Direct naar artikelinhoud
InterviewKlimaat

Manon Janssen moet Antwerpen klimaatneutraal maken: ‘Over tien jaar moet iedereen hier nog graag wonen’

Manon Janssen moet zorgen dat Antwerpen zijn klimaatdoelen haalt.Beeld © Stefaan Temmerman

Twee jaar geleden leidde Manon Janssen (59) een van de Nederlandse klimaattafels. Nu is ze door het Antwerpse stadsbestuur benoemd tot ‘klimaatregisseur’. Het doel: de stad klimaatneutraal maken.

In het klimaatwereldje en de industrie is Manon Janssen een klinkende naam, maar binnenkort kent iedereen haar ook als de klimaatregisseur van Antwerpen. Het stadsbestuur zette vanmiddag het licht op groen voor de benoeming van de Nederlandse, die in Brussel woont. Zoals Alexander D’Hooghe dat doet voor de Antwerpse ring zal zij nu iedereen moeten verzoenen rond de klimaatdoelen van de stad: de halvering van de CO2-uitstoot tegen 2030 en de klimaatneutraliteit tegen 2050.

Wat moeten we ons voorstellen bij een klimaatregisseur?

Janssen: “Antwerpen heeft in december een klimaatplan op tafel gelegd. Ik moet ervoor zorgen dat die doelstellingen worden gehaald. Ik ga daarvoor in gesprek met de industrie, de inwoners en de politiek.”

Hoe zijn ze bij u uitgekomen?

“Er is een openbare opdracht gegund aan het onderzoeksbureau Ecorys, waar ik CEO van ben. Ik word het gezicht van het team. Normaal doe ik dat nooit, maar vanwege het belang van dit plan maak ik een uitzondering. En uiteraard breng ik ook een team van experts mee.”

Een kostprijs van 2,6 miljard: niet iedereen gelooft in de haalbaarheid van het klimaatplan.

“Dit soort ambities komen niet gratis, dat is duidelijk. We gaan er met zijn allen een prijs voor betalen. Maar die prijs is wel vele malen kleiner dan de kosten die we anders moeten dragen voor de gevolgen van de klimaatopwarming. Laten we dus eerst kijken naar wat mogelijk is, en pas daarna naar wat het kost. Als je het omgekeerde doet, dan spring je altijd te laag.”

Makkelijk gezegd, zullen de Antwerpenaren denken.

“Ik begrijp dat. Als je je baan kwijt bent door corona, dan is een zonnepaneel het laatste waar je aan denkt. Maar we mogen de langzame, slopende klimaatcrisis niet laten overschaduwen door de acute gezondheidscrisis. Beide zijn belangrijk. En als we deze planeet leefbaar willen houden, dan hebben we geen keuze. We moeten maken dat iedereen hier over tien jaar nog graag woont.”

De Antwerpse haven is een gigantische CO2-fabriek. Hoe gaat u haar meekrijgen?

“De haven is inderdaad een bron van uitstoot, maar ze biedt ook veel voordelen. Restwarmte opvangen, elektrificatie, nieuwe infrastructuur aanleggen: dat gaat allemaal makkelijker als je zo’n grote speler bent. Voor de overheid komt het erop aan die transitie een duwtje te geven.

“Denk bijvoorbeeld aan de containerschepen die op elektriciteit varen. De meeste bedrijven zullen pas investeren in walstroom (een soort laadpaal voor schepen, ADB) als er voldoende schepen komen, terwijl de schepen pas komen als er voldoende walstroom is. Als overheid moet je er dan voor zorgen dat die investeringen er komen, onder andere door subsidies en investeringszekerheid aan te bieden.”

Dat klinkt erg rationeel. Maar als het over het dagelijkse leven van burgers gaat, zijn maatregelen complexer. Hoe gaat u de Antwerpenaar uit de auto krijgen?

“Het is belangrijk dat burgers zich betrokken voelen bij dit project, want anders gaat het niet werken. Tegelijk gaat dit niet om het soort projecten waar iedereen 100 procent blij van wordt. Er zullen altijd mensen zijn die windmolens bijvoorbeeld lelijk vinden. Toch moeten we ze bouwen, want anders gaat het licht uit. De ambitie moet hoog blijven.”

Als voorzitter van de Nederlandse klimaattafel Industrie werkte u maanden aan een plan voor een CO2-heffing, maar enkele dagen voor het einde stapte de groene alliantie boos op. Wat hebt u daaruit geleerd?

“Dat je over feiten kunt discussiëren, maar over dogma’s niet. En dat je op voorhand een duidelijk kader moet scheppen over wat bediscussieerbaar is en wat niet.

“De industrie is in die gesprekken heel vooruitstrevend gebleken. Ze besefte dat ze weinig keuze had en dat ze voor haar eigen voortbestaan moest gaan verduurzamen. De groene alliantie wilde echter absoluut geen CCS (het afvangen en opslaan van CO2 door de industrie, ADB), terwijl duidelijk was dat Nederland zonder die CCS zijn klimaatdoelen niet zou halen.”

Stel: de Antwerpse havenbaas zit tegenover Greenpeace. Hoe start u dat gesprek?

“Soms lijkt dat erg op een gesprek met kinderen. Wie heeft wat gedaan? Waarom ben je precies boos? Iedereen is altijd overtuigd van het eigen gelijk. Maar het punt is: hoe kom je daar doorheen? Ik heb geleerd om veel te praten en te luisteren. Daarna zoeken we samen naar een oplossing aan de hand van kosten-batenanalyses, buurtgesprekken enzovoort.”

Bent u niet bang dat u zich voor de kar van het stadsbestuur laat spannen?

“Ik ben van de inhoud, niet van de politiek. Ik sta ook echt op die onafhankelijkheid. Als ik niet ongezouten de waarheid kan vertellen, dan verlies ik mijn toegevoegde waarde. Dan heeft het ook geen zin om mij in te huren.”

Waar mogen de Antwerpenaren u straks op afrekenen?

“Het is niet de bedoeling dat ik de komende jaren door de stad wandel en Sinterklaas speel. Ik ga niet de aandacht opzoeken. Ik hoop vooral dat ze over een jaar of twee de effecten zullen merken van het werk dat we samen verzetten. En dat ze de energie voelen die van zo’n klimaatregisseur uit gaat. Dat ze voelen: dit heeft gewerkt.”