Direct naar artikelinhoud
ReportageGroot-Brittannië

Waarom de vrijgevochten Engelsen zich zo keurig aan de lockdown houden

Beeld uit de campagne voor de coronamaatregelen, hier in Londen: ‘Kijk haar in de ogen en zeg haar dat je geen loopje met de regels neemt.’Beeld EPA

Na een buitengewoon strenge lockdown gaat Groot-Brittannië maandag een beetje van het slot. Correspondent Patrick van IJzendoorn legt uit waarom de vrijheidslievende Engelsman zich zo gedwee naar de regels voegt.

De Sainsbury’s in Lee neemt het zekere voor het onzekere. Wie dit supermarktfiliaal in Zuidoost-Londen betreedt moet zigzaggen tussen zeven borden met geboden en waarschuwingen. Draag gezichtsbedekking! Winkel alleen! Ontsmet de handen! Hou afstand! Bij de hygiënehalte aan het begin van de winkel doet de manier waarop sommige supermarktbezoekers hun wagentje met blauwe doeken ontsmetten denken aan curlingspelers die tijdens de finale van de Olympische Spelen driftig het ijs boenen.

Bij dit soort taferelen vraag ik me niet alleen af of ze ook de wieltjes gaan schoonmaken, maar ook wat er met Keep Calm and Carry On is gebeurd. Een jaar van lockdowns hebben me doen twijfelen of deze slogan uit de Tweede Wereldoorlog nog wel opgaat, de aansporing die het stoïcijnse Engelse karakter bondig zou samenvatten en die werd herontdekt na de terreuraanslagen in Londen. In het verlengde daarvan is de vraag gerechtvaardigd of de vrijheidslievende Engelsman, zo bewierrookt door Boris Johnson, meer is dan een mythe.

Maandag begint voor de Engelsen de langzame mars naar de vrijheid. Ondanks gemopper van de onderwijsbonden gaan de scholen weer open, compleet met sneltesten voor leerlingen (en hun ouders) en de verplichting om mondkapjes in de klas te dragen. Hiermee gaat Groot-Brittannië na een buitengewoon strenge lockdown een beetje van het slot. Alleen de inwoners van Libanon en Venezuela hebben de afgelopen maanden meer vrijheid ingeleverd, blijkt uit een vergelijkend onderzoek van de Blavatnik School of Government, een afdeling van de universiteit van Oxford.

De maatregelen in Engeland waren streng, terwijl er toch voortvarend wordt gevaccineerd. Naast de gebruikelijke maatregelen – dichte winkels, dichte horeca, thuiswerken, samenscholingsverbod – is het illegaal om bij iemand over de vloer te komen of om met anderen koffie te drinken in het park, zittend dan wel wandelend. Het land in- en uitreizen is nog steeds vrijwel onmogelijk. Honderden mensen die toch zijn binnengeglipt zitten op eigen kosten opgesloten in quarantainehotels.

Tot een avondklok is de Engelse regering niet over gegaan, maar de openbare ruimte schrikt dag en nacht af. Fietsend door Londen heb ik hekken zien staan om openbare gymtoestellen, pingpongtafels en bankjes. Via billboards op de matig bezette dubbeldekkers roept de overheid haar burgers op te leven alsof ze het coronavirus onder de leden hebben. In Barkingside in Noord-Londen hoorde ik uit luidsprekers informatie komen over het aantal doden in de omgeving, gevolgd door het gebod om thuis te blijven.

In de kranten verschijnen berichten over de overijverige manier waarop de politie handhaaft. Zo werd in Sunderland een moeder beboet die na een dag in de supermarkt te hebben gewerkt een strandwandeling maakte met haar dochter. Op Borough Market stond een vrouw, na een stadswandeling met een vriendin, in de rij te wachten voor een kop koffie toen ze werd aangesproken door vier agenten. Nadat die hadden vastgesteld dat ze drie kilometer verderop woonde, werd ze in de boeien geslagen.

En toch wijst peiling na peiling van YouGov erop dat zeker driekwart van de bevolking het eens is met de strenge lockdown. Er wordt gemopperd over de maatregelen en zeker op mooie dagen interpreteren mensen de regels wat ruim, maar met het beleid wordt ingestemd. Volop steun bleek er ook te zijn voor de tien jaar celstraf die kan worden opgelegd aan mensen die bij aankomst in Groot-Brittannië verzwijgen dat ze recentelijk in ‘risicolanden’ zijn geweest. Sterker, 13 procent van de ondervraagden vond tien jaar cel nog te mild.

Er zijn protesten geweest tegen de lockdown, maar minder dan in landen als Duitsland, Italië en Nederland en vooral ook minder gewelddadig. Boris Johnson volgt de publieke opinie nauwgezet bij het nemen of het afbouwen van maatregelen. In het parlement heeft de premier slechts verzet te duchten van zo’n zeventig libertaire fractiegenoten die versteld staan over de steun voor de lockdown. Pogingen van Nigel Farage om een anti-lockdownpartij op te zetten, The Reform Party, verlopen moeizaam door gebrek aan draagvlak.

Journalist en schrijver Ed West betoogde vorige maand in een essay dat de pandemie een einde heeft gemaakt aan het idee van de vrijheidslievende Engelsman. “Vorig jaar februari” stelde hij in webzine Unherd, “toen wat er in China gebeurde een grauw beeld van onze toekomst schetste en we begonnen te beseffen hoe gruwelijk de situatie was, werd die mythe weer afgestoft. Britten zouden te vrijgevochten zijn om soortgelijke autoritaire maatregelen te tolereren. De geesten van John Bull (de personificatie van de welvarende en koppige Engelsman, PvIJ), John Wilkes (een radicale, opstandige politicus) en Robin Hood zouden ons bezielen om weerstand te bieden tegen deze tirannie.”

Boris Johnson zelf voegde zich naar de mythe toen hij een half jaar later in het Lagerhuis beweerde dat het lastig was zijn landgenoten te vragen zich aan de richtlijnen te houden. Bij andere Europeanen zou dat makkelijker zijn. Een wonderlijke constatering. De Engelsen hadden de lockdown toen al breed aanvaard, geschrokken van het snel stijgende aantal coronadoden en van de manier waarop de premier zelf door het virus was getroffen. Naar verluidt waren Johnson en zijn ministers zelf verbaasd over de welwillende reactie van de bevolking.

Inmiddels is het zover dat Johnson bepaalt wanneer familieleden elkaar een knuffel kunnen geven. “Britten die bereid zijn risico te nemen, kunnen in mei knuffelen”, kopte The Times onlangs, nadat de premier zijn lockdownversoepelingen had bekendgemaakt.

Een belangrijke reden voor de volgzaamheid was dat de lockdown vooral moest voorkomen dat de National Health Service het werk niet meer aan zou kunnen. Het Britse zorgsysteem geniet een welhaast religieuze status, bijna meer nog dan de Anglicaanse staatskerk. Johnson en zijn inmiddels verdwenen topadviseur Dominic Cummings wisten dit maar al te goed. De omstreden belofte om miljoenen ponden per week van Brussel naar de NHS over te hevelen was vier jaar eerder cruciaal bij het bewerkstelligen van Brexit.

Net als bij Brexit waren er gedurende de Britse lockdown volop referenties aan de oorlog, waarbij Johnson zichzelf de rol van Churchill had toegediend. “Nooit in onze geschiedenis”, oreerde hij tijdens een van zijn televisietoespraken, “hebben ons collectieve lot en onze collectieve gezondheid zo afgehangen van ons individuele gedrag.” Toen de vaccins aan de horizon verschenen, sprak hij over de komst van ‘de artillerie’. Labourleider Keir Starmer nam de oorlogsbeeldspraak onlangs nog over door te beweren dat hij net als Clement Attlee, die Churchill in 1945 had verslagen, het land grondig wil hervormen.

Johnsons landgenoten konden aan de oorlog deelnemen door thuis te blijven. De oude wijsheid dat het home van een Engelmans his castle is, werd weer bewezen. Voor veel Engelsen was het vermijden van volle forensentreinen en de kantoortuin een verademing. Thuisblijven was bovendien moreel juist. Het schuldgevoel jegens werknemers in vitale beroepen kon wekelijks worden weggeklapt. “Er was geen lockdown”, stelde iemand, “slechts een middenklasse die zich verborg terwijl de arbeidersklasse spullen rondbracht.”

Een van de redenen achter het succes van de lockdown is de health and safety-cultuur op het eiland. Op Amerika na is geen land zo bedreven in het plaatsen van waarschuwingsborden en het opstellen van regeltjes op het gebied van veiligheid en gezondheid; Michael Bywater beschreef dat ooit voortreffelijk in Big Babies – Or: Why Can’t We Just Grow Up? Exemplarisch voor deze risicomijdende cultuur waren de soldaten die die ik jaren geleden op een vroege ochtend aantrof in Hyde Park, voorbij paraderend in gele hesjes over hun camouflagepak.

De regering-Johnson toont zich bedreven in waarschuwen, zoals ze ook deed tijdens de campagne voor de Brexitverkiezingen. Het heeft ironisch genoeg geleid tot boosheid onder lockdown-sceptische Brexiteers. Mensen worden bang gemaakt voor het virus, verweet een emotionele Charles Walker, parlementslid voor de Conservatieve partij, in het Lagerhuis de regering. Dat tast volgens hem vooral de weerbaarheid aan van mensen die al psychische problemen hebben of daar gevoelig voor zijn.

