Direct naar artikelinhoud
NieuwsEenprikstrategie

Gaat ook ons land voluit voor de eenprikstrategie?

Een zorgkundige krijgt haar coronaprik.Beeld Bob Van Mol

De drie goedgekeurde vaccins geven na een eerste dosis al een minimale bescherming van 50 procent, zo blijkt uit tests. Na het Verenigd Koninkrijk en Denemarken bekijkt ook ons land of we overstappen op de eenprikstrategie.

“Volstaat één dosis?” Die vraag heeft minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (sp.a) aan de Hoge Gezondheidsraad (HGR) gesteld. Het antwoord wordt dinsdag verwacht. Daags nadien zitten de ministers van Volksgezondheid samen om zich te buigen over de Belgische vaccinatiestrategie. Een van de opties op tafel: overstappen naar een eenprikstrategie.

Bij een eenprikstrategie wordt de tweede prik veel later toegediend dan voorgeschreven door de fabrikant. Het voordeel is dat meer mensen alvast een eerste bescherming krijgen.

Verschillende studies, zowel van de fabrikanten zelf als van onafhankelijke onderzoekers, wijzen uit dat één dosis al een hoge bescherming biedt. Neem nu het vaccin van Pfizer/BioNTech. Uit eigen onderzoek van het bedrijf blijkt dat een eerste dosis al 52 procent effectief is. Ook in Israël zag men bij 7.000 gezondheidswerkers al een vermindering met 85 procent van de ziekenhuisopnames vanaf vijftien dagen na de eerste prik. Een tweede prik bracht de hospitalisaties terug met 95 procent.

“Als je de informatie uit de studies samenlegt, komt je tot meer en meer evidentie dat één dosis toch al meer kan betekenen voor meer mensen”, zegt viroloog Marc Van Ranst (KU Leuven). “Nu liggen er een heel aantal vaccins in de frigo’s, gewoon om ooit een tweede dosis te geven, terwijl er gezondheidswinst te maken is door ze nu toe te dienen aan andere mensen. De resultaten van de studies zijn zo goed dat we ons toch moeten afvragen of we onze strategie niet moeten herzien.”

De Taskforce Vaccinatie is voorlopig niet van plan de strategie aan te passen. Een eenprikstrategie impliceert immers dat wordt afgeweken van de voorschriften in de bijsluiter van het vaccin. Daarover moet het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen eerst nog een advies geven.

De cruciale vraag bij een aanpassing van de strategie is: levert het tijdwinst op? Gaan we in de helft van de tijd die nu voorzien is om iedereen twee prikken te geven, één dosis kunnen toedienen? “Zo simpel is het niet, omdat alles afhangt van de leveringen”, zegt Van Ranst.

Ook volgens biostatisticus Geert Molenberghs (UHasselt/KU Leuven) is het onmogelijk om te berekenen in welk tempo we de volledige bevolking gevaccineerd kunnen hebben met de eenprikstrategie. “Op termijn zal er geen tijdwinst zijn, want uiteindelijk moet toch iedereen die tweede dosis krijgen. Maar het toedienen van de eerste prik zal wel sneller gaan. Hoe snel dan 70 of 80 of 90 procent van de bevolking een eerste prik zal gehad hebben? Dat is een vraag die niet te beantwoorden is omdat we niet over de juiste gegevens beschikken. Als we weten wanneer precies de vaccins komen, kan elke logistieke expert een berekening maken. Maar de leveringen zijn een grote onbekende.”