Direct naar artikelinhoud
GetuigenissenHoreca

‘Als horeca-ondernemer dobber je nu op zee, en nergens is land in zicht’

Ex-souschef Els De Graef.Beeld © Stefaan Temmerman

De zonnige dagen zouden normaal voor overvolle terrassen zorgen. Maar in plaats van lange werkdagen zien cafés en restaurants vooral zwarte sneeuw. Stijgende cijfers en nieuwe varianten duwen de hoop op een snelle heropening steeds verder weg. Hoelang houden horecamensen het nog vol?

Els De Graef, ex-souschef: ‘Die tweede lockdown heeft ons al zeker 9.000 euro gekost’ 

“Wat we verwachten? Daar durven we niet over na te denken”, zegt Els De Graef (28) uit Lier. “We krijgen heel dubbele signalen. Politici dringen aan op perspectief, maar volgens virologen is dat moeilijk.  Eind maart zullen we sowieso niet meer halen. Dat weet iedereen. Ik hoop nog op eind april. 

“Mijn vriend en ik werkten beiden in hetzelfde restaurant: ik was souschef en hij chef. Door corona ben ik een andere job gaan zoeken. Ik ben onlangs bij Delhaize begonnen. Maar mijn vriend zit al sinds oktober thuis. Pas in december heeft hij een maand uitkering gekregen van de Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen. We dachten: als we bij de Hulpkas blijven, gaan we nog vaak moeten wachten, dus hebben we ons ingeschreven bij een vakbond. 

“Sindsdien gaat het beter, hoewel mijn vriend nog altijd zijn uitkering van oktober niet gehad heeft. Dat komt omdat hij ineens een sanctie kreeg voor iets uit 2014. Hij moest toen een inschakelingsparcours afleggen bij de VDAB omdat hij tijdelijk werkloos was. Hij heeft dat niet gedaan, aangezien hij meteen weer aan het werk kon. Daardoor had hij nu een maand geen recht op een uitkering.

“Omdat we allebei hebben moeten wachten op uitkeringen konden we onze facturen niet betalen. Die zijn blijven liggen. Dat heeft zich gedurende drie maanden opgestapeld, waardoor we nu vijf afbetalingsplannen hebben afgesloten. En bij ons valt het dan nog mee. Ik ken iemand die nog steeds op de Hulpkas wacht. 

“Voor mijn vriend zou het absurd zijn om een andere job te zoeken, want koken is zijn stiel. Normaal verdient hij er ook goed zijn brood mee. Hij verdient tussen de 2.500 en 3.000 euro, maar nu zit hij aan een dop van 1.200 euro. Terwijl onze kosten natuurlijk wel berekend zijn op dat volledige bedrag. Alles samen heeft die tweede lockdown ons al zeker 9.000 euro gekost.” 

Rudy Junior Annaert, uitbater: ‘Je merkt dat de banken niet meer in de horeca geloven’ 

Rudy Junior Annaert van Brasserie Bar Proef.Beeld Thomas Sweertvaegher

“Als ondernemer zit je nu in een klein bootje op zee rond te dobberen, terwijl er nergens land in zicht is”, zegt Rudy Junior Annaert (29), die in Dendermonde Brasserie Bar Proef uitbaat. “Ik moet mijn huur elke maand betalen en daar komen nog vaste kosten bij. Over heel 2020 ben ik maar vijf maanden open geweest, terwijl die huur er wel elke keer moest liggen. 

“Het enige wat we nu hebben, is takeaway. Daar haal je wel iets uit, maar het is meer om de vaste kosten wat te dekken. Je verkoopt  ook geen drank of geen aperitief voor het eten. Terwijl een normale restaurantrekening voor 40 tot 50 procent uit drank bestaat. 

“Veel mensen komen takeaway halen om ons een hart onder de riem te steken. Zo kunnen we ook laten zien dat we er nog zijn voor onze klanten. Maar je merkt dat de vraag stilaan vermindert. De ervaring is natuurlijk anders dan op restaurant. Er was een piek tijdens de eindejaarsperiode, maar die heeft uiteraard maar enkele dagen geduurd.