Walker vervolgde onder meer met de observatie dat het alarmisme van de regering ertoe heeft geleid dat sommige kinderen nu de deur niet meer uit durven, omdat ze bang zijn hun ouders in levensgevaar te brengen. In de nazomer had minister van Volksgezondheid Matt Hancock een boodschap voor kinderen en tieners. “Dood je oma niet, door het coronavirus op te lopen en door te geven”, zei hij tijdens een optreden voor de BBC-radio. “En je kunt het doorgeven zonder dan je symptomen hebt.”

Het succes van de lockdown werd versterkt door de omroepen. Zowel de BBC als de commerciële omroepen volgden het regeringsbeleid. Bij persconferenties werd Johnson vooral verweten niet ver genoeg te gaan. Bij de ontbijttelevisie ontpopte de invloedrijke Piers Morgan zich als groot voorstander van de lockdown en als openbaar aanklager van covidiots. Uiteindelijk viel hij ten prooi aan een andere Engelse kwaal: hypocrisie. Morgan bleek de Kerstdagen te hebben doorgebracht in de Cariben.

Ondertussen begonnen Johnsons oude vrienden, vooral bij de conservatieve Daily Telegraph, te twijfelen aan zijn imago van politieke vrijheidsstrijder. Was het verbieden van alcohol in de metro niet zijn eerste maatregel geweest als burgemeester van Londen? Was hij als burgemeester geen voorstander geweest van de inzet waterkanonnen tegen demonstranten? Overal viel het kwartje. In zijn essay concludeerde West dat zijn landgenoten geen ‘free’ Engeland willen maar een ‘fair’ Engeland.

Dat verlangen heeft tijdens de lockdown iets anders aan het licht gebracht: de bereidheid van de Britten om medeburgers in de gaten te houden, iets wat werd aangemoedigd door minister van Binnenlandse Zaken Priti Patel. Kliklijnen bleken een doorslaand succes te zijn in het land dat kan buigen op een rijke spionagetraditie. Sommige Engelsen gingen zelfs hun eigen veiligheidscamera’s op hun buren richten om het overtreden van coronaregels te registreren. Winkels begonnen camera’s in te zetten om mondkapjesweigeraars op te sporen.

Op anderen letten bleek vooral populair te zijn in de stadsparken, waar zowel door persfotografen als door individuele burgers driftig werd gezocht naar covidiots. Een typerend voorbeeld is de Zuid-Londenaar Alan Bone, die de hoofdstedelijke politie regelmatig foto’s tweet die hij neemt van overtreders van de regels: een groep voetballende jongeren in Southwark Park bijvoorbeeld of een gezin dat iets verderop in Rotherhithe een vuurtje stookt op de oever van de rivier de Theems.

Met het Britse vaccinatiesucces is het einde van de beproeving in zicht, maar de vraag wordt al gesteld hoe lang de nieuwe gewoonten – mondkapje dragen, afstand houden, elkaar corrigeren, ellebogen geven – zullen beklijven in een risicomijdende natie. In The Daily Telegraph voorspelde columniste Juliet Samuel dat het lockdowngedrag nog wel even zal blijven bestaan. ‘Voor hen die zich week in week uit ijverig aan alle regels hebben gehouden zal het een verontrustende gedachte zijn het zonder te moeten doen.’

Toch zijn er nog eilandbewoners die liever vandaag dan morgen een einde willen zien aan de coronamaatregelen. Onlangs was ik op bezoek bij een oudere dame, een oorlogskind, die genoeg had van de lockdown. “Het is inmiddels zo ver”, zei ze, een trekje nemend van haar troostsigaret, “dat ik zelfs mensen begin te missen aan wie ik een hekel heb.” We lachten. Gelukkig, dacht ik, heeft de mooiste eigenschap van de Engelsen de lockdown overleefd: humor.

Besmettingscijfers in Groot-Brittannië

Met ruim 123 duizend coronadoden is het Verenigd Koninkrijk een van de zwaarst getroffen landen in Europa. Obesitas, de ruime aanwezigheid van kwetsbare minderheidsgroepen, een falend zorgbeleid, de positie van Londen als internationale ontmoetingsplaats en de bevolkingsdichtheid worden genoemd als belangrijke factoren, net als de ruime criteria bij het tellen van coronadoden. De Britse coronacijfers gaan inmiddels snel de goede kant op. Het aantal besmettingen is weer terug op het niveau van de nazomer, terwijl de druk op de ziekenhuizen sterk is verminderd. Volgens de regering heeft de winterlockdown dus goed gewerkt. Een andere factor is het vaccineren, waar de Britten als eerste in Europa mee zijn begonnen.