Direct naar artikelinhoud
ReportageHuiselijk geweld

‘Ik ben bang dat mijn man me gaat vermoorden. Of iemand betaalt om het te doen’

‘Ik ben bang dat mijn man me gaat vermoorden. Of iemand betaalt om het te doen’
Beeld Getty Images

De angst voor het virus, de beperking van onze vrijheid en de beklemming van de lockdown zetten menselijke relaties onder druk – het effect van een snelkookpan, stellen psychologen bezorgd vast. Een onderzoek van de UGent bevestigt dat de pandemie danig huishoudt in onze huishoudens, een trieste exponent van het toegenomen geweld was onlangs de sprong van het viaduct in Vilvoorde van een vader met zijn 6-jarig dochtertje. Wat broeit er allemaal in de bubbels achter de lockdown-deuren? Wij klopten aan.

“De derde keer dat mijn man me sloeg, heb ik een advocaat gebeld”, vertelt Nadia*. “De maat was vol. Ik zei dat ik wilde scheiden en mijn man ging meteen akkoord: ‘Ik wist dat het geen goed idee was met jou een relatie te beginnen.’ Terwijl we ooit wel dolverliefd waren. Ik was speciaal voor hem naar België verhuisd, had alles – mijn familie, vrienden, goedbetaalde baan – achtergelaten in Rusland. Maar ik kan hem niet vergeven voor wat er is gebeurd. Onze scheiding moet nog worden afgehandeld bij de rechtbank, maar door corona loopt alles vertraging op.”

Speelde corona ook een rol in jullie breuk?

Nadia: “Dat denk ik wel. Misschien waren we anders ook uit elkaar gegaan, maar dan was het wellicht nooit tot geweld gekomen.”

“Ons zoontje is net voor de coronacrisis geboren. Zodra we thuiskwamen van het ziekenhuis, kwamen alle zorgen op mij terecht, terwijl mijn man ging werken. Ontspannen was er niet bij: we konden niet samen op restaurant en hij kon geen pintje gaan drinken met vrienden. Ik was altijd een onafhankelijke vrouw geweest – ik heb twee diploma’s – maar opeens was alles anders: mijn man voelde zich de baas over mij.”

Hadden jullie vroeger al relatieproblemen?

Nadia: “Hij was altijd al impulsief, maar pas na de geboorte begonnen de echte problemen. Hij foeterde dat ik werk moest zoeken, omdat hij de enige was die geld in het laatje bracht. Het maakte hem niet uit dat ik voor ons kind zorgde. ‘Jij doet niks,’ zei hij. Hij was altijd gespannen en werkte zijn frustraties uit op mij. Dat ik vooral aandacht gaf aan de baby, maakte hem boos. Toen begon het slaan. Het kleinste detail kon hem doen ontploffen. Eén keer heeft hij me geslagen omdat ik mijn auto op zijn parkeerplaats had gezet. Hij werd knettergek.”

“Als ik naar de politie ging, dan zou hij me het huis uit zetten, zei hij. Ik heb zijn ouders ingelicht, maar zijn vader zei me: ‘Hij zit gewoon in een moeilijke periode. Je moet hem begrijpen.’ En het kind had hij zogezegd nooit gewild. Alleen ik wilde het, dus nu moest ik er ook maar zelf voor zorgen. Voor hen ben ik de schuldige: ik ben een slechte vrouw.”

Heb je het toch gedurfd om de politie te bellen?

Nadia: “Ja, maar aanvankelijk deden ze weinig. ‘Jullie zullen een oplossing moeten vinden,’ zeiden ze. De derde keer hebben ze me wel goed geholpen. Toen was ik echt bang: ik had toen, totaal uit het niets, een harde klap gekregen. Mijn man kwam het huis binnen en sloeg me zonder iets te zeggen met zijn vlakke hand – baf! – in mijn gezicht. Ik ben gevallen en ben beginnen te roepen. Ik zei dat ik de politie zou bellen, maar hij pakte mijn gsm af en sloeg hem stuk. Ik ben met mijn zoon naar de slaapkamer gelopen en heb de deur op slot gedraaid. Met mijn Russische telefoon heb ik een vriendin een bericht gestuurd op Instagram: ‘Bel de politie. Ik durf niet uit de slaapkamer.’ Toen de politie kwam, was hij weg en bleken mijn sleutels, bankkaart en identiteitskaart verdwenen. Kennelijk was hij intussen zelf naar de politie gegaan, om zijn verhaal te vertellen. Hij heeft hun verteld dat ik zogezegd zijn horloge had gestolen.”

