Vastbenoemd: wat betekent het en wat is het verschil met contractuelen?

Na maandenlange onderhandelingen hebben Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) en de onderwijsvakbonden een akkoord bereikt over een aanpassing van het systeem van de vaste benoemingen. Maar wat houdt dat systeem van statutairen eigenlijk in? En wat is het verschil met een gewoon arbeidscontract?

Wat is een vaste benoeming?

Wie bij de overheid werkt, kan op twee manieren tewerkgesteld zijn. Ofwel contractueel, met een gewone arbeidsovereenkomst, zoals in de privésector gebeurt. Ofwel vast benoemd. De arbeidsvoorwaarden voor wie vast benoemd is, zijn niet opgenomen/onderhandeld via een contract, maar zijn vastgelegd in een wettelijke statuut (vandaar dat zij ook wel "statutairen" worden genoemd).

In de openbare sector gebeurt zo'n vaste benoeming na een selectieprocedure. In het onderwijs kan je pas vast benoemd worden nadat je enige anciënniteit hebt opgebouwd tijdens tijdelijke aanstellingen.

Wat is het verschil met een gewoon contract?

De twee grootste verschillen tussen een gewone arbeidsovereenkomst en een vaste benoeming situeren zich aan het begin en het einde van de arbeidsrelatie.

"Een benoeming is juridisch een eenzijdige beslissing", legt professor arbeidsrecht Alexander De Becker (UGent) uit. "Je kan natuurlijk niemand benoemen tegen zijn zin, als ambtenaar stem je dus wel in met je benoeming. Maar het grote verschil zit er hem in dat je niet kan onderhandelen over je arbeidsvoorwaarden, zoals je loon. Die worden door de overheid opgelegd aan jou. Als je je benoeming aanvaardt, dan wordt het statuut op jou van toepassing."

Dat betekent ook dat je als vastbenoemde enkel kan ontslagen worden in de gevallen bepaald in dat statuut. "De meest voorkomende zijn tucht en evaluatie. Alle andere ontslaggronden (denk bijvoorbeeld aan besparingen of het wegvallen van een functie) mogen niet gebruikt worden", aldus professor De Becker.

"Als ik morgen als werkgever in de privésector iemand wil ontslaan, dan zal die persoon buitenliggen. Het kan mij veel geld kosten, maar die persoon zal niet meer op de werkvloer terechtkunnen. Met een ambtenaar zal dat niet lukken. Daarvoor moet ik de hele tucht- of evaluatieprocedure door. "

Waar gebeuren er nog vaste benoemingen?

Vaste benoemingen gebeuren inderdaad enkel bij de overheid. "Daar is dat de norm", zegt professor arbeidseconomie Stijn Baert (UGent). Het basis koninklijk besluit dat het statuut momenteel (federaal) regelt, dateert al uit 1937, toen er nog sprake was van het "rijkspersoneel". Professor Baert geeft meteen ook de oorsprong van het systeem mee. "De idee erachter is logisch en verdedigbaar: onafhankelijkheid. Een rechter of een professor aan de universiteit kunnen niet zomaar opzijgeschoven worden wanneer hun uitspraken de werkgever/overheid niet zouden zinnen." 

Dat statutairen nog steeds de norm zijn bij de overheid, bewijzen de cijfers. In 2019 was bijna 81 procent van het federaal administratief openbaar ambt vast benoemd, bij de Vlaamse overheid is dat bijna 70 procent. "Die cijfers blijven stabiel op een hoog niveau. Bovendien pleiten de vakbonden nog voor een hoger percentage", weet Baert.

Bij lokale overheden is er wel al een stuk meer contractueel personeel. Net als bij de diensten die functioneel verderaf liggen van de centrale overheid en waar er concurrentie is van privéspelers. Denk bijvoorbeeld aan de openbare omroep VRT, waar intussen bijna 85 procent van het personeel contractueel is. "Net door de concurrentie is er daar nood aan de flexibiliteit van een gewone arbeidsovereenkomst", aldus professor Baert. 

Wat dan met het onderwijs? Leraren hebben niet hetzelfde statuut als ambtenaren die werken voor de Vlaamse overheid. Bovendien is er een verschil tussen het gemeenschapsonderwijs en het vrije onderwijs. "Leerkrachten zijn ambtenaar zolang ze voor een publieke school werken. Dat geldt dus niet voor de vrije scholen", stelt professor arbeidsrecht De Becker. "Toch werkt men in het katholiek onderwijs ook met vaste benoemingen. Men heeft die stelsels zoveel mogelijk op elkaar afgestemd." 

Het verschil zit hem in de rechtsbescherming, wijst professor De Becker aan. "Eigenlijk hebben de mensen in het vrij onderwijs nog altijd arbeidsovereenkomsten. De vaste benoeming van een vrij-onderwijspersoneelslid is daardoor nog altijd iets minder goed beschermd dan die van iemand uit het gemeenschapsonderwijs."

Als een vastbenoemde leerkracht uit het vrije onderwijs zijn ontslag wil aanvechten, kan hij in laatste instantie alleen naar de arbeidsrechtbank trekken om een schadevergoeding te bekomen. Een statutair uit het gemeenschapsonderwijs kan bij de Raad van State terecht, die de werkgever kan verplichten om de leerkracht terug in dienst te nemen.

Wat zijn de voor- en nadelen?

Een van de belangrijkste voordelen van een vaste benoeming, is de zekere bescherming tegen ontslag. Daartegenover staat het gebrek aan flexibiliteit. "Dat heeft tot gevolg dat je een personeelslid dat het heel goed doet, minder makkelijk kan belonen of snel laten doorgroeien. Dat is onaantrekkelijk voor werkgevers en kan de motivatie van werknemers fnuiken", klinkt het. 

Het zijn net die twee punten die men nu in het akkoord rond de vaste benoemingen in het Vlaamse onderwijs probeert te verenigen in een soort van hybride oplossing, merkt professor Baert op. 

Bekijk hieronder ook het verslag van "Het Journaal" met reacties van leerkrachten:

Videospeler inladen...

Meest gelezen