“Omdat ik tijdens de eerste lockdown ook begonnen ben te investeren in een nieuwe zaak, is het nu echt zwaar. Die investering was berekend op wat ik normaal maandelijks zou binnenkrijgen. Dat was het plan waarmee ik naar de bank trok. Maar die inkomsten zijn door de tweede lockdown weg. Ik heb de bank nog eens moeten aanspreken, maar die was niet meer zo happig op krediet. 

“Je moet al een bankdirecteur hebben die volledig achter je project staat en gelukkig was dat zo. Je merkt dat de banken niet meer in de horeca geloven. Bij mij hebben de goede cijfers die ik de voorbije jaren met mijn zaak heb gehaald de doorslag gegeven. Maar ik kreeg te horen dat ik een uitzondering ben.

“De impact op de horeca gaat verder dan de uitbaters. Ik zit ook met facturen voor leveranciers die ik nog niet heb kunnen betalen. Ik heb dat eerlijk gezegd aan mijn leveranciers en zij hebben begrip voor de situatie. Ze hebben er vertrouwen in dat ik alles aflos wanneer het weer beter wordt. Maar zij moeten het natuurlijk ook wel rondkrijgen. Er is onderlinge solidariteit, maar uiteindelijk moeten de leveranciers wel betaald worden. Ik hoor bij veel mensen, binnen en buiten de horeca, dat het spaarpotje stilaan opraakt.”

Bernard Leboucq, brouwer: ‘Wij zitten in de schulden en onze klanten ook’ 

Bernard Leboucq van Brasserie de la Senne.Beeld Marc Baert

“Toen we begonnen met onze Brusselse brouwerij Brasserie de la Senne hebben mijn partner en ik ervoor gekozen onze bieren vooral in cafés te verkopen”, zegt Bernard Leboucq (45). “De grote brouwerijen richten zich vooral op supermarkten, wij gingen voor de cafés. Onze bieren passen in de cultuur van de bruine cafés, waar ons land om bekendstaat. 

“Dat werkte tot voor kort heel goed, maar natuurlijk niet als de cafés gesloten zijn. Voor ons is dat een catastrofe. In maart vorig jaar daalde de omzet van onze brouwerij ineens met 90 procent. Voor een onderneming is dat verschrikkelijk. Dan denk je echt dat je failliet gaat. 

“Door de steun van de Brusselaars en medewerkers die het bier thuis gingen bezorgen, hebben we dat kunnen terugdringen. We hebben ons bier met bio-mout volledig biologisch gemaakt, zodat biowinkels het nu ook verkopen. Daardoor is het omzetverlies voor heel 2020 beperkt tot 26 procent.

“We kunnen dit misschien nog tot het einde van de zomer uithouden, maar het probleem is dat we – zoals iedereen in de horeca – nu schulden hebben bijgemaakt. Nieuwe leningen, vaak om kosten af te betalen, waardoor we niet meer kunnen investeren. De echte crisis zal pas na de pandemie beginnen, wanneer iedereen de schulden moet terugbetalen.

“Voor de crisis hadden we al een zwarte lijst met klanten die hun facturen niet betaalden. Nu hebben we er nog een coronalijst bij. We hebben iedereen gebeld en gevraagd om eerlijk te antwoorden of ze hun rekeningen aan ons kunnen betalen. Velen zeggen vlakaf: ‘Nee’. 

“Dan proberen we te overleggen. Als ze hun steunpremies krijgen, vragen we een stukje ervan voor ons opzij te leggen. Wij zitten in de schulden en onze klanten ook, dat is het grote probleem. Misschien zal het aantal faillissementen nog meevallen, maar ik verwacht geen groei de volgende jaren. Ik denk dat we de volgende drie of vier jaar nodig gaan hebben om hier weer bovenop te komen.”