Ben je opgelucht dat jullie niet meer samenwonen?

Nadia: “Ja. Ik kan me nu concentreren op onze zoon. Ik kan alleen maar hopen dat de scheiding snel wordt afgerond. Het zal zwaar worden: terug naar Rusland kan ik niet, vanwege mijn zoon. Ik zal hier werk moeten zoeken. Twee jaar geleden had ik alles, nu heb ik niks meer. Alleen mijn zoon.”

Straks, als de scheiding geregeld is, zul je je kind toch met hem moeten delen. Maakt dat je bang?

Nadia: “Superbang. Ik vertrouw hem niet. Soms begint hij hard tegen onze zoon te roepen. Ik hoop maar dat hij hem nooit zal slaan. Daarom heb ik ons zoontje het liefst bij mij, zelfs al ben ik doodmoe.”

“Het is gek: in mijn thuisland is er meer huiselijk geweld dan hier. Van een Belgische man had ik het nooit verwacht. Maar ik denk dat zulke mannen overal bestaan. Met mijn sterke karakter werkt dat niet. Elke vrouw die met zo’n man te maken krijgt, moet zeggen: ‘Dit pik ik niet.’ Zelfs als je daardoor weer van nul moet beginnen.”

UGent-onderzoeker Ines Keygnaert: ‘Eén op de vier heeft tijdens de lockdown een vorm van geweld ervaren.’Beeld Humo

KORT LONTJE

In normale omstandigheden – lees: vóór de pandemie – steekt jaarlijks in één op de acht huishoudens in België geweld de kop op. Gealarmeerd door berichten uit het buitenland – in China werd drie keer meer huiselijk geweld geregistreerd tijdens de lockdown – zette de Universiteit Gent een studie op naar de effecten van de lockdown.

Ines Keygnaert: (UGent, vakgroep Volksgezondheid en Eerstelijnszorg) “Op 13 april zijn we gestart met de bevraging. Daaruit blijkt dat één op de vier van de meer dan 4.000 bevraagden in de eerste maand van de lockdown één of andere vorm van geweld had ervaren. Een opvallend hoog cijfer. Eén op de vijf was zelf het slachtoffer geworden van geweld, 15 procent was er getuige van geweest: ze zagen bijvoorbeeld hoe hun partner agressief deed tegen de kinderen. Het geweld beperkte zich dus zeker niet tot het klassieke partnergeweld. Er was geweld van man naar vrouw, van vrouw naar man – het verschil tussen mannen en vrouwen was zelfs zo goed als nihil – maar ook van ouders naar kinderen, en omgekeerd.”

Kwamen jullie ook te weten wat tot het geweld had geleid?

Keygnaert: Meer dan de helft bleek verhoogde stress te ervaren. Bij 27 procent was er zelfs sprake van een acute stressstoornis.”

“En dan was er ook het alcoholgebruik, dat bij bijna zes op de tien erge tot problematische proporties aannam in de lockdown. Maar we konden geen significant verband vaststellen tussen alcohol en geweld.”

Terwijl je dat wel zou verwachten.

Keygnaert: Alcohol zelf lokt geen geweld uit. Maar als mensen drinken, zijn ze minder geremd.”

“Wat we ook merkten in de resultaten: hoogopgeleid zijn beschermt doorgaans tegen huiselijk geweld, maar niet tijdens een lockdown. Ook hogeropgeleiden vertoonden zeer hoge stress.”

Ook opvallend: in de eerste golf zochten weinig mensen professionele hulp.

Keygnaert: Klopt. Slechts 23 procent van onze bevraagden. Vooral omdat ze dachten dat het niet veel zou veranderen aan hun situatie. Velen minimaliseerden het geweld: ‘Dit kan er ook nog wel bij.’ Een andere reden was dat slachtoffers in die lockdown niet wisten waar naartoe: ‘Hoe kan ik nu tegen mijn partner zeggen dat ik wegga, als ik niet eens buiten mag?’ De lockdown dwong hen samen te leven met de aanstoker van het geweld.”

