Nicolas Maeterlinck

Gentse Feesten laten erkennen als immaterieel cultureel erfgoed? Nachtburgemeester: "Wij hebben dat niet nodig"

De stad Gent heeft een aanvraag ingediend om haar tiendaagse Gentse Feesten te laten erkennen als immaterieel cultureel erfgoed. De stad roept al haar bewoners, en vooral de feestgangers, op om zoveel mogelijk beelden, anekdotes en herinneringen door te geven om een lijvig dossier binnen te brengen. Maar nachtburgemeester Edmond Cocquyt Junior vindt dat geen goed idee.

De stad Gent vindt het tijd om haar Gentse Feesten te laten erkennen als immaterieel cultureel erfgoed. Dat is een titel die gegeven wordt aan feesten, tradities en gebruiken die van generatie op generatie overgaan. Ze wil daarvoor een dik dossier binnenbrengen en vraagt de hulp van haar bewoners en van fervente Gentse feestengangers. Maar nachtburgemeester (dat is een onofficiële erkenning voor iemand die het nachtleven van een gemeente of stad representeert, nvdr) Edmond Cocquyt Junior ziet het toch even anders: "Wij hebben zo'n prijs niet nodig. Als Gentenaars zijn wij daar niet in geïnteresseerd."

We mogen niet in dezelfde val trappen als Aalst Carnaval met Unesco

Nachtburgemeester van Gent Edmond Cocquyt Junior

"Wij hebben het niet nodig dat een 8-koppig team dat over immaterieel erfgoed gaat over ons gaat beslissen of we erkend gaan worden of niet", zegt Cocquyt Junior gepassioneerd. "Ik heb die mensen van dat comité hier nog nooit gezien, ik ken die niet, dus die kunnen daar niet over beslissen."

Lees verder onder de klank van nachtburgemeester Edmond Cocquyt Junior.

Goede bedoelingen

Cocquyt Junior erkent wel de goede bedoelingen van het stadsbestuur: "Ze bedoelt dat zeker goed. Maar ze spreekt niet voor alle Gentenaars. Zoiets zit niet in het DNA van een echte Gentenaar. Wij moeten niet internationaal erkend worden." En hij maakt zelfs een vergelijking met Aalst Carnaval: "We mogen niet in dezelfde val trappen zoals Aalst Carnaval met Unesco. Dat werkt hier niet in Vlaanderen."

Gentenaars zijn geen stoefers, wij moeten daar geen prijzen voor krijgen
Nachtburgemeester van Gent Edmond Cocquyt Junior

Zelfs de financiële steun die eventueel bij de erkenning komt, is niet nodig, zegt hij: "Wij willen dat niet en ook de bijhorende subsidies niet. Wij moeten niet door andere mensen gekeurd worden", maakt hij zich sterk. "Ik heb een paar telefoontjes gepleegd en ik weet zeker dat de meeste Gentenaars er ook zo over denken. Wij zijn geen stoefers, wij moeten geen prijzen krijgen. Als een Gentenaar gaat eten, en ze vragen hem of hij het lekker vindt, dan zal hij zeggen: 't was niet mis, 't is niet slecht. Dat betekent dat het vree goed is."

Commerciële druk

Gents muzikant Wim Claeys, een pionier in het promoten van het Gentse dialect, is wél overtuigd van de zin van de erkenning: "Ik vind dat heel terecht. Ik hoop dat met deze erkenning de potentiële druk op de commercie zal afnemen. Het gevaar bestaat dat de Gentse Feesten een commerciële bedoening zal worden. Geen enkele wet kan bijvoorbeeld een groot bedrijf zoals Coca-Cola verbieden om een plein op te eisen tijdens de feesten. Hopelijk kan die erkenning daar iets aan doen."

Hulp van Gentenaars is nodig, als je niet van hier bent is het moeilijk om de feesten te begrijpen
Muzikant Wim Claeys

Claeys vindt het een goed idee dat de stad de hulp vraagt van Gentenaars: "Als je niet van hier bent is het heel moeilijk om te begrijpen wat die feesten zijn. Ik herinner me zelf nog een mooie anekdote: het was de allerlaatste ochtend van de Gentse Feesten en ik stond in de zon Irish Coffees te drinken op de Vlasmarkt. Het stond daar vol met lallende en feestende zatte mensen."

En toen gebeurde er iets dat echt de ziel is van de feesten, volgens Claeys: "Er kwam een ouder vrouwtje af met een karretje die de markt wilde oversteken. Omdat de vrouw een beetje bang was met al dat volk zijn twee feestvierders naar haar gegaan. Ze vormden dan een soort haagje rond haar om de vrouw veilig door de feestvierders te loodsen. Ik vond dat heel ontroerend, dat is nu echt de kern van de Gentse Feesten."

Meest gelezen