Dialectwoorden over fietsen vaak uit de Franse taal: "Soupape, vitesse, vélo en dérailleur"

Het wielerseizoen begint morgen met het Omloop Het Nieuwsblad en daarom ging Radio 2 op zoek naar dialectwoorden die verband houden met wielrennen en fietsen. Veel van die woorden komen uit de Franse taal: een "derajeur" of "dérailleur" (deel van de versnelling achteraan), een "soupape" (het ventiel) en de "vitesse" (versnelling). Taalexpert Veronique De Tier geeft er een woordje uitleg bij.

Veel onderdelen van een fiets hebben in verschillende dialecten woorden die duidelijk uit het Frans komen. Dat blijkt ook uit de woorden waarover luisteraar Paul vertelde op Radio 2 Oost-Vlaanderen: "Een 'fource' (voorvork), een 'bracket' (trapas) en een 'kopserie' (balhoofd). Die laatste is heel belangrijk, want anders kan je het stuur niet draaien", lacht hij. En dat veel van die woorden uit de Franse taal komen, is niet verwonderlijk volgens Veronique De Tier van het Instituut voor de Nederlandse Taal. "De fiets werd bekend in de tijd dat het Frans in onze contreien nog zo belangrijk was."

De fiets werd bekend toen de Franse taal nog heel belangrijk was bij ons

Veronique De Tier, Instituut voor de Nederlandse Taal

Fiets van oorsprong uit Frankrijk

Een beetje geschiedenis: begin 19e eeuw had Karl Drais een soort loopfiets uitgevonden. Het is pas in de tweede helft van de 19e eeuw dat er een fiets op de markt kwam die lijkt op de fietsen die we nu kennen. De Fransman Pierre Michaux had die samen met zijn zoon Ernest ontwikkeld. De fiets had een stalen frame, ijzeren wielen en trappers aan de voorkant van de fiets. De wielen werden groter gemaakt om meer snelheid te kunnen maken, want een kettingaandrijving bestond nog niet.

(lees verder onder het interview)

Bij een Franse uitvinding horen dus ook Franse benamingen.  "De vakbladen die over de fiets gingen waren allemaal in het Frans in die tijd", legt De Tier uit. "Dus het is niet zo abnormaal dat wij heel veel Franse woorden gebruiken voor fiets en de onderdelen." Met andere woorden: er bestonden in eerste instantie gewoon geen Nederlandse woorden voor. "Bijvoorbeeld 'vélo', dat komt van 'vélocipède'. Dat waren die heel grote fietsen met drie wielen van vroeger."

Vélo komt van 'vélocipède', dat waren die heel grote fietsen van vroeger met drie wielen
Veronique De Tier, Instituut voor de Nederlandse Taal

In Nederland ging het anders dan in België. "Daar was het Nederlands als standaardtaal al veel verder doorgedrongen. Daar hadden ze dus al snel Nederlandse woorden voor alles wat met een fiets te maken heeft", weet De Tier. "Op dialectkaarten zie je heel duidelijk dat er een soort taalgrens is. Franse woorden komen nog net een beetje tot in Zeeuws-Vlaanderen, maar verder dan dat ga je geen Franse woorden meer vinden."

(Lees verder onder de foto.)

Vlaamse dialectwoorden

Er zijn ook dialectwoorden die niet uit het Frans komen, zoals een "zoale". De Tier: "Dat is een samentrekking van het woord 'zadel'. Zeker in Oost-Vlaanderen laten we al graag klinkers en medeklinkers vallen en dan is het 'zoale' geworden. De 'd' is weggevallen en de 'a' wordt een beetje gerekt  en als een 'o' uitgesproken." Er bestaan zelfs nog kortere varianten, volgens De Tier, zoals "solle" en "sul". 

"Voor spaak bijvoorbeeld wordt vaak het Franse 'rayon' gebruikt, maar er bestaat ook een Vlaams woord voor: de 'spieken'. Het lijkt een beetje op spaken." Een ander Vlaams fietswoord is "pikkel", zegt De Tier: "De poot van de fiets staat voor iets wat je neerplant, of als het ware in de grond prikt. Verder is er dan nog het woord 'smoor' of 'smoorschelp'. Dat gebruiken ze in het Noord-Oosten van Oost-Vlaanderen, zoals in het Waasland, voor het spatbord. Het zijn dus zeker niet alleen Franse woorden", verzekert De Tier.

En het woord "fiets"?

Vanwaar het Nederlandse woord "fiets" komt, is niet geweten. "Eigenlijk weten we nog niet zo goed waar dat woord vandaan komt. Er zijn verschillende hypotheses", zegt De Tier. "Sommige denken dat het van het Limburgse werkwoord 'vietsen' komt en er zijn er die denken dat het van een fietsenhandelaar komt die 'Fiets' heette. Of het zou toch een vervorming van het Franse woord 'Vélocipède' kunnen zijn."

Meest gelezen