Op het Gentse Sint-Pietersplein zijn cirkels getekend om afstand te bewaren tussen groepjes mensen

Buitenplan ligt weer op tafel: waarom is daar minder risico op besmetting? (en 7 tips om het ook daar veilig te houden)

Op de tafel van het Overlegcomité ligt vandaag opnieuw het zogenoemde "buitenplan". Als er al versoepelingen komen, zullen die eerst vooral buiten plaatsvinden. Want buiten, daar is het veiliger dan binnen, zo klinkt het. Maar waarom is dat? En waar moeten we op letten als we buiten afspreken? Viroloog Steven Van Gucht legt uit. 

Dat het risico op een coronabesmetting buiten kleiner is dan binnen weten we al langer. "Slechts 5 tot 10 procent van de geregistreerde besmettingen wordt buiten opgelopen", zegt viroloog Steven Van Gucht. Maar hoe komt dat precies?

Bekijk de uitleg door Steven Van Gucht op de persconferentie van 5 maart. De tekst gaat daaronder voort. 

Videospeler inladen...

Grote en kleine druppels

"Het coronavirus verspreidt zich via druppels (uit de mond of neus van een besmet iemand, red.). Dat kunnen zowel grote als kleine druppels zijn, zowel binnen als buiten", legt Van Gucht uit.

"Grote druppels vallen snel neer en reiken meestal niet verder dan één meter. Vandaar de regel van de anderhalve meter afstand." Wie die regel altijd volgt, kan in principe dus niet besmet worden door grote druppels.

Het verschil zit vooral bij de kleinere druppels, de zogenaamde aerosolen. "Die kleinere druppels vormen eigenlijk een wolk voor je mond. Als je weinig afstand houdt, kan je op die manier zowel binnen als buiten iemand besmetten."

In een slecht verluchte ruimte kan de lucht helemaal besmettelijk worden, buiten is dat niet mogelijk
Steven Van Gucht, viroloog

"Binnen kunnen die kleine druppels ook blijven zweven, net zoals sigarettenrook. Als dat in een slecht verluchte ruimte is, dan kunnen die kleine druppels de ruimte beginnen op te vullen, waardoor de lucht in de ruimte besmettelijk wordt."

Op die manier kan het virus meteen aan veel verschillende mensen worden doorgegeven, zegt Van Gucht. "Superverspreiding is een fenomeen dat typisch binnen door aerosolen gebeurt."

"In de buitenlucht is dat in principe niet mogelijk. Buiten vervliegen en verdunnen die kleine druppels snel waardoor je buiten minder kans hebt om besmet te raken via aerosolen. Je kan buiten ook meer afstand houden, omdat er meer ruimte is en het UV-licht van de zon kan het virus ook doden op oppervlakten."

Maar ook binnen kan je het risico op besmetting via aerosolen beperken. "Door goed te verluchten of te ventileren. En door een mondmasker te dragen. Een masker vangt immers de grote druppels op vooraleer die de kans krijgen om te verdampen tot kleinere druppels."

Tips om het buiten veilig te houden

Hoewel het risico veel kleiner is dan binnen, kan je ook buiten besmet raken door in contact te komen met mensen. "Wanneer we dicht bij elkaar staan of zitten tijdens een gesprek, dan is het ook buiten perfect mogelijk om elkaar te besmetten", zegt Van Gucht.

"We zien vaak dat de mondmaskers verdwijnen wanneer er samen wordt gegeten, gedronken en gekeuveld. Maar het is net dan dat we de meeste druppels uitstoten. Dat zijn dus de momenten waarop je zeker voldoende afstand moet houden."

Steven Van Gucht heeft volgende tips om het buiten veilig houden:

  • Hou altijd minstens 1,5 meter afstand
  • Draag een mondmasker als er niet voldoende afstand kan worden gehouden
  • Spreek af in beperkte kring
  • Vermijd drukke plaatsen zodat je steeds afstand kunt houden
  • Spreek af op plaatsen die volledig open zijn. "In deels afgesloten tenten en markthallen bijvoorbeeld kan de lucht met virusdeeltjes veel gemakkelijker blijven hangen"
  • Zet in geen geval een buitenactiviteit binnen verder bij slecht weer. Keer dan huiswaarts
  • Wees extra voorzichtig voor en na een georganiseerde buitenactiviteit: "Meeste besmettingen gebeuren bijvoorbeeld tijdens de verplaatsing naar de activiteit of tijdens de nabespreking. Carpoolen blijkt ook een groter risico dan het openbaar vervoer"

Meest gelezen