ÉÉN ONDERBROEK

Als eerstelijnshulp zouden huisartsen geknipt moeten zijn om huiselijk geweld te detecteren, maar dokter Linde Tilley maakt zich zorgen: ‘Ik stel minder gevallen vast dan anders, ook al wijzen de cijfers op het tegendeel. Het kan niet anders dan dat er veel onder de radar blijft.’

Linde Tilley: “Patiënten vinden het nu moeilijker om ons te storen met klachten die niks met covid te maken hebben. Ze gaan hun eigen leed vergelijken met de horror die ze op tv zien, en hebben schroom om over hun stress en de spanningen thuis te beginnen.”

“Ook vroeger was huiselijk geweld niet altijd makkelijk te herkennen. Het gebeurt zelden dat iemand voor me zit met blauwe plekken. Met zulke letsels gaan ze liever naar de spoed of naar een andere huisarts – we zijn vaak arts van het hele gezin. Meestal komen ze met vage klachten: stress, hoofdpijn, slaapstoornissen, een vraag naar medicatie… Pas als je zo iemand een aantal keer ziet, denk je: hier klopt iets niet. Onderschat ook de impact van het mondmasker niet: we missen nu een heel deel van de mimiek. Probeer dan maar eens van een gezicht af te lezen of er thuis iets schort.”

Zorgverlener Sandra Passchyn: ‘Soms moest ze van haar man de hele nacht opblijven om te poetsen.’Beeld Humo

Dan heeft Sandra Passchyn er misschien een beter zicht op: ze coördineert de crisisopvang ‘Het 72 Uren Sas’ in Asse.

Sandra Passchyn: “Wij merken een duidelijk verschil: sinds de eerste lockdown krijgen we veel meer hulpvragen. We hebben een goeie samenwerking met de politie: zij sturen mensen naar ons door. Maar steeds meer mensen vinden ook zelf de weg naar ons. Midden in de eerste lockdown stond hier plots een dame voor de deur. Ze had haar handtas bij zich met daarin één onderbroek, verder niks. Ze was thuis weggelopen, beginnen ronddolen en op aanraden van iemand hier beland. Ze was een wrak. Het enige wat ze zei, was: ‘Ik ga niet terug naar huis.’ Pas na een dag of tien op een psychiatrische afdeling in het ziekenhuis konden we een normaal gesprek met haar voeren. Ze vertelde dat haar man en zoon niks anders deden dan haar treiteren en uitschelden. Vonden ze haar eten niet goed, dan kreeg ze het in haar gezicht of ging het voor haar ogen de vuilnisbak in. Soms moest ze van hen de hele nacht opblijven om te poetsen. Het was psychische terreur, waar niemand iets van afwist.”

Is ze teruggekeerd?

Passchyn: “Nee. Heel moedig van haar. Ze is bij haar schoonzus ingetrokken. Die schoonzus zegt nu: ‘Ergens wist ik wel dat er iets niet pluis was, maar ik kon niks doen.’”

“Momenteel is het voor ons moeilijker werken, door de strenge maatregelen. Omdat we niet meer bij de mensen mogen langsgaan, gaan we met hen wandelen. Dan komen de verhalen vanzelf boven: over agressie, over spanningen in huis, omdat de kinderen niet naar hun hobby’s kunnen, of omdat ze niet met het gezin op reis kunnen. Want het zijn niet alleen de meest kwetsbaren: ook gezinnen die kapitaalkrachtig zijn, hebben het nu zwaar. Vroeger vonden zij makkelijker een uitlaatklep: ‘Vandaag blijf ik bij de kinderen en ga jij sporten, dan kan ik morgen weg.’ Nu zijn ze die ontlading kwijt en dat heeft gevolgen. Dat zijn ook de mensen die ons zeggen: ‘Hang het niet aan de grote klok, niemand verwacht het van ons.’ Je zou ervan schrikken waar het overal gebeurt.”

