Direct naar artikelinhoud
InterviewJohan Vande Lanotte

Grondwetspecialist Johan Vande Lanotte: ‘Rechters gaan boetes kwijtschelden’

Johan Vande Lanotte. ‘Als het over fundamentele rechten gaat, moeten verkozenen van het volk mee beslissen. Ik denk dat dat essentieel is in een democratie.’Beeld Wouter Maeckelberghe

Na bijna een jaar van pandemie is er nog steeds geen pandemiewet. Die is nochtans nodig om de coronamaatregelen juridisch te onderbouwen. Die wet moet niet over maatregelen gaan, maar vooral garanties geven aan het parlement, zegt Johan Vande Lanotte, sp.a-oudgediende en specialist grondwettelijk recht. 

Een rechter in Den Haag verwees dinsdag de Nederlandse avondklok naar de prullenmand omdat die verkeerd is ingevoerd, al is ze voorlopig nog van kracht. Vrijdag is er mogelijk een uitspraak in hoger beroep. Maar ongeacht de uitspraak stemt het Nederlandse parlement ook over een spoedwet om de avondklok te ‘redden’. 

Het juridische steekspel bij onze noorderburen doet ook het debat bij ons over de avondklok weer losbarsten. “Ja, de wettelijke basis voor de coronamaatregelen is ook in ons land problematisch”, zegt Vande Lanotte, oud-politicus, mensenrechtenadvocaat en emeritus professor grondwettelijk recht (UGent). 

“De wet waar de regering zich momenteel op baseert, betreffende de civiele veiligheid, dient hier eigenlijk niet voor. Die wet is gemaakt om punctuele maatregelen te nemen bij rampen. Stel dat er een ontploffing is in een bedrijf, dan kan de regering zeggen dat de mensen in de buurt moeten binnenblijven. Het is niet de bedoeling om die wet te gebruiken voor maatregelen die voor lange tijd over heel België van toepassing zijn.” 

Daardoor groeit de druk om een pandemiewet in te voeren. Hoe moet die wet er volgens u uitzien? 

“Je hebt twee manieren om een wet te maken: een materiële en een procedurele. Materieel betekent dat er in de wet staat wat er allemaal mag gebeuren. Bijvoorbeeld: bij een pandemie mag de regering een avondklok invoeren, winkels sluiten, en ga zo verder. Daar ben ik niet voor, omdat ik denk dat de wet dan een hoop dingen voorziet die we bij een volgende crisis misschien niet nodig hebben. Dan laat de wet de regering te veel toe. Het is ook mogelijk dat de regering net een maatregel nodig heeft, die toch niet in de wet staat.” 

Dat zou nu wel op tafel liggen: een ‘niet-limitatieve’ lijst maatregelen zoals afstand houden, of een avondklok. 

“Als dat zo is, dan denk ik dat men de wet anders moet benaderen: op een procedurele manier. Dan stelt de wet niet wat de regering mag doen, maar wel hoe ze dat moet doen. Dat zou inhouden dat vooraleer de regering er gebruik van kan maken, het parlement een resolutie moet stemmen die duidelijk maakt dat we in een noodsituatie zitten. Dan is er al parlementair debat. 

“Voor elke beslissing zou de Raad van State dan een advies moeten geven, dat bekendgemaakt wordt aan het parlement. En dan moet heel de regering een beslissing nemen per Koninklijk Besluit. Niet per ministerieel besluit van de minister van Binnenlandse Zaken, zoals nu gebeurt. Het parlement zou de maatregelen van de regering ook om de maand moeten evalueren en goedkeuren. Anders vervallen ze.” 

N-VA doet nu een voorstel in die richting.

“Wel kijk, als het over fundamentele rechten gaat, moeten verkozenen van het volk mee beslissen. Ik denk dat dat essentieel is in een democratie. De rechterlijke macht en de wetgevende macht moeten er ook op hun specifiek terrein bij betrokken worden. Je hebt echt een juridische en een parlementaire controle nodig. Het mag niet één macht zijn die alles beslist.” 

Johan Vande Lanotte. 'Op zich vind ik de avondklok, althans in Vlaanderen, niet zo’n groot issue. Want de beperking die we ervan ondervinden is klein.'Beeld Wouter Maeckelberghe

Waarom duurt het zo lang om die pandemiewet in te voeren? 

“Als de regering nu die inhoudelijke benadering volgt, is er vermoedelijk elke keer wel iemand die voorstelt wat de regering tijdens een pandemie mag doen en zal er iemand anders zijn die zegt: deze maatregel gaat te ver.”

Zit er ook geen risico in het invoeren van een pandemiewet: geef je daarmee niet toe dat de juridische basis niet in orde was?

“Die zat natuurlijk niet goed. Maar de regering zat in een context waarin ze wel moest ageren. Ik kan zeker begrijpen dat ze de wet daarom creatief heeft ingevuld. De Raad van State heeft ook al te kennen gegeven dat deze wet op de civiele veiligheid als juridische basis volstaat. Alleen begint die situatie nu wel erg lang te duren.” 

In oktober volgde de Raad van State de regering in een arrest over de avondklok. Maar toen ging het om een ‘tijdelijke’ maatregel van een maand. We zijn nu bijna vier maanden verder.

“Inderdaad. Dat is ook voor andere maatregelen een gevaar. Ik heb het al gezegd: rechters zullen boetes beginnen kwijtschelden. Misschien gebeurt dat nu nog niet zo vaak, maar wacht nog een paar maanden. Als de crisis voorbij is, gaan we daar nog raar van opkijken. Wie zijn boete wel betaald heeft, zal het sneu vinden dat anderen eraan ontsnappen.

“Op zich vind ik de avondklok, althans in Vlaanderen, niet zo’n groot issue. Want de beperking die we ervan ondervinden is klein. Omdat de horeca en de theaters dicht zijn, kunnen we toch nergens naartoe. En er zijn uitzonderingen voor wie zich voor het werk moet verplaatsen.”

Op Twitter zijn er nochtans genoeg juristen die ertegen van leer trekken.

“Ook als jurist moet je op een bepaald moment rond je kijken en je afvragen: waar ben ik eigenlijk over bezig? Als de avondklok nu van tien tot zes zou duren, vind ik het al iets anders.”

In Brussel en Wallonië begint ze al om tien uur.

“Wel, dat vind ik dus niet zo evident. Brussel is een stad: omdat er veel mensen samenwonen, is er ook meer risico dat ze samen op straat komen, dat snap ik. Maar in Wallonië vind ik dat moeilijker te motiveren. Met de huidige cijfers, kan men dat zeker in Wallonië niet lang meer volhouden.”