Bewoners van een woonzorgcentrum in Bergamo en hun familie knuffelen elkaar door een plastic scherm.
Agazzi Sergio/IPA/ABACA

Bergamo, 1 jaar later: "Als vaccins even snel komen als mijn Italiaanse rijbewijs, zijn we nog niet aan 'nief patatjes'"

Toen de covidpandemie een jaar geleden losbrak, was Bergamo wekenlang het epicentrum van het virus in Italië en bij uitbreiding Europa. Benjamin Royaards uit Antwerpen woont al jaren in de stad die hij toen als "een grote gevangenis" omschreef. In deze opinie blikt hij terug op de voorbije twaalf maanden en staat hij stil bij de situatie vandaag. 

opinie
Benjamin Royaards
Benjamin Royaards is een auteur uit Antwerpen die in Bergamo woont.

Het was dinsdag precies een jaar geleden dat de covidpandemie hier insloeg als een bom. Ik kan me dat moment nog perfect voor de geest halen. Het was een zachte voorjaarszondag. We zaten met heel de familie gezellig te lunchen in La Caprese, toen plots het bericht binnenkwam van een eerste positieve test in Bergamo. De gemoedelijke atmosfeer sloeg onmiddellijk om in paniek. 

Op 22 maart 2020 getuigde Benjamin Royaards over de situatie in Bergamo in "De zevende dag". Dat gesprek kan je hieronder herbekijken (lees voort onder de video):

Videospeler inladen...

De weken die volgden, leken meer op een scenario uit een Amerikaanse rampenfilm dan op de realiteit. Scholen en winkels dicht, akelig lege straten met alleen maar sirenes en gemaskerde gedaantes, het nieuwsbulletin van 18 uur met de honderden doden van de dag. De schelle megafoonklanken die je aanmaanden binnen te blijven, de radioprogramma's die onderbroken werden met dezelfde boodschap. 

Het inslaan van voedsel. Het leven als kluizenaars in een stad die plots een gevangenis werd, waar we opgesloten zaten als vliegen in barnsteen. Maanden gingen voorbij met onzekerheid als onze enige compagnon. Een leven op losse schroeven waarbij de demon van de angst zich opgetogen aanbood.

Heeft het mij als mens veranderd? Waarschijnlijk wel, volgens mij komt niemand hier ongeschonden uit. Wat ik vooral ervaar, is dat we mensenschuw zijn geworden. In heel Italië geldt nog steeds de mondmaskerplicht. Velen laten het op veilige momenten zakken tot op de kin, maar zodra iemand op enkele meters nadert, is het een natuurlijke reflex geworden het maskertje weer stevig op de mond en neus te drukken. Een duidelijk teken van ontsteltenis en afstand.

"Gele zone"

Toch mogen we hier momenteel zeker niet klagen. Sinds 7 februari zitten we in de "gele zone". Dat wil zeggen dat alle bars en restaurants weer open zijn tot 18 uur en dat maakt het leven toch een stuk aangenamer. Dat was de week voor Kerstmis trouwens ook het geval. Ik herinner me de sensatie nog van die eerste keer weer op restaurant. 

19 december was het, in Lio Pellegrini, samen met mijn vrouw. Alles smaakte beter dan ooit te voren. De heerlijke Hugo’s (een soort cocktail, red.) waarmee we begonnen als aperitief en die we bleven drinken tot aan het dessert. De amuse-bouche van lasagne, de piccolo grigliate di mare (gegrilde zeevruchten), het malse Italiaanse zeetongetje à la meunière, om dan volgens de Italiaanse kersttraditie af te sluiten met een heerlijk stuk panettone overgoten met crème chantilly. Ik krijg er nog water van in de mond.

Als ik kijk naar andere landen in Europa zijn we hier nu verwend. Maar hoe lang nog? In buurstad Brescia is het alvast weer uit de hand gelopen, met een semi-lockdown en de sluiting van alle scholen als gevolg. 

Zondagavond bracht de Italiaanse zanger Marco Mengoni, begeleid door een vleugel en drie strijkers, op een verder lege Piazza Vecchia (het centrale plein in de oude stad) het lied  "L’anno che verrà" ("Het komende jaar") van Lucio Dalla. Een treffend nummer uit 1978, dat volgens Mengoni vandaag relevanter is dan ooit. Het gaat over hoop en de diepe wens om weer te beginnen leven. Dat gevoel heerst alom. Sursum corda!

Bekijk hier het optreden van Marco Mengoni (YouTube) in Bergamo (en lees voort onder de video):

Rijbewijs

Alle hoop is hier nu gericht op de vaccins, maar als die even snel gaan arriveren als mijn Italiaans rijbewijs, zijn we hier nog niet aan de nief patatjes. Op 18 september 2020 bracht ik hier mijn Belgisch rijvaardigheidsbewijs binnen voor een omruiling. Vijf maanden later is er van een Italiaans exemplaar echter nog steeds geen spoor. Een vervelende zaak. 

Omruilingen gaan in Italië via de rijschool, die er dan mee naar de overheidsdienst "motorvoertuigen" moet en daar gaat het blijkbaar mis. Telkens ik de overigens sympathieke Francesca van de rijschool om een update vraag, moet zij mij teleurstellen: "Mi spiace Benjamin, ma per ora ancora nulla" ("Het spijt me Benjamin, maar ik heb nog steeds geen nieuws"). Een typisch voorbeeld van de Italiaanse bureaucratische mallemolen. 

Wat de vaccinatiestrategie betreft, is het hier vooralsnog koffiedik kijken. Al begint men ongeduldig te worden, want elk spoor van een duidelijk beleid ontbreekt. Iedereen zit hier met onbeantwoorde vragen. Wie komt in aanmerking? Waar en wanneer? Niemand die het weet. 

De tachtigjarige Giulietta uit mijn vaste koffiebar Café Marly staat al maanden op een wachtlijst, maar zelfs haar precaire gezondheidstoestand lijkt de bureaucratie hier niet te baas te kunnen. Vanuit het Draghi-front (Mario Draghi is sinds kort de nieuwe premier van Italië, red.) blijft het voorlopig bijzonder stil. Hij liet enkele dagen geleden weten dat hij pas zou communiceren als hij wat gerealiseerd had. Daar zitten we dan ook allemaal koortsachtig op te wachten. 

Champions League

Je moet het maar meemaken. Je lokale voetbalploegje doet voor het eerst in haar geschiedenis mee in de Champions League en dan breekt het coronavirus uit. Sterker nog, de wedstrijd Atalanta Bergamo-Valencia die op 19 februari 2020 in het stadion San Siro in Milaan werd gespeeld, en waar 45.000 supporters aanwezig waren, was vermoedelijk zelfs het ultraverspreiderevenement van het coronavirus in Noord-Italië. "Non ci posso credere?!" ("Dat meen je niet?!").

Toch wel, over pech gesproken. Dit jaar hebben de strijdlustige potstampers uit Bergamo het echter opnieuw geflikt en woensdagavond speelden ze tegen niemand minder dan Real Madrid. De Bergamaschi hielden mooi stand, maar verloren uiteindelijk met 0-1 in de 86e minuut. Het zal aan het verlaten stadion gelegen hebben. Hoe dan ook, hier in de stad was de wedstrijd een absolute opzwieper.

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen