Direct naar artikelinhoud
PolitiekStaatshervorming

Minister Verlinden (CD&V) pleit voor staatshervorming naar ‘2+2-model’

Minister van Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen Annelies Verlinden (CD&V).Beeld Photo News

Minister van Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen Annelies Verlinden (CD&V) pleit voor een staatshervorming volgens een ‘2+2-model’ of een model ‘met vier deelstaten’. Dat zei ze woensdag tijdens een gastcollege een de UGent. In zo’n model zou België bestaan uit een federale staat met een Vlaamse en Waalse deelstaat, aangevuld met Brussel en Ostbelgien.

en

Minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) gaf woensdag een gastcollege voor het vak politicologie van UGent-professor Carl Devos. Ze had het onder meer over de recente discussies over de nog ontbrekende pandemiewet, maar ook over de zoveelste staatshervoming. Verlinden bereidt de krijtlijnen van die hervorming voor tegen 2024, samen met collega-minister David Clarinval (MR).

“Ik vergelijk het met een huis, waarvan je twijfelt of je het moet oplappen, of gewoon afbreken. Voor mij is er maar één antwoord: we moeten bouwen”, zei de minister. Verlinden wil daarbij op zoek naar consensus, “zonder taboes”. “De oplossingen zullen moeten komen van ongebaande wegen.”

‘2+2 model’

Concreet denkt Verlinden onder meer aan een ‘2+2 model’, zei ze. Daarin zou België bestaan uit een federale staat, die op zijn beurt bestaat uit de Vlaamse en de Waalse deelstaat, en dan nog twee deelgebieden, Brussel en Ostbelgien, staat in een persbericht dat het kabinet-Verlinden woensdagmiddag uitstuurde naar aanleiding van het gastcollege.

Dat model zou het huidige complexe model met een federale staat, drie gewesten en drie gemeenschappen vervangen. In een persbericht dat het kabinet woensdagavond verstuurde is sprake van een pleidooi voor een “grondig debat over de staatshervorming waarbij ideeën zoals een ‘2+2-model’ of een model ‘met vier deelstaten’ ook besproken kunnen worden.”

“Ik stel vast dat daar aan beide kanten van de taalgrens enthousiasme over is. Het kan vereenvoudigend werken en creëert duidelijkheid”, zei Verlinden in Gent. De minister benadrukte wel dat Vlaanderen in elk geval bevoegdheden moet kunnen blijven uitoefenen in Brussel. Het gaat dan bijvoorbeeld om onderwijs, cultuur en andere persoonsgebonden materie.

Zonder taboes

Of bevoegdheden moeten schuiven in de richting van het federale niveau dan wel de deelstaten, liet Verlinden in het midden. “Ik ben ervan overtuigd dat België nog toegevoegde waarde heeft. Maar dat betekent niet dat we de deelstaten niet de juiste hefbomen kunnen geven om goed beleid te voeren. Ik zou het debat oneer aandoen door daar nu al te concrete antwoorden op te geven, maar we zullen moeten nadenken zonder taboes: met de recepten die we tot nog toe geprobeerd hebben, hebben we geen schoonheidsprijs gewonnen.”

Verlinden hoopt dat de hele oefening rond kan zijn tegen de 200ste verjaardag van België, rond 2030 dus. “Sommigen noemen dat misschien naïef, maar ik verkies dat boven cynisme. Je moet durven zeggen dat dat de ambitie is.”

‘Provocatief’

In Franstalig België lijkt het voorstel voor een 2+2-model minder goed te vallen. Onder meer minister van Buitenlandse Zaken Sophie Wilmès (MR), minister van Pensioenen Karine Lalieux (PS) en PS-Kamerfractieleider Ahmed Laaouej begrepen dat Brussel een soort van “sub-entiteit” zou worden. Dat is “geen optie”, tweette Wilmès woensdagmiddag. Ze kreeg daarbij steun van minister van Klimaat Zakia Khattabi (Ecolo). Laaouej had het in Le Soir zelfs over “provocatieve uitlatingen”. “Mevrouw Verlinden leeft op een andere planeet als ze denkt dat Brussel een sub-entiteit is. Het is beledigend voor de inwoners en doet denken aan de slechtste ideeën van de N-VA.”

Minister Lalieux liet dan weer weten dat ze zich verzet tegen een Belgische staatsstructuur waarin Brussel “misprezen” wordt. “Dat is een forse en duidelijke ‘neen’”, zegt ze. “Brussel is een volwaardig Gewest. Het tegendeel naar voren schuiven slaat nergens op. Hervormen zal nodig zijn, maar dat moet gebeuren met respect voor alle entiteiten.”