het zo zeldzaam is. Het vaccin was op 7.000 mensen getest, heel wat minder dan de zowat 100.000 proefpersonen in de coronatests.

Onderzoek leert ook dat vaccins slechts in extreem zeldzame gevallen auto-immuunziektes kunnen veroorzaken. Maar dan is het altijd zo dat je veel meer risico loopt om die aandoening te krijgen wanneer je de infectie doormaakt, zoals bijvoorbeeld mazelen, dan wanneer je een vaccin tegen mazelen krijgt. Na een griepvaccin is de kans op ‘Guillain-Barré’ bijvoorbeeld één op één miljoen, na een griepbesmetting is dat zeven op één miljoen. Als je van de coronavaccins een auto-immuunziekte zou kunnen krijgen, zou je dat zeker ook door het coronavirus zelf kunnen oplopen. Daar is geen bewijs voor. 

Mythe 6: ‘De farma-industrie is door winst gedreven en verdoezelt problemen met de vaccins’

De farma-industrie heeft niet de beste naam. Al jaren wantrouwen mensen de sector, die sommigen associëren met onbetaalbare medicijnen en onethische verkooptechnieken. Het klopt in elk geval dat vele bedrijven hoge winsten opstrijken. Daar hoort wel de opmerking bij dat vaccins niet bepaald een goudmijn zijn: de ontwikkeling ervan eist veel tijd en geld. Daar komt bij dat big pharma vele levens heeft kunnen redden, niet alleen door vaccins maar ook door antibiotica, chemotherapie en tal van andere geneesmiddelen. Voor de ontwikkeling, productie en distributie daarvan, zijn we afhankelijk van hen.

Maar het is zeker niet zo dat we de vaccins tegen Covid-19 enkel en alleen te danken hebben aan de industrie. De kennis waarop farmaceuten zich baseren, wordt verzameld door wetenschappers aan op overheidsgeld draaiende universiteiten.

Dat er nu zo’n vaart wordt gemaakt, is niet omdat de farma-industrie stappen overslaat. Wel is het zo dat alle Covid-19-gerelateerde studies wereldwijd voorrang krijgen, zowel op financieel vlak als op vlak van personeel. Zo worden jaren gewonnen. De veiligheid of kwaliteit komt daarbij niet in het gedrang. Alle kandidaat-vaccins lopen de geijkte fasen van onderzoek door. Eerst is er een preklinisch onderzoek, waarbij stoffen getest worden op geïsoleerde cellen en dieren. Alleen als dat het gewenste resultaat oplevert, volgt een klinisch onderzoek. Dat bestaat uit vier fases. 

Eerst wordt de veiligheid bij tientallen gezonde vrijwilligers nagegaan. Vervolgens wordt de werkzaamheid en toe te dienen dosis in kaart gebracht bij een groep van enkele honderden patiënten. In de derde fase wordt opgeschaald tot duizenden proefpersonen. Een deel van hen krijgt het onderzochte vaccin, een deel een placebo. Als de voordelen duidelijk zijn, wordt bij een onafhankelijk geneesmiddelenagentschap gevraagd of het vaccin op de markt mag. Zodra het vaccin in gebruik raakt, wordt een fase 4-onderzoek gestart, waarbij alle bijwerkingen en de werkzaamheid worden bijgehouden.

Op dit moment kijkt de hele wereld nauwlettend toe op de ontwikkeling van de Covid-19-vaccins en worden de resultaten ook heel snel publiek gemaakt om de transparantie te verhogen. Problemen, zoals bij AstraZeneca dat in een van haar studies per ongeluk halve dosissen toediende, komen daardoor vrij snel aan het licht.

Bronnen: Geert en Isabel Leroux-Roels, Pierre Van Damme, Corinne Vandermeulen, Hans-Willem Snoeck, ‘Nature’, ‘The Lancet’, laatjevaccineren.be, gezondheidenwetenschap.be, fagg.be