Direct naar artikelinhoud
Drie vragenVaccinatiestrategie

Als het antwoord op deze drie vragen ‘ja’ is, kan het vaccineren een versnelling hoger

Als het antwoord op deze drie vragen ‘ja’ is, kan het vaccineren een versnelling hoger
Beeld Pexels

De vaccinatiesnelheid moet omhoog, vindt minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (sp.a), dus stelt hij de Hoge Gezondheidsraad (HGR) drie prangende vragen. ‘Als de HGR op die vragen positief antwoordt, dan kunnen we een reset doen van onze vaccinatiecampagne’, zegt Vandenbroucke. 

Kunnen we tot zes weken wachten voor tweede prik bij Pfizer?

Vandaag dienen we de tweede Pfizer-dosis drie weken na de eerste toe, keurig zoals beschreven staat in de bijsluiter van Pfizer. Maar nu uit studies uit Israël en Schotland blijkt dat het Pfizer-vaccin al voor 85 procent bescherming biedt na één dosis, pleiten experts om dat te herzien. “Ik zie de reden niet om niet onmiddellijk te vaccineren met wat we hebben”, zegt viroloog Marc Van Ranst (KU Leuven). “Nu blijven er toch te veel in de frigo’s liggen. De precieze termijn tussen de vaccins moet niet zo stringent zijn als we nu aanhouden.” Zo plaatst Denemarken, de snelste vaccineerder in de EU, het tweede prikje van Pfizer tussen drie en zes weken na het eerste. Nederland laat zes weken tussen, het Verenigd Koninkrijk zelfs tot 12 weken. Ook de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) zegt dat je ‘bij uitzonderlijke epidemiologische omstandigheden’ de tussenperiode kunt verlengen naar zes weken. 

“Bij Pfizer is de tussenperiode eigenlijk te kort", zegt vaccinoloog Geert Leroux-Roels. “Die werd gekozen om vooral snel goeie resultaten te kunnen voorleggen. Maar vanuit immunologisch standpunt valt een tussentermijn van vier á zes weken zeker te verdedigen. Zeker bij een gezond persoon zit je na één dosis aan de veilige kant, en ga je dus heel wat ziekenhuisopnames vermijden.”

Op langere termijn blijft het echter tasten in het duister. In de Schotse studie vermindert de werkzaamheid van het Pfizer-vaccin tussen week vier en zes van 85 naar 64 procent, daarna zijn er zelfs geen gegevens meer. “We weten dus nog niet hoe goed die immuniteit standhoudt. Ook bij Moderna zagen we dat het aantal antistoffen bij één dosis op termijn weer gaat dalen. Liefst zou ik dus nog een aantal weken wachten om te zien hoe dat evolueert, want je kunt moeilijk elke week van advies veranderen”, zegt vaccinologe Isabel Leroux-Roels (UZ Gent), eveneens lid van de Hoge Gezondheidsraad.  

De vraag waar het op neerkomt, luidt dan ook: willen we eerst zoveel mensen een prik geven, of een kleinere groep maximaal beschermen? Sowieso zou de tijdswinst bij een langere tussentermijn slechts tijdelijk zijn, want eens de achtergehouden stock opgebruikt is, moeten we weer verder op het ritme van de leveringen. 

Een vrouw wordt gevaccineerd in het centrum op de Brusselse Heizel.Beeld Illias Teirlinck

Kunnen we AstraZeneca ook aan 55-plussers geven?

Wegens gebrek aan gegevens over oudere leeftijdsgroepen in de klinische proeven, besliste de Hoge Gezondheidsraad eerder om het AstraZeneca niet aan 55-plussers toe te dienen. Maar uit diezelfde Schotse studie blijkt dat het risico op ziekenhuisopname bij gevaccineerde 80-plussers met 81% verminderde. De meerderheid daarvan kreeg het AstraZeneca-vaccin. “Dat AstraZeneca een goeie immuunrespons opwekt bij ouderen, dat was al langer duidelijk. Er waren gewoon te weinig mensen in de studies ingesloten. Op basis van de studie uit Schotland zou ik het zeker durven toepassen bij 55-plussers”, zegt viroloog Johan Neyts (KU Leuven). 

Minister Frank Vandenbroucke stelt de Hoge Gezondheidsraad drie prangende vragen.Beeld BELGA

Ook Geert Leroux-Roels is ‘ondubbelzinnig pro’. “Ik was bij de eerste beslissing al voor het gebruik bij 55-plussers. Toen heeft men het voorzichtigheidsprincipe gehanteerd, maar je kunt ook te voorzichtig zijn. Door 55-plussers als immuuncompetent te beschouwen, heeft men er zelfs voor gezorgd dat het AstraZeneca-vaccin in een slecht daglicht kwam te staan. Daardoor moeten ministers en virologen nu bijna campagne voeren voor dat vaccin, terwijl het uitstekende bescherming biedt tegen ziekenhuisopname.”

Een kersverse studie uit het VK toont aan dat het AstraZeneca-vaccin vier weken na de eerste dosis de kans op coronasymptomen bij 70-plussers vermindert met 60 tot 73 procent, wat zelfs beter is dan bij Pfizer. De kans is dan ook groot dat de Hoge Gezondheidsraad zijn advies deze week aanpast. “Dat zou echt een gamechanger zijn”, zei minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (sp.a) al in De zevende dag

Kunnen we voorlopig alleen een eerste prik geven?

Waar Vandenbroucke op de eerste twee vragen deze week nog antwoord verwacht, is deze vraag eerder voor de langere termijn. Hier en daar gaan namelijk stemmen op om eerst zoveel mogelijk mensen een eerste prikje te geven, alvorens aan de tweede vaccinronde te beginnen. “Het Johnson & Johnson-vaccin wordt in één dosis geleverd, maar we weten dat we daarbij na zes maanden of een jaar waarschijnlijk een tweede gaan moeten toedienen. Ook bij AstraZeneca weten we inmiddels dat de antilichamen toenemen als je langer tijd laat tussen de twee dosissen, dus daar zou je dat ook kunnen overwegen”, zegt Isabel Leroux-Roels. 

In Sint-Truiden doet een oude kerk dienst als vaccinatiecentrum.Beeld Illias Teirlinck

Bovendien, zegt Van Ranst, “gaan we we er sowieso rekening mee  moeten houden dat we nog de vaccins nog gaan moeten boosten met een aangepast vaccin tegen de varianten.” Door de tweede vaccinronde uit te stellen tot na de zomer, zou je het tweede spuitje meteen met een geüptdatet vaccin kunnen toedienen. Bij de ‘messenger rna’-vaccins van Pfizer en Moderna is, zoals gezegd, echter nog meer onzekerheid over de immuniteit na één dosis op langere termijn. “Die hebben echt een ander werkingsmechanisme. We moeten zien wat de toekomst brengt, maar voorlopig zou ik bij die vaccins toch pleiten om twee dosissen toe te dienen", zegt Geert Leroux-Roels.