“De meer kwetsbare gezinnen proberen we zoveel mogelijk van hun stress te verlossen. Vaak begint het allemaal met financiële besognes. We hebben een voedselbedeling en een verzameling gezelschapsspelletjes die de kinderen mogen lenen. Zelf vang ik thuis een kindje op dat niet terug mag naar zijn ouders.”

Wat is er thuis gebeurd?

Passchyn: “Slagen, verwondingen, drugs, drank: noem maar op. Hij is pas 2, maar je voelt duidelijk dat hij al met een trauma zit. Als mijn kleinkinderen hier zijn en iets te luid opgaan in hun spel, dan slaat hij in paniek en begint hij te huilen.”

“Met slachtoffers van wie we weten dat ze een partner hebben die durft te dreigen, videobellen we nu vaak. We spreken dan vooraf, tijdens een wandeling, een code af: ze kunnen met hun vingers een cijfer tonen dat aangeeft hoe erg de situatie is. Tonen ze één vinger, dan valt het mee. Tonen ze er vier, dan weten we dat we best de politie langssturen.”

“Soms zijn de kleinste dingen genoeg. Een ouder die zijn geduld verliest omdat de kinderen alle yoghurtjes hebben opgegeten, bijvoorbeeld. Sinds corona ontploft het nog makkelijker.”

En voor je het weet, sta je in de Aldi te brullen dat er geen jonagolden meer zijn.

Passchyn: “Voilà. De zenuwen staan strak gespannen. Daarom proberen we gezinnen bezigheden aan te bieden. We geven nu kooklessen via FaceTime en bakken samen pannenkoeken of cake. Alles om de stress te reduceren.”

“Onlangs kwam een jonge vrouw die we hadden geholpen ons bedanken. Ze had me in de eerste lockdown op straat aangesproken: het liep thuis moeilijk. ‘Terwijl we vroeger zo’n schoon gezinnetje waren.’ Maar sinds haar man én zijzelf technisch werkloos waren, was zelfs eten kopen voor hun kindjes lastig. Daar begon de ambras mee. Wij hebben voedselpakketten geregeld en hen geholpen met spullen voor de baby die op komst was. Nu hebben ze hun leven weer op de rails, maar we blijven hen begeleiden. De man heeft een kort lontje en ze hebben nog steeds geen nieuwe job. Maar als het nu fout dreigt te lopen, pakken ze de telefoon en kom ik de boel sussen. Wij laten niemand los.”

ESSENTIËLE STALKING

Ook bij 1712, de hulplijn voor alle vragen over geweld, misbruik en kindermishandeling, zien ze een enorme toename: van 5.400 oproepen in 2019 ging het naar meer dan 8.000 in 2020, met een piek in april, mei en juni. Annelies Vande Walle van het CAW Antwerpen beantwoordt oproepen die binnenlopen via 1712, maar werkt ook bij Slachtofferhulp en begeleidt slachtoffers van partnergeweld.

Annelies Van De Walle: “Bij koppels bij wie al langer sprake was van spanning, heeft corona de boel soms doen escaleren. Maar we zien ook het omgekeerde: koppels bij wie de spanningen – en dus ook de agressie – zijn geminderd. Ik denk dan aan partners die jaloers of achterdochtig zijn. De ruzies over ‘Waar ben je nu?’ of ‘Bij wie zit je?’ zijn door de lockdown gestopt.”

Volgens de studie van UGent bereikten de spanningen bij hoogopgeleide koppels nu ook vaker het kookpunt.

Van De Walle: “Bij hoogopgeleide koppels is het geweld meer doordacht, subtiel of verdoken. Het gaat ook vaak om psychische oorlogsvoering. Ik denk dan aan de partner van een huisarts, die ik lange tijd heb begeleid. In zijn praktijk hielp die man slachtoffers van partnergeweld, maar thuis voerde hij zelf een schrikbewind. Dat heet ‘intiem terrorisme’. Was zijn vrouw doodziek, dan hielp hij haar niet. Ook financieel zette hij haar op subtiele wijze vast. Door onze begeleiding had ze op den duur de mogelijkheid om de relatie te beëindigen, maar toch deed ze het niet.”

Zien jullie vaak dat slachtoffers niet weggaan uit een geweldsituatie?

