Direct naar artikelinhoud
NieuwsNatuur

Boswachters klagen over ‘wildkakkers’ door gebrek aan openbare toiletten: ‘Laat geen spoor na’

Beeld ter illustratie.Beeld ANP XTRA

Tijdens de coronacrisis gaan mensen vaker een frisse neus halen in het bos. Maar omdat de horeca dicht is, hebben wandelaars en natuurliefhebbers minder toegang tot openbare toiletten. De combinatie voorspelt weinig goeds voor boswachters, die merken dat meer en meer mensen zich ontlasten in het wild. 

“Er ligt veel meer toiletpapier en ander menselijk afval in het bos dan voor de coronacrisis”, zegt Koen Maréchal aan de openbare omroep. Hij werkt als boswachter onder andere in de Zwinbosjes in Knokke-Heist. 

“Heel wat openbare toiletten zijn op dit moment afgesloten. Ik vraag me echt af of dit wel een goede zaak is, want in mijn ogen is de remedie veel erger dan de ziekte. Mensen moeten nu eenmaal hun behoefte doen. Dat is de natuur. Maar je grote behoefte doen in de bosjes is allesbehalve aangenaam voor het zicht.” 

Maréchel: “Ook al is dat toiletpapier op zich vrij vlug verdwenen, dan nog is het geen zicht in een bos. Het is ook zo dat geuren voor dieren heel belangrijk zijn. Die natuurlijke geuren, die wij als mens niet ruiken, worden helemaal verstoord door de geur van menselijke ontlasting.”

Geen spoor achterlaten

“Als de nood hoog is, moet er een oplossing zijn”, gaat de boswachter voort. “Daarom zal ik de mensen nooit rechtstreeks aanspreken als ik ze hun behoefte zie doen in het bos. Ik laat wel duidelijk horen dat ik aanwezig ben. Na de daad probeer ik de mensen te overtuigen om in de bossen niets achter te laten. Ook geen menselijke ontlasting”, aldus Maréchal.

De oplossing? Meer openbare toiletten. “Maar in tijden van corona is dat natuurlijk niet zo simpel. Eigenlijk zou iedereen een voorbeeld moeten nemen aan mensen die met de rugzak rondtrekken”, besluit Maréchal. “In die community geldt de regel: ‘Leave no trace.’ Dat betekent dat die wandelaars proberen geen sporen achter te laten. Afval nemen ze mee en vooraleer ze een grote behoefte doen, graven ze met een heel klein schopje een putje. Dat is perfect.”