Direct naar artikelinhoud
NieuwsPolitiegeweld

Politievakbond klaagt zelf politiegeweld tegen jongeren aan: ‘Minderjarigen werden brutaal geslagen in de cellen’

Een manifestatie op zondag 24 januari mondde uit in bijna 250 arrestaties, hardhandig politieoptreden en nu dus in een veroordeling van het geweld door de vakbond.Beeld ISOPIX

‘Minderjarigen werden in de cellen brutaal geslagen, zonder reactie van de aanwezige leidinggevenden.’ In een brief aan de Brusselse burgemeester Philippe Close distantieert politievakbond ACOD zich heel nadrukkelijk van het optreden van federale agenten tijdens een manifestatie tegen politiegeweld van 24 januari in Brussel.

De manifestatie, die volgde op een vorige die tien dagen eerder was uitgedraaid op hevige rellen, vond in de namiddag van zondag 24 januari plaats voor het Centraal Station in Brussel. De manifestatie was eerst verboden en werd uiteindelijk drie kwartier lang gedoogd. Er daagden hierdoor niet meer dan 150 mensen op, maar tegen de avond zouden uiteindelijk 245 mensen worden opgepakt en afgevoerd naar het zogenaamde CARPA, een cellencomplex in de gebouwen van de federale politie in Etterbeek.

Een van de arrestanten was studente Martha Balthazar, die in een open brief beschreef: “Voor ik het wist, werd mijn lief opgepakt, hij was te stoer gekleed, misschien, of gedroeg zich niet onverschillig genoeg. Wanneer ik vroeg om uitleg, werd ook ik in de boeien geslagen en in het busje vol jongens gezet. ‘Putain, c’est un blanc’, was het eerste dat ze opmerkten.” Een andere arrestant was Yassine Boubout, die een week eerder in De zevende dag als bemiddelaar tussen politie en jongeren had deelgenomen aan een debat over politiegeweld.

Na de betoging regende het filmpjes op sociale media van erg gewelddadige arrestaties. Op de beelden was te zien hoe agenten pepperspray gebruikten en politiehonden loslieten op de manifestanten. Alle arrestaties vonden plaats in de straatjes rondom het plein waar de manifestatie al was ontbonden. Onder de 245 aangehoudenen waren er 86 minderjarigen. Er lopen intussen onderzoeken bij zowel het Brusselse parket als het Comité P.

Collectieve klacht

De ordehandhaving werd die zondag uitgevoerd door gemengde teams van de lokale politie Brussel-Elsene en het interventiekorps van de federale politie. Vooral bij de lokale politie is er blijkbaar intern grote wrevel over hoe het die bewuste zondag verlopen is. In een brief van 15 februari aan het overlegcomité van de stad Brussel schrijft de voorzitter van ACOD-Brussel: “Onze vakbondsorganisatie werd benaderd door collega’s die getuige waren van nodeloos politiegeweld bij het CARPA tijdens de administratieve arrestaties van vaak zeer jonge demonstranten. Deze mensen willen niet in verband worden gebracht met dit soort gedrag en er is ook een rapport opgesteld voor de autoriteiten en voor het hoofd van het korps. De procedures tijdens de administratieve arrestaties werden niet gerespecteerd door het personeel van INT.” INT is politietaal voor interventiekorps.

“Elke arrestant had een spanbandje aan zijn pols moeten hebben gekregen met een kaart die de plaats van arrestatie aangeeft. Dit had het personeel in staat moeten stellen een goede ondersteuning te voorzien. Er werd geen rekening gehouden met covidregels, demonstranten werden zonder voorzorgsmaatregelen in cellen gestapeld. Er was een gebrek aan vrouwelijk personeel om de vrouwelijke gedetineerden te fouilleren.”

Er zouden in het CARPA slechts twee agentes zijn geweest voor zestig vrouwelijke gedetineerden. Op het eind van de brief schrijft de ACOD-voorzitter: “Minderjarigen werden brutaal geslagen in de cellen, zonder reactie van de aanwezige leiders. Minderjarigen werden niet direct aan hun ouders overgedragen. Ze moesten soms meer dan een uur wachten.”

‘Eerste keer’

“Het is de eerste keer dat een politievakbond zich openlijk uitspreekt over door politie gepleegd geweld”, zegt Yassine Boubout. “Ik ben zeer blij met deze primeur en hoop dat dit een signaal mag zijn naar andere politievakbonden toe. Ik vind het heel interessant om zien dat er bij de politie ook mensen zijn die vinden dat de interne omerta moet worden doorbroken.”

Bij ACOD-politie ligt het onderwerp erg gevoelig. “We moeten heel voorzichtig zijn”, zegt een woordvoerster. “We willen niet dat onze politieagenten, die getuigen zijn geweest en van wie sommigen wensen te getuigen, ter verantwoording worden geroepen, omdat we heel goed weten dat er binnen de politie een vorm van broederschap bestaat. Maar dit is een goed signaal.”

Een groep ouders van opgepakte jongeren kondigde eerder al een collectieve klacht aan over de gebeurtenissen in het CARPA. “Hij stond op toen zijn naam werd afgeroepen en kreeg meteen twee slagen van een politieman”, zo getuigde een vader over wat zijn zoon in het CARPA overkwam tegenover Bruzz. “Hij werd vervolgens tegen de grond gewerkt en kreeg trappen van nog vier andere agenten. De agenten riepen vervolgens tegen de andere aanwezigen in de cel dat dit zou gebeuren met iedereen die durfde bewegen. De vriend van mijn zoon, een witte jongeman, protesteerde toen ze mijn zoon sloegen en werd zelf tegen de grond gewerkt en geslagen.”

Heel wat jongeren werden die avond pas om 1 uur ’s nachts vrijgelaten, zijnde drie uur na de in Brussel geldende avondklok. Voor veel ouders zat er niks anders op dan de regels te overtreden en hen te gaan ophalen.

Carole Poncin, woordvoerster van Brussels burgemeester Philippe Close, bevestigt de ontvangst van de brief. “Maar wij kunnen er weinig over zeggen, zolang de onderzoeken lopen.”