Van De Walle: “Ja. Naast het geweld is er toch ook liefde. In het begin vond ik het moeilijk te begrijpen dat slachtoffers van zwaar geweld toch terugkeerden naar huis. Maar als hulpverlener hoef je niet altijd in te zetten op een breuk. Integendeel: hoe harder je trekt, des te minder effect je ziet. Als een koppel ervoor kiest om samen te blijven, dan zetten we alles op alles om het geweld te reduceren. Wij proberen hen sterker te maken, te stimuleren om weer te gaan werken of hobby’s te vinden. Zo wordt de kans groter dat ze, als het weer fout loopt, zelf zeggen: ‘En nu gaan we in relatietherapie, of ik ben weg.’”

“Ik heb nu een dame in begeleiding die al meermaals slachtoffer is geweest. Haar man heeft een verleden van alcoholverslaving en heeft een kort lontje. Als hij geweld gebruikt, dan is het soms levensbedreigend. En toch blijven ze voor elkaar kiezen. Ze volgden allebei therapie, maar tijdens de eerste lockdown viel die hulp stil en is het geweld weer geëscaleerd. Zij verloor ook haar job en heeft soms donkere gedachten. Maar hij is de enige die er, op de goede momenten, nog is voor haar. Die steun kan ze nu moeilijk missen.”

Voor wie het thuis echt te gevaarlijk wordt, zijn er vluchthuizen. Maar tijdens de eerste lockdown zaten die al snel vol. Daarom kondigde Zuhal Demir, Vlaams minister van Justitie, al begin april een samenwerking aan met een hotelketen, om extra opvangplaatsen te creëren. Sigrid Eynikel van het team Intrafamiliaal Geweld van het CAW Limburg, begeleidde de slachtoffers die in zo’n hotel terechtkwamen.

Zorgverlener Sigrid Eynikel: ‘Kinderen worden getekend door geweld: ze zijn dan te volwassen voor hun leeftijd.’Beeld Humo

Sigrid Eynikel: “Ik vond het werk erg confronterend: als de vrouwen binnenkwamen, droegen ze vaak nog de sporen van geweld. Ook hun kinderen waren getekend door het geweld, maar dan vooral in hun gedrag: ze waren te volwassen voor hun leeftijd, moesten duidelijk al veel te lang mee verantwoordelijkheid dragen voor de veiligheid in het gezin.”

“Het waren vaak vrouwen die compleet geïsoleerd leven en die we doorgaans moeilijk bereiken: ze spreken geen Nederlands en werken niet. Vaak leven ze thuis als slaaf, ook op seksueel vlak. In zulke gevallen heeft het partnergeweld minder te maken met frustraties of een foute dynamiek tussen twee partners, maar is het koelbloedig geweld. Het komt voort uit controledrang en dominantie: ‘Jij moet doen wat ik zeg.’”

In het ergste geval eindigt huiselijk geweld met een moord of een gezinsdrama.

Eynikel: “Ik ken situaties waar die dreiging sluimert. Want het is niet omdat één van de twee de stekker uit de relatie trekt, dat het geweld stopt. Als één partij geen scheiding wil, dan mondt het uit in een vechtscheiding of stalking. We merken dat stalking meer onder de aandacht komt, maar justitie en politie zouden er nog meer op moeten inzetten. Daders worden nog te vaak niet opgepakt of verhoord. Soms vragen cliënten me: ‘Moet ik dan echt wachten tot hij me neerknalt?’”

“Het is markant hoe hard iedereen nu opgaat in het Bart De Pauw-verhaal, waarin ook gesproken wordt over stalking. Zonder een oordeel te willen vellen: het valt op hoeveel aandacht er voor die zaak is. Ik vermoed dat het verschil is dat het bij De Pauw niet om intrafamiliaal geweld gaat. Als er gestalkt wordt na een relatiebreuk, is de sfeer toch: ‘Je bent wel met hem samen geweest.’ Alsof het slachtoffer het zelf heeft gezocht.”

Heeft corona geen verandering gebracht?

Eynikel: “De eerste lockdown was voor mensen in zo’n situatie heel aangenaam: stalken is geen essentiële verplaatsing. Ik had een aantal cliënten die zeiden: ‘Ik heb eindelijk rust.’ Helaas is die niet blijven duren.”

“Door corona heeft het gerecht een grote achterstand en duren scheidingen heel lang. Dat is frustrerend voor mensen die het geweld achter zich willen laten. Ze kunnen niet anders dan het blijven ondergaan, en hopen dat het niet escaleert. Ik heb zelfs cliënten die de stap hebben gezet om thuis weg te gaan, en nu zeggen: ‘Als ik had geweten dat het zo moeilijk zou zijn, dan was ik gebleven.’”

TIKKENDE TIJDBOM

Riet Verstraeten leidt het team Intrafamiliaal Geweld van de politiezone Brussel-Hoofdstad-Elsene. Ze is blij met de toegenomen aandacht voor huiselijk geweld sinds corona – ‘Niet alleen bij politie en hulpverleners, maar ook buren zijn alerter’ – maar ze zit ook met frustraties.

Riet Verstraeten leidt een speciaal politieteam: ‘Soms staan we machteloos als een partner de klacht weer intrekt.’Beeld Humo

Riet Verstraeten: “Het is soms dweilen met de kraan open: er zijn zoveel dossiers, en er is soms zo weinig dat we kunnen doen. Het is erg om te zeggen, maar soms zijn de feiten niet ernstig genoeg om een verdachte onmiddellijk aan te houden. Of trekt een partij een klacht weer in, terwijl we weten dat het geweld toch weer zal opflakkeren. Dat zijn tikkende tijdbommen.”

Zoals bij het drama in Vilvoorde? De politie had de man enkele dagen voor de feiten opgepakt, maar na ondervraging weer vrijgelaten.

Verstraeten: “De inhoud van dat dossier ken ik niet, maar het moet verschrikkelijk zijn voor de collega’s die de vader hebben ondervraagd. Bij huiselijk geweld zitten we met bepaalde risico’s die we juist moeten proberen in te schatten. Je kunt het vergelijken met terrorisme: net zoals je een geradicaliseerd persoon pas kunt oppakken als je bewijs vindt dat hij iets van plan is, kun je een verdachte van huiselijk geweld niet zomaar oppakken en in voorlopige hechtenis plaatsen.”

“Gisteren was hier nog een meisje dat haar ex kwam aangeven: hij komt haar al een jaar lang thuis bedreigen. ‘Laat me binnen, of ik steek je huis in brand, ik verkracht je zus, ik verspreid naaktfoto’s van jou.’ Alleen: niemand weet waar die man woont. Hij heeft geen wettelijke verblijfplaats. We doen alles wat we kunnen: de man staat geseind en zodra dispatching een oproep krijgt van haar nummer, sturen we meteen een ploeg. We hebben haar ook gezegd dat ze voorlopig niet naar huis kan, omdat we haar veiligheid daar niet kunnen garanderen. Ze leeft nu ondergedoken bij vrienden.”

“We proberen er alles aan te doen om zwaar geweld te voorkomen. Maar als ik zoals onlangs hoor dat een vrouw in de metro bijna de keel is overgesneden door haar ex, dan ga ik meteen zoeken of we een dossier hadden over die vrouw, in de hoop mezelf te kunnen geruststellen: we hebben gedaan wat we konden. Maar alles voorkomen? Mensen blijven onvoorspelbaar. Je zult altijd drama’s hebben die niemand had zien aankomen.”

KETTINGZAAG

“Ik ben bang dat mijn man me op een dag gaat vermoorden”, zegt Jenna*. Waarop ze snikkend vraagt: “Als er mij iets overkomt, hoe moet het dan verder met mijn zoon?”

Jenna: “Mijn man en ik hebben elkaar online leren kennen. Ik kom uit Algerije, hij is Belg. Mijn familie wilde niet dat ik met een Belg zou trouwen en naar hier zou verhuizen, maar ik deed het toch. We zijn getrouwd en kregen een zoon. Drie jaar geleden zette hij ons allebei op straat.”

Wat leidde tot die breuk?

Jenna: “Het geweld sleepte al jaren aan. We kregen banale ruzies over van alles: over de opvoeding van onze zoon, over zijn ouders, die me inschakelden als poetshulp. Tegen onze zoon gebruikte hij fysiek geweld: hij heeft hem vaak geslagen. Tegen mij haalde hij vooral verbaal uit. Hij schreeuwde, dreigde dat hij me zou buitenzetten: ‘Ga terug naar Algerije!’ Ik heb vaak in de vrieskou in de auto geslapen, omdat de deur op slot was gedraaid als ik thuiskwam van het werk. Op een dag stuurde hij me een foto: hij had al mijn kleren in de tuin gezwierd. ‘Zoek maar een andere plek om te slapen.’ Sindsdien woon ik bij vrienden.”

Is het geweld daarna gestopt?

Jenna: “Integendeel. Hij bleef dreigen en treiteren. Hij heeft zelfs een keer de nummerplaten van mijn auto verwijderd, omdat die nog op zijn naam stond.”

“Eerst zag hij onze zoon nog: via een advocaat had hij een verblijfsregeling afgedwongen. Ik ging hem altijd zelf brengen en ophalen, omdat ik niet wilde dat mijn man te weten kwam waar ik verbleef. Hij chanteerde me vaak. Als ik mijn familie wilde gaan bezoeken met onze zoon, dan had ik toestemming van hem nodig. Die wilde hij alleen geven als ik met hem naar bed ging. Ook tijdens ons huwelijk heeft hij me vaak tot seks gedwongen, soms met zoveel geweld dat ik vol blauwe plekken stond. In mijn cultuur is het de gewoonte dat de vrouw ten dienste staat van de man. Pas veel later, toen een buurman me erop wees, besefte ik dat zoiets verkrachting heet.”

“Op een avond bracht ik onze zoon weer naar hem, maar hij wilde niet blijven. Hij nam zijn jasje en boekentas, en zei: ‘Ik ga met jou mee.’ Mijn man werd heel kwaad: ‘Als je hem meeneemt, dan zeg ik dat je hem hebt ontvoerd.’ Ik ben naar de auto gerend met onze zoon, maar hij heeft me geduwd en geslagen. Ik ben met de ziekenwagen naar het ziekenhuis gebracht, waar de dokters vaststelden dat mijn ribben gekneusd waren. Uiteindelijk heeft de jeugdrechtbank besloten dat onze zoon bij mij mocht blijven. Zijn vader mag hem voorlopig alleen zien in een bezoekruimte, maar door corona is dat nog niet kunnen doorgaan. En intussen blijft hij dreigen. Hij whatsappt me voortdurend. Hij wil weten waar we zijn, wat we doen. Hij stuurt ook audioberichten voor onze zoon: ‘Papa heeft net boodschappen gedaan en gepoetst, nu gaat hij leren schieten, dan is hij klaar voor de strijd.’ En: ‘Als ik jouw mama zie, dan maak ik haar kapot met een kettingzaag.’ Als hij me dreigberichten stuurt, ga ik ermee naar de politie. Maar ze kunnen niks doen. Eén keer hebben ze mijn gsm een dag lang bijgehouden om alles te noteren. Toen is hij één nacht in de cel gemoeten. Maar wat helpt één nacht?”

Weet je man waar jullie nu wonen?

Jenna: “Ik hield het verborgen, maar helaas heeft de rechtbank hem documenten gestuurd waarop mijn adres stond. Niet veel later stond hij hier voor de deur. Gewoon, op straat, om me angst aan te jagen. Ik heb al vaak gedacht: dit is het einde van mijn leven. Hij zei het zelfs letterlijk: ‘Jij haalt december niet.’ Het maakt me bang, maar wat moet ik? Ik ben zelfs bang dat hij iemand betaalt om me te vermoorden of om onze zoon te ontvoeren. Ik leef voortdurend met die angst. En corona maakt het nog erger: als het me te veel wordt, dan kan ik niet eens gaan uithuilen bij vrienden. Een knuffel van mijn moeder en zus zou me nu zoveel doen, maar het kan niet. Raak ik hier ooit van verlost? Ik weet het niet. Hij is gestoord, maar hij blijft de vader van mijn kind.”

*Nadia en Jenna zijn schuilnamen.

Deelnemen aan een nieuwe, tweede bevraging van UGent kan via deze link

© HUMO