“Nog steeds 7 à 10 dagen tussen afname van test en duidelijkheid over variant”

Themabeeld ©  BELGA

Tussen de afname van een PCR-test en de uitslag van een genoomanalyse – die de aanwezigheid van een coronavariant kan vaststellen – zit soms erg veel tijd. Dat heeft klinisch bioloog Olivier Vandenberg gezegd in de bijzondere coronacommissie van de Kamer. Voor zijn labo gaat het om gemiddeld 7 à 10 dagen.

jvh
Bron: BELGA

De bijzondere coronacommissie van de Kamer hoorde maandagmiddag met dokter Henk Louagie en professor Olivier Vandenberg twee klinische biologen over de aanpak van de coronapandemie, in het bijzonder over de teststrategie. Het ging daarbij onder meer over het tekort aan reagentia waar de laboratoria in het begin van de epidemie mee te maken kregen, en de aanvankelijk lange wachttijden tussen de afname van een PCR-test en de uitslag van die test.

Beide problemen zijn van de baan, bevestigden Louagie en Vandenberg. “Intussen zit er ongeveer 17 uur tussen de afname van een test en de uitslag”, zei Vandenberg. Hij is verantwoordelijk voor de eenheid technologische innovatie binnen de LHUB-ULB, het universitair ziekenhuislaboratorium in Brussel. Volgens Louagie, die secretaris is bij de Belgische beroepsvereniging van artsen-specialisten in Medische Biopathologie, hebben de laboratoria nu zelfs een “enorme overcapaciteit”. “Het aantal tests blijft schommelen rond de 40.000 per dag, terwijl we er veel meer kunnen doen. Dat heeft misschien te maken met coronamoeheid bij de mensen”, opperde hij.

Varianten

Op het vlak van genoomsequencering is er volgens Vandenberg wel nog ruimte voor verbetering. Die genoomanalyse laat toe om mogelijk gevaarlijke nieuwe varianten van het virus vast te stellen, maar dat procedé wordt volgens de ULB-professor niet voor alle labo’s terugbetaald en dus ook niet door alle labo’s zelf uitgevoerd. “Ons laboratorium ontvangt nu gemiddeld 7 à 10 dagen na de afname van een PCR-test een uitslag van de sequencering”, zei hij. Dat komt volgens Vandenberg onder meer omdat er eerst een selectie moet worden gemaakt in de positieve PCR-testen, die dan naar het referentielaboratorium moeten om specifiek getest te worden op de aanwezigheid van varianten.

Vandenberg pleitte ervoor om meer labo’s de mogelijkheid te geven om sequenceringen uit te voeren. “Het nationaal referentielaboratorium is daar het best toe in staat, maar andere kunnen de werkwijze wel kopiëren. Die zijn absoluut vragende partij.”

Verschillende soorten testen

Vandenberg pleitte er ook voor om in een mogelijke volgende coronagolf meer rekening te houden met de inzet van verschillende soorten testen - zoals PCR-testen, snelle antigeentesten en speekseltesten - voor verschillende bevolkingsgroepen. “Een kind testen is bijvoorbeeld niet hetzelfde als een politieagent die elke week getest moet worden. De sleutel is om onder meer het gebruiksgemak en de tijd tot het resultaat aan te passen aan de bevolkingsgroep die getest wordt.”

Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke kondigde in januari aan dat de regering minstens 1.000 genoomanalyses per week wilde laten uitvoeren, goed voor ongeveer 8 procent van de positieve stalen. De sequenceringen worden hoofdzakelijk uitgevoerd door een consortium van verschillende laboratoria, waaronder het nationaal referentiecentrum van de KU Leuven, maar ook andere laboratoria van het federale testplatform en enkele labo’s in gebieden waar er geen labo van het federaal platform is, zouden in de strategie betrokken worden. Zo’n genoomanalyse kost ongeveer 100 euro per staal.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen