Direct naar artikelinhoud
ReportageDuitsland

Gründlichkeit laat het net nu afweten: miljoenen vaccins blijven op plank liggen in Duitsland

Harald (82) krijgt zijn prik in de oude luchthaven van Schönefeld. Volgende week is het aan zijn vrouw. ‘Waarom dan pas? Ach, wie weet het.’Beeld Daniel Rosenthal

Ze begonnen vroeg met prikken, maar sindsdien wil het niet vlotten met de vaccinatiecampagne in Duitsland. Waar loopt het mis bij de anders zo punctuele oosterburen?

In het vaccinatiecentrum op de oude luchthaven Schönefeld deelt een breedgeschouderde militair bij de deur bandjes uit. Roze voor AstraZeneca en mosgroen voor Pfizer/BioNTech. Harald (82) wordt na het krijgen van zijn groene bandje door een andere militair naar een loket geëscorteerd.

Na een vorsende blik van een derde Bundeswehr-soldaat op Haralds verzekeringskaart en officiële vaccinatie-uitnodiging, wordt de man met de geruite platte pet en streepjesoverhemd – piekfijn gekleed voor de heuglijke gelegenheid – vriendelijk maar beslist op een stoel geplant in de ruimte waar vroeger de gate was. Dan is het tijd voor de laatste etappe van zijn reis naar gezondheid en vrijheid: de prik zelf.

Sinds de opening van het Berlijnse vliegveld BER vorig najaar zijn er twee Duitse vliegvelden ‘over’. Beide doen dienst als vaccinatiecentrum: Tegel voor Berlijn en Schönefeld voor het omliggende Brandenburg. Het vaccineren verloopt er efficiënt, zorgvuldig en systematisch, precies zoals mensen in het buitenland denken dat Duitsland in het algemeen functioneert.

Maar volgens Izabela Debska-Rosemeier is dat beeld misleidend. “Het is de afgelopen weken veel te langzaam gegaan”, zegt de kordaat maar vermoeid ogende communicatiemedewerker van de Johanniter, de christelijke zorgkoepel die het prikken in Schönefeld coördineert. En dan, met gedempt volume: “Dit is Duitsland hé, voordat er iets gebeurt moeten er eerst tien vergaderingen worden belegd, en dan komt de bureaucratie...” Ze zucht.

Hoge piefen

Duitsland, het land dat afgelopen najaar zo voortvarend enorme vaccinatiecentra opzette en de dag na kerst vorig jaar begon met vaccineren, staat nu diep in het tweede rijtje van de imaginaire Europese ‘prikliga’. Van de groep die volgens de Duitse regering de hoogste prioriteit heeft, mensen ouder dan tachtig, is nog geen 45 procent ingeënt, bleek eerder deze week uit onderzoek van de Süddeutsche Zeitung. Ook blijken her en der mensen te zijn ingeënt die nog lang niet aan de beurt zijn, hoge piefen van zorginstellingen en burgemeesters, terwijl chronisch zieken vergeefs wachten.

Militairen wijzen de ouderen die nu aan de beurt zijn, de weg in het centrum.Beeld Daniel Rosenthal

Deze toestand maakt dat steeds meer Duitsers zich gaan gedragen als teleurgestelde voetbalfans: ze zijn luidkeels ontgoocheld over de slechte prestaties van hun land en zoeken zondebokken. Omdat de schuld in dit geval niet kan worden afgeschoven op de scheids, werd het in eerste instantie Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen en de Britten, die het ondanks de brexitchaos beter bleken te hebben geregeld. Inmiddels moeten ook binnenlandse politici het ontgelden: Angela Merkel, wier populariteit voor het eerst sinds het uitbreken van de pandemie daalt, en vooral gezondheidsminister Jens Spahn (CDU).

De kritiek is deels terecht. Spahn beging blunders. Zo bedacht hij dat het nationale nummer voor niet-acute medische zorg wel als centraal nummer voor prikafspraken kon dienen, waardoor telefoonsystemen in het hele land wekenlang platlagen. Sowieso wreekt zich tijdens de pandemie meer dan ooit de door de drie regeringen-Merkel danig verwaarloosde digitalisering van overheidsdiensten.

9.000 afgezegde afspraken

Maar het grootste probleem is het Duitse federalisme, dat leidt tot zestien verschillende manieren van aanpak en gebrekkige samenwerking tussen deelstaten. Het maakt het land log en weinig flexibel.

Toen er eind februari opeens te weinig vaccins waren in Schönefeld, maar er al wel 9.000 afspraken waren gemaakt, bleek het onmogelijk vaccins van elders te halen. Alles moest worden afgezegd. Christian Wehry van de Brandenburgse artsenkoepel huivert er nog steeds van. Sindsdien houden ze voor elke geprikte dosis braaf een dosis in de koelkast voor de tweede prik – een van de redenen dat er de komende weken een overschot aan vaccins dreigt.

Alleen al van het AstraZeneca-vaccin liggen volgens schattingen van Duitse media eind deze week zo’n 2 miljoen doses op de plank, terwijl er sinds de eerste levering in januari pas 450.000 zijn toegediend in heel Duitsland.

De scepsis tegenover het Brits-Zweedse vaccin is in ons buurland huizenhoog, omdat de regering het op basis van de eerste onderzoeken alleen goedkeurde voor mensen jonger dan 65. Kort daarna noemde een boulevardkrant het een “tweederangsvaccin”, omdat een aantal ingeënte ziekenhuismedewerkers had geklaagd over ernstige griepklachten.

In Berlijn, waar burgers in eerste instantie zelf de prik van hun voorkeur mochten kiezen, werd massaal bedankt voor AstraZeneca. Pas nu artsen, verplegers en leraren geen keuze meer hebben, wordt er ook op het andere leegstaande vliegveld, Tegel, veel geprikt.

Huisartsen

In Brandenburg valt het mee met de AstraZeneca-scepsis, zegt Christian Wehry. Al merken zij het zeker ook. Wat hij mist, zegt hij, is een overtuigende overheidscampagne voor het vaccineren in het algemeen. Hij vindt het beleid van de regering “zeer verbeterenswaardig”.

Waarom, vraagt hij zich af, mogen Duitse huisartsen pas na Pasen meeprikken? “Ze staan hier in de startblokken, ze hebben ervaring met honderdduizenden griepprikken per jaar!” Voor een dunbevolkte, sterk vergrijsde streek als Brandenburg zou het een uitkomst zijn. Nu komen mensen niet omdat de afstand naar een van de elf centra te groot is. “In Berlijn laten ze die mensen met taxi’s aanrukken. Hier kan dat niet. Nog afgezien van de kosten: we hebben daar de taxi’s niet voor.”

Harald heeft een pleister op zijn linkerbovenarm. Hij was niet onder de indruk van de prik. “En dan te bedenken dat ik in 1979 bijna een reis naar Thailand heb afgezegd omdat ik zo bang was voor de pokkenvaccinatie.” Nu moet hij een halfuur verplicht uitrusten voor eventuele bijwerkingen. “Je voelde er helemaal niks van.” Dat gaat hij straks aan zijn vrouw vertellen, die volgende week aan de beurt is. Waarom ze niet tegelijk konden worden ingeënt? “Ach, wie zal het weten?”