Direct naar artikelinhoud
Vier blokkenBouwen en verbouwen

De vier werven waar de (ver)bouwende Belg voor staat

De vier werven waar de (ver)bouwende Belg voor staat
Beeld Hollandse Hoogte / fotojoslammers

Corona of niet, de Belg bouwde en renoveerde naarstig voort. Dat blijkt uit cijfers van de Confederatie Bouw. En als we Batibouw mogen geloven, zitten dit weekend 150.000 bouwlustigen klaar voor een virtuele bouwbeurs. Maar alle liefde voor de baksteen ten spijt, liggen er nog vier grote werven open om de sector helemaal naar de toekomst te tillen. 

Werf 1: Duurzaamheid

Door de lockdown hebben we met z’n allen noodgedwongen meer tijd doorgebracht in ons eigen huis. Daardoor zagen we sneller de gebreken, wat leidde tot een heuse renovatiegolf.  

Maar doen we ook het juiste? Driekwart van de woningen dateert van voor 1985, toen er nog geen energienormen bestonden. De bouw speelt een belangrijke rol in het behalen van de Europese klimaatdoelstellingen. “België moet 135.000 renovaties per jaar realiseren om de Europese klimaatdoelstellingen te halen”, rekent Sven Nouten van de Confederatie Bouw voor. Bij BNP Paribas Fortis groeien groene kredieten dubbel zo snel als de rest van de hypotheekleningen. “Vier op de tien kredieten zijn voor nieuwbouw of renovatie bestemd”, zegt Tim Spellemans van BNP Paribas Fortis. Bij Belfius is één renovatielening op de twee een ‘groene’ lening.

“Het bewijst dat de burger zeker goede bedoelingen heeft”, zegt ingenieur-architect Leo Van Broeck, in een vorig leven Vlaams Bouwmeester. “Maar de uitdagingen omtrent duurzaamheid overstijgen het individu en moeten op een professioneel niveau aangepakt worden. Bijvoorbeeld het aansluiten van warmtenetten, dat moet op wijkniveau. Dat vraagt schaalvergroting.” 

Van Broeck vreest ook dat veel renovaties vandaag haaks staan op de noodzakelijke duurzaamheidsambities. “Te veel huizen staan echt niet optimaal ingeplant. Als we ook deze nu renoveren, met premies bovendien, staan ze daar de volgende vijftig jaar nog. Waarom investeren we niet in de wederopbouw van huisvesting op een goede locatie?” Hij geeft het voorbeeld van de Nederlandse kluswoningen, waar men de ruwbouw van grote oude stadsgebouwen op duurzame wijze renoveert, waarna de burger zelf de afwerking aanpakt.

Werf 2: Nieuwe woonvormen

De bouwsector viel vorig jaar met bijna 4 procent terug, zo blijkt uit de analyse van de Confederatie Bouw. Niet onlogisch tijdens een pandemie, waarbij veel werven stilvielen. Voor dit jaar zou de bouw van nieuwe woningen dan weer met 3 procent toenemen. De context om te bouwen of te renoveren blijft immers goed met onder meer lage hypothecaire leningen en een gestegen koopkracht.

Alleen is er op demografisch vlak wel een en ander veranderd. Er zijn meer singles bij gekomen en het aantal eenoudergezinnen neemt toe. Ook het aantal ouderen die zelfstandig willen blijven wonen zit in de lift. Gevolg: de klassieke gezinswoning zal minder in trek zijn, andere woonvormen zoals kangoeroewoningen, assistentiewoningen of gemeenschapshuizen zullen meer gevraagd worden. Speelt de bouwsector daar voldoende op in? “Het is een beetje marktgedreven”, zegt Sven Nouten. “Er is een groeiende interesse voor dergelijke nieuwe woonvormen. Al zal dat nooit de dominantie worden.”

Tegelijk met corona zagen we ook weer een extra verlangen naar een eigen tuin. “Lockdown compatibel wonen, noem ik dat”, zegt Leo Van Broeck. “Dat komt niet neer op kleiner wonen in konijnenhokken of woontorens zoals sommigen beweren, maar op aangename appartementen met een buitenruimte en rijwoningen met een tuin, die minder grond innemen.” Van Broeck merkt op dat de stadsvlucht enkel gestopt kan worden door een aangepast beleid. “Als er in de stad geen betaalbare woningen zijn, geen terrassen, parken of groendaken, is het logisch dat de burger wegvlucht naar het platteland.”

Werf 3: Personeel gezocht

Om al die renovaties en duurzame ontwikkelingen mogelijk te maken heb je natuurlijk mensen nodig. De bouwsector kampt al langer als vandaag met een negatief imago. Sven Nouten: “Het overzicht van de knelpuntberoepen in de drie gewesten zegt genoeg: de bouwberoepen zijn er alomtegenwoordig. Wij hebben nu meer dan ooit handen, maar ook hoofden nodig. Daarom starten we ook met een campagne om de bouw te herwaarderen.”

Er wordt ingezet op duaal leren en het stimuleren van het bouwonderwijs. Het aantal leerlingen dat bouwonderwijs volgt daalt nog, terwijl de jobzekerheid omgekeerd evenredig is. Nouten: “Ja, de bouw is een zware sector, dat is nu eenmaal zo. Maar het is ook een sector die volop aan het vernieuwen is. Het is niet alleen maar baksteen en beton. We bedienen ons ook van nieuwe werkinstrumenten.” 

Werf 4: Digitalisering kan boost gebruiken

Er worden al eens drones ingezet bij erfgoedconstructies, of het gebruik van 3D-printers voor maquettes tot zelfs huizen. Toegegeven, het zijn niet de eerste dingen waar je aan denkt wanneer je een bouwwerf voorbij loopt. “De sector is de jongste jaren enorm geëvolueerd, al is er nog wel een inhaalbeweging te maken op het vlak van digitalisering”, geeft de Confederatie zelf toe. 

Uit eigen onderzoek blijkt dat slechts 3 procent al aan 3D-printing doet, eenzelfde percentage robotisering toepast of met drones werkt. Een op de vijf bedrijven maakt wel al gebruik van BIM, voluit Building Information Modelling. Een toepassing waarbij samenwerking en informatie-uitwisseling tussen alle partijen bij een bouwproject centraal staat. Uit dat digitale model kan veel informatie gehaald worden, zoals de plannen, perspectiefbeelden, oppervlakten. “Dat maakt het beroep minder vuil”, aldus Nouten. “Disruptieve toepassingen zullen ook hier in de toekomst niet meer weg te denken